Plantijn Hogeschool van de provincie Antwerpen (AP)
accounting administration
Kostprijsberekening (KOSTPRIJS)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
melissaloos
Content preview
Kostprijsberekening
Hoofdstuk 1 : Inleiding
Rol Cost Accouting
= niet verplicht, maar is wel aan te raden!
Financial accounting (Boekhouding) Management accounting
= wettelijk geregeld = geen wetgeving rond.
àgericht naar externe gebruikers. àgeeft info mee over korte termijn en lange termijn
- EV goederen in bewerking: producten die nog niet beslissingen.
klaar zijn. (Code 32 mar) àgericht naar interne gebuikers.
- EV goederen Gereed product: producten die klaar - KT & LT: bepaling van verhoging in functie van de
zijn maar nog niet verkocht. (Code 33 mar) kostprijs.
àop einde boekjaar gaan we deze in balans toevoegen. - Bugettering/ planning
(Eerst waarderen) - Variatieannalyse ( weten dat het bestaat)
Geproduceerde goederen moeten gewaardeerd worden
tegen vervaardigingsprijs, productie kostprijs.
Uitgangspunt
Different costs for different purposes (vertaling opzoeken)
o KT – beslissingen
Bijkomende order aanvaarden of niet overcapaciteit. Je
neemt de enkele variable kosten in beschouwing. Vaste
kosten zijn niet beïnvloedbaar in KT.
o Planning/bugetteren
à standaard costing gebruiken.
Alle kosten schatten of ramen. (VOOR calculatie)
o Voorraadwaardering
= wettelijk geregeld, slaat op EV GIP & EV GP
àwaarderen tegen vervaardigingsprijs of productiekostprijs. (Enkel productiekosten)
Het moet een werkelijke kostprijs zijn. : Actual costing toepassen. (NA calculatie) (= vereist!)
Ofwel gaan we waarderen tegen variable productiekostprijs OF integrale productie kostprijs.
- Variable kosten: varieren met de produtievolume. Vb. Hout is een variable kost als we houten tafels zouden
producuren. Hoe meer je moet maken, hoe meer je nodig zult hebben.
- (Integrale) vaste kosten: blijft hetzelfde, verandert niet. Vb. Afschrchrijvingskost van het gebouw.
àbij integrale hebben we vaste maar ook variable kosten.
o Controle
o Strategische beslissingen/ LT beslissingen
Bijkomend investeren, we bekijken hier voor naar de vaste en variable kosten. (In beschouwing nemen)
kosten kunnen beïnvloedbaar zijn.
,Kostenobject
àgoed, dienst, project,… : willen we de kostprijs van willen kennen/berekenen.
Soorten kosten gaan we toepassen aaan de kostenobjecten. -> toewijzen via kostprijssyteem. (= niet wettelijk
verplicht)
Kostprijssysteem kan afhangen van welke demensie er is.
• 3 demensies:
1. Poductieproces:
o Stuk: (Hoofdstuk 4) : job order costing
o Massa (hoofdstuk 5): identieke goederen..
o Serie: kostprijs berekenen van een reeks van identieke goederen.
Vb. klant koopt een reeks van houten planken aan.
2. Tijdsaspect:
o Actual costing: verplicht toe te passen bij voorraadwaardering
o Normal costing: bevind zich tussen actual en standaard costing.
Vb. 1 product is afgewerkt, en je wilt de kostprijs er van berekenen. Om eventueel product
verbetering te willen doorvoeren.
o Standaard costing: geraamde kosten (VOOR calculatie) we gaan deze toepassen bij de budgettering.
3. intergrale & variable kostprijs berkening
o Integrale (full costing) : houdt zowel met vaste en variabele kosten rekening.
o Variable (direct costing): hou je nekel rekening met de variable kosten.
, Hoofdstuk 2: kostenbegrippen & kostprijscompetenten
Kostenclassifitcatie
1. Soort: Productie-onderneming
o Materiaal, arbeid, afschrijvingen, diensten & diverse goederen (verzekering, elektriciteit, telefoon)
Vb. We zijn een producerend bedrijf en we produceren 3 houten tafels. (Kleine, middel-grote en grote)
-> we willen een kosten object bereken van de 3 soorten.
Materiaalkost:
Grondstoffen (direct) vormen een essentieel bestandsdeel van het te vervaardigen eindproduct. ( worden op
genomen in de Balans bij code 30)
Vb. Hout -> bij het maken van houten tafels
Grondstoffen worden als directe kosten beschouwd, zijn kosten die we rechtstreeks gaan toewijzen aan kosten
objecten.
Hulpstoffen (meestal indirect) zijn van ondergeschikt/nevengeschikt belang in het productie proces. (Voorraden
waarderen en activereren in de balans bij code 31)
Vb. Nagels & lijm zijn -> bij het maken van houten tafels.
Huplstoffen gaan we als een indirecte kosten toewijzen. Zijn kosten die we niet rechtstreeks kunnen/ willen
toewijzen aan de kosten opbjecten.
Vb. Afschrijving van een gebouw
Oefening:
à 30,31 = aangekochte voorraadgoederen -> gewaardeerd tegen aankoopprijs.
Beginvoorraad 100 stuks aan € 10 = € 1 000
Aankoop 20 stuks aan € 11 = € 220
Verbruik 50 stuks
Aankoop 30 stuks aan € 12 = € 360
Verbruik 70 Stuks
Dus: 150 stuks
- 120 verbruikt à kost? a.d.h.v. voorraadwaarderingsmethode
- 30 EV
Groep 30 en groep 31 zijn aangekochte voorraadgoederen. Die ga je waarderen tegen aankoopprijs. Dat zegt de
wetgeving.
Op het einde van de periode hebben we een eindvoorraad. We gaan niet het aantal stuks opnemen in de balans
maar het bedrag in euro. De waarde van je voorraad neem je op in de balans.
Oplossing oefening:
KVG= kost van de gerbuikte goederen
GG= gewogen gemiddelde goederen
FIFO: -> LIFO gaan we niet
EV 30 stuks gaan we LIFO: meer toepassen.
waarderen tegen 12 20 x 11 euro, 30 x 10 GG:
euro. Euro verbruikt. EV 30 stukt gaan we
Verbuik: 30 x 12 euro, 40 x10 euro waarderen tegen 160
1. 50 x 10 euro verbruikt. euro.
2. 50 x 10 euro EV 30 stuks gaan we KVG: 1 580/ 150 * 120 =
3. 20 x 11 euro waarderen tegen 10 1 264
euro. EV: 1 580/ 150 * 30 = 316
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissaloos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.33. You're not tied to anything after your purchase.