100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biomedisch Periode 1 Samenvatting $6.80
Add to cart

Summary

Biomedisch Periode 1 Samenvatting

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De samenvatting heeft mij een 8 gegeven als cijfer. De aantekeningen van de docent staan hier ook in vermeld.

Preview 3 out of 27  pages

  • April 23, 2024
  • 27
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Biomedisch colleges aantekeningen periode 1
Datum start: 05-09-2023

Kick-off




Les 1.1 Anatomie en Fysiologie circulatie

Je kunt uitleggen:

- Hoe de grote en de kleine circulatie verlopen;
- Wat de verschillen zijn tussen de verschillende bloedvaten (arteriën, venen,
capillairen);
- Hoe het hart is gebouwd (inclusief kleppen en bloedvaten);
- Uit welke fases een hartcyclus is opgebouwd;
- Hoe de impulsgeleiding tot stand komt;
- Welke relatie er bestaat tussen de impulsvorming & geleiding over het hart en ECG;
- Door welke factoren de vorm van een ecg wordt bepaald.

Rechterventrikel en rechteratrium naar de voorzijde. Linkerventrikel en linker atrium naar de
achterzijde. Hart nijgt naar linkerzijde. As van het hart ligt wel in het midden van de thorax.

Kamer = ventrikel
Boezem= atrium
Bovenste holle ader= vena cava (cava=holle) superior
Longslagader (arteria pulmonalis), bestaat uit zuurstofarm bloed.
Longaders (venae pulmonalis)
Onderste holle ader (vena cava inferior)

4 kleppen in hart. Kleppen zorgen voor het tegenhouden van het bloed, opbouwen van druk
(prikkel ontstaat, hartslag begint). Kleppen zitten tussen de kamer en ventrikel. Kleppen
worden gesloten door de druk.

,Hartwand:
- Glad spierweefsel (myocardium= spierweefsel binnenzijde), endocard (laagje
bindweefsel, dun laagje endotheel). Endotheel= start je stolling. Epicard (stukje
epitheel), bindweefsel geeft stevigheid
- Pericard betekent verder weg, hoort niet bij het hart. Hier zit vocht voor wrijving. Soort
stootwand voor bescherming.

Circulatie: de bloedvaten

Twee circulatiesystemen: kleine bloedsomloop → Pulmonale circulatie. Grote bloedsomloop
→ Systemische circulatie.

Kleine bloedsomloop via de longen. Zuurstofrijk bloed vanuit longen komt uit in linker atria.
Vanuit hart gaat zuurstofrijk bloed via de aorta naar de weefsels in het lichaam. Via de Vena
cava superior en inferior komt het uit in de rechter atria.

Grote bloedvaten vormt een buis systeem, dit bestaat uit 5 typen bloedvaten. Arterie wordt
slagader genoemd (vervoert bloed van het hart af, naar de weefsels toe). Snelheid van het
bloed is hierin erg hoog, daarom gespierde vaatwanden. De longslagaders en aorta zijn de
grootste slagaders.
Arteriolen zijn vertakkingen van een arterie. Bevat gladspierweefsel wegens uitzetten en
samenknijpen van het vat. Zij kijken wat de behoefte is van het weefsel.
Capillairen bestaat uit een laag cellen, ze zorgen voor de uitwisseling van zuurstof,
koolstofdioxide en afvalstoffen.
Vervolgens venule: kleine venen (aders), zuurstofarm bloed met afvalstoffen en
koolstofdioxide naar het hart. 65% van het bloed verzamelt zich in de venen. Vaatwanden
zijn dunner omdat de bloedsnelheid langzamer is dan in de slagaders.

Endotheel onderdeel van de binnenste vaatwand. Dit zorgt voor het doorlaten van opgeloste
stoffen, zorgt voor uitscheiding van stoffen, vervolgens kunnen de vaten samenknijpen of
uitzetten. Ook zorgt de Endotheel ervoor dat de stofjes makkelijker door de vaten kunnen
stromen en dus trombus vorming voorkomen.

Arteriën (verschillende vaten):
- Elastische arteriën: weinig vaatweerstand, kan makkelijk en veel bloed doorstromen
Elastine = zorgt voor rekbaarheid, relatief weinig glad spierweefsel
- Musculeuze arteriën: bevat gladde spiercellen, zorgen voor samenknijpen
(contracteren) en uitrekken (dilateren)
Een stuk smaller. Zorgt voor verdeling over het bloed

Arteriolen:
- Vertakken zich meer en gaan over naar de capillaire vaten
- Metateriolen = fase waarbij de arteriolen zich vertakken en uitkomen bij de capillaire
vaten. Vervolgens kom je uit bij de venule. De kleine “kraantjes” die open kunnen
staan en dichtgeknepen kunnen worden om de bloedtoevoer naar de haarvaten te
bepalen.

, Capillairen (haarvaten):
- Vaatwanden zijn dus dun: endotheel laag.
- Continue capillairen: bestaat uit endotheel laag die continu en aaneengeschakeld ligt.
Moleculen en water kunnen verplaatsen.
- Gefenestreerde capillairen: hier zitten poriën in endotheel die vloeistof en opgeloste
stoffen bevatten.
- Sinusoïden: poriën en ruimte tussen endotheelcellen in. Ruimtes voor witte eiwitten
en bloedcellen die door de wand heen kunnen. Is in de mild en beenmerg voor
aanmaak van bloedcellen.

Venulen: kleine vaten
- Betrokken bij terugstroom van het bloed richting het hart
- Dunne wand, weinig spiercellen, veel ruimte zodat bloed erdoorheen kan stromen
- Grote reservoir functie, druk is laag (verder in de circulatie en van het hart)


Anatomie van het hart

Het hart heeft de grootte van een vuist.
Apex= punt van het hart, wijkt af naar links.

Het bloed van de organen die onder het hart gelegen zijn, wordt via de vena cava inferior
ingebracht in het rechter atrium.

Deze kleppen zitten tussen de atrium en ventrikels in, daarom de AV-kleppen:
Drieslippige klep= tricuspidaalklep
Tweeslippige klep= mitralisklep

Semi lunaire kleppen:
Pulmonalisklep en de Aortaklep

Opbouw hartwand, van binnen naar buiten toe:
- Endocard/Endocardium
- Myocard/Myocardium
- Epicard/Epicardium

Endocard:
- Endotheel is de binnen kleding van de hartwand en de hartkleppen. Dit is een gladde
laag om te voorkomen dat bloedcellen aan elkaar gaan plakken.

Myocard:
- De gespierde wand van het hart
- Relatief een dikke laag, wegens het toepassen van spierbewegingen

Epicard:
- Een onderdeel van het Pericard
- De binnenste laag van het Pericard (hartzakje)
- De buitenste laag van het hart vormt de Epicard
- Het hartzakje dat loopt rond het hart, met daartussen een Pericard holte met een
soort gel laag waardoor er geen frictie komt als het hart beweegt.
- Het hartzakje zorgt ervoor dat het hart goed blijft positioneren in de borstkas en dat
het hart zich goed kan uit- en samentrekken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 713891V. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.80
  • (0)
Add to cart
Added