Algemene medische zorg
1. Inleiding in de pathologie – algemene inleiding
1.1 Gezondheid
“Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, psychisch en sociaal welzijn en niet enkel de
afwezigheid van ziekte of gebreken.”
Gezondheid bestaat uit 3 belangrijke aspecten die elkaar onderling kunnen beïnvloeden:
fysiek, psychisch en sociaal.
“Gezondheid is het vermogen om je aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht
van de fysieke, emotionelen en sociale uitdagingen van het leven.”
1.2 Ziekte
1.2.1 Homeostase en draagkracht/draaglast
Niveau van de cellen:
- Gezond zijn betekent het behouden van evenwicht (homeostase)
- Verstoring hierin zorgt voor ziekte
- Bij oudere mensen neemt dit mechanisme af, behoudt van evenwicht is moeilijker
Ziekte is gevolg van twee factoren:
- Draagkracht (of belastbaarheid)
- Draaglast (of belasting)
“Wanneer fysiologische processen verstoord worden door veroudering of door pathologische
aandoeningen (=draaglast), ontstaan er klachten die uiteindelijk tot ziekte leiden (verstoring
homeostase). Dit vaak zonder symptomen totdat het evenwicht zodanig verstoord geraakt
dat de symptomen duidelijk worden. De draagkracht van het individu speelt hierbij een
belangrijke rol: de individuele reservecapaciteit van het orgaansysteem als het
compensatiemechanisme in het fysiologisch proces.”
“Wanneer de draagkracht onvoldoende lijkt ten opzichte van de draaglast, en het evenwicht
kan niet worden hersteld, dan ontstaat ziekte die eventueel tot de dood kan leiden.”
1.2.2 Terminologie van ziekteprocessen
De frequentie: bestaat uit de incidentie en de prevalentie.
- Incidentie = aantal nieuwe gevallen binnen een bepaalde periode. Gebruikt bij de
beschrijving van acute ziekten.
- Prevalentie = aantal bestaande gevallen binnen een bepaalde periode. Gebruikt bij de
beschrijving van chronische ziekten.
De etiologie of ziekteoorzaak: bestaat uit een somatische, psychische en sociale
ziekteoorzaak.
De pathofysiologie of pathogenese: beschrijft wat er verkeert gaat in fysiologische processen
waardoor een bepaalde etiologische factor tot symptomen en ziekte leidt.
1
,Symptomen of ziektetekens: bestaan uit subjectieve en objectieve klachten
- Subjectieve klachten = afhankelijk van de beleving van de patiënt: jeuk, pijn en
misselijkheid.
- Objectieve klachten = klachten die kunnen worden gemeten zoals inflammatie: rubor
(roodheid), calor (warmte) en tumor (zwelling).
Diagnosestelling: bepalen van de ziekte die verantwoordelijk is voor de klachten.
- Klassieke diagnosestelling = na anamnese, klinisch onderzoek en eventuele
technische onderzoeken.
- Differentieeldiagnose = na anamnese en klinisch onderzoek zijn er nog meerdere
diagnosen mogelijk.
De behandeling: klachten en indien mogelijk ziekteoorzaak wegnemen. A.d.h.v.
tweedelingen:
- Causale vs. symptomatische behandeling =
o Causaal wordt de oorzaak weggenomen.
o Symptomatisch gaan we de symptomen bestrijden.
- Curatieve vs. palliatieve behandeling =
o Curatief gaan we voor een volledige genezing.
o Palliatief gaan we voor symptoomverbetering.
- Conservatieve vs. operatieve behandeling =
o Conservatief is een niet-chirurgische behandeling, dit kan medicamenteus,
met kine, afwachten, geruststelling, gipsimmobilisatie.
o Operatief gaan we via chirurgie de oorzaak gaan behandelen.
Prognose: geeft het verloop en de kans op genezing weer.
- Acute ziektebeelden maakt men gebruik van de kans op mortaliteit.
- Chronische ziektebeelden maakt men gebruik van de kans op overleving.
Verloop ziekte:
- Acuut = ziektebeeld begint plots en meestal kortdurend met genezing.
- Chronisch = ziektebeeld begint langzaam en zal langere tijd aanwezig zijn zonder
eventuele genezing.
Preventie:
- Primair = voorkomen dat de ziekte zich voordoet
- Secundair = zo vroeg mogelijk opsporen van de ziekte
- Tertiair = voorkomen van ernstige gevolgen
Bijzondere vorm van primaire preventie:
- Vaccinatie = immuunsysteem activeren door toediening van antigen dat gelijkenissen
toont met het micro-organisme in kwestie.
- Profylaxe = behandeling opstarten nog voor er contact is met het micro-organisme.
Screening bij secundaire preventie:
- Systematische screening = iedereen van een bepaalde bevolkingsgroep aan een
bepaald onderzoek onderwerpen om een bepaalde aandoening op te sporen.
2
, - Opportunistische screening = op initiatief van de behandelende arts zonder een
bepaalde bevolkingsgroep te selecteren omdat er geen kostenbaten effect is.
1.2.3 Salutogenese
“Bij pathogenese gaat men uit van mechanismen die leiden tot ziekte”
“Aaron Antonovsky; de blik richten op de factoren die leiden tot het ontstaan van
gezondheid.”
Drie belangrijke factoren voor gezondheid:
- Het gevoel de situatie te kunnen begrijpen.
- De zin ervan inzien.
- Het gevoel invloed te kunnen uitoefenen.
Enkele kernaspecten:
- Vaardigheid om het vreemde en met conflicten om te gaan en in deze wisselwerking
sterker te worden. Stress leren verdragen en niet alleen vermijden.
- Grenzen van lichamelijke en psychische belastbaarheid verkennen en leren ze te
verleggen.
Aanleren van copingmechanismen die helpen om met stressoren om te gaan.
1.3 Dood
1.3.1 De dood: situering
“We kunnen van de dood spreken bij het irreversibel verlies van functie van het organisme in
zijn totaliteit.”
Verschil dood en permanent vegetatieve toestand:
- Dood = uitval van de hersenstamfunctie
- Permanent vegetatieve toestand = uitval van de hersenschors (hersenstam actief)
Hersenstamfunctie klinisch evalueren:
- Pupillichtreflex (lichtstijve, meestal mydriatische – wijde – pupillen)
- Corneareflex
- Onderzoeken van de oogbewegingen
Bijkomende testen:
- EEG (volledig vlak)
- Doorbloedingstesten
- Apnoetest (geen respons bij uitschakelen beademingstoestel)
Desintegratieproces na het optreden van de dood:
- Lijkafkoeling = door uitvallen metabolisme valt de endogene warmteproductie stil.
- Lijkvlekken = enzymatische schade aan bloedvaten en uittreden gedesoxygeneerd
bloed.
- Lijkstijfheid (rigor mortis) na 3 uur tot 3 dagen na de dood.
- Ontbinding vanaf 3 dagen na de dood.
3
, Verklaring near death experience:
- Lees cursus pagina 18/496
1.3.2 Wat te doen bij een overlijden
Stappen bij een overlijden:
- Familie op de hoogte brengen
- Arts verwittigen die de dood klinisch vaststelt
- Overlijdensattest opmaken (2 delen, 1 gesloten omslag)
- Crematie-attest met vermelding pacemaker
- Bij verdacht overlijden politie of procureur aanstellen
- Begrafenisondernemer contacteren
- Aangifte burgerlijke stand:
o Overlijdensattest
o Crematieattest
o ID-kaart van overledene
o Trouwboekje bij huwelijk
o Rijbewijs
o Wilsbeschikking
2. Inleiding in de pathologie – medische diagnostiek
Diagnostisch proces:
- Anamnese
- Klinisch onderzoek
- Technische diagnostiek
2.1 De anamnese
“De anamnese is een gesprek tussen een hulpverlener en de patiënt. Tijdens dit gesprek zal
de hulpverlener gericht op zoek gaan naar informatie met betrekking tot de klachten van de
patiënt.”
- (auto-)Anamnese = gesprek vindt met de patiënt zelf plaats.
- Hetere-anamnese = doen beroep op informatie uit de omgeving.
De speciële anamnese:
- Begint met de hoofdklacht
- ICE om informatie te verkrijgen:
o Ideas
o Concerns
o Expectations
- Eenvoudige communicatietechnieken
o Verbaal
o Non-verbaal
- Uitsluiten bepaalde diagnosen
De systeemanamnese (algemene anamnese):
- Achterhalen van symptomen in andere orgaansystemen die op het eerste zicht geen
oorzaak lijken voor de huidige klacht.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janavdb1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.