Complete samenvatting van het vak immunologie uit bachelor 1 Thk blok 1.2.3. Bevat de versatests, kennisclips, aantekeningen van de seminars en de leerstof. Met behulp van deze samenvatting heb ik een 10 gehaald op het tentamen. Succes met leren ;)
Mocht je geïnteresseerd zijn in de volledige s...
Aangeboren immuunsysteem
Functies van het aangeboren immuunsysteem:
• Opruimen micro-organismen middels ontsteking
• Aansturen van het verworven immuunsysteem
Het immuunsysteem treedt pas in werking wanneer de fysieke en biologische barrières worden doorbroken.
• Ontstekingsreactie = maakt deel uit van het immuunsysteem en is een verdedigingsmechanisme van
het lichaam met als doel pathogenen uit te schakelen en op te ruimen en het verder binnendringen
van pathogenen te voorkomen. In eerste instantie zijn vooral cellen van de aangeboren afweer
betrokken.
1
, Acute ontstekingsreactie
De huidbarriere is doorbroken door een splinter, het volgende gebeurt:
1. Bacteriën kunnen binnendringen en door macrofagen gefagocyteerd worden. De bacteriën activeren
ook andere cellen van het aangeboren immuunsysteem.
2. Histamine (mestcellen) en cytokinen (macrofagen/dendritische cellen) worden uitgescheiden. Dit
zorgt ervoor dat de endotheelcellen in het gebied van de infectie meer adhesiemoleculen tot
expressie brengen.
3. Neutrofiele granulocyten treden naar de bloedbaan en bereiken via een gradiënt de plaats waar de
bacteriën zich bevinden. Zo ontstaat de lokale ontsteking met klinische kenmerken, zoals pijn en
zweling.
4. Onder invloed van dezelfde cytokinen zullen antigeenpresenterende cellen (dendritische cellen)
antigenen transporteren naar de regionale lymfeklier. Hier induceren ze een respons van het
verworven immuunsysteem (geeft opgezwollen klieren). De reactie neemt af naarmate de bacteriën
worden opgeruimd: dat komt omdat er geen antigeen meer beschikbaar is.
In de lokale ontstekingsreactie worden grote aantallen neutrofiele granulocyten geactiveerd. Deze nemen niet
alleen bacteriën op door fagocytose, maar scheiden ook lytische enzymen uit, wat leidt tot lokaal
weefselverval.
Pusvorming berust op weefselnecrose en necrose van de granulocyten: via een incisie kan het necrotisch
materiaal wegstromen.
Componenten van de ontstekingsreactie
1. Vasodilatatie = vaatverwijding treedt op en capillairbedden worden geopend door vasoactieve
mediatoren. Deze worden uitgescheiden door endotheelcellen die geactiveerd worden door
mestcellen, nadat receptoren van macrofagen en dendritische cellen door binnengedrongen
pathogenen gestimuleerd zijn.
2. Exsudatie = histamine (mestcellen) en cytokinen veroorzaken het samentrekken van endotheelcellen.
Hierdoor neemt de permeabiliteit van de vaatwand toe. De verhoudingen in druk raken verstoord,
waardoor vocht met plasma-eiwitten de vaatwand uittreedt.
3. Infiltratie = leukocyten treden uit de vaatwand en migreren naar de ontsteking. Eerst zijn dit
neutrofiele granulocyten, die na 24u worden vervangen door monocyten. Chemokinen stimuleren
leukocyten om te migreren naar de plek, dus naar de hoogste concentratie = chemotaxie.
2
,Ontstekingsoedeem
A = normale situatie. De hydrostatische druk is hoog in de arteriole, maar neemt af door vochtverlies (lekkage).
Eiwitten zijn te groot om de capillairwand te verlaten, hierdoor stijgt de concentratie eiwitten aan de veneuze
kant. De verhoogde colloïd osmotische druk en verlaagde hydrostatische druk zorgt aan de veneuze kant voor
een naar binnen zuigende kracht op de weefselvloeistof (terugresorptie).
B = ontsteking situatie. Er worden vacoactieve mediatoren uitgescheiden die effect hebben op de gladde
spiercellen van de arteriolen. Hierdoor ontstaat vasodilatie en wordt de doorbloeding versterkt. Ook is er een
verhoogde permeabiliteit, waardoor eiwitten uit de bloedvaten lekken naar het interstitium, waardoor de
colloïd osmotische druk hier stijgt. Hierdoor wordt aan de veneuze kant minder vloeistof terug gezogen + er
treedt al vocht uit door de verhoogde hydrostatische begindruk. Hierdoor blijft er veel weefselvocht achter:
oedeem.
Twee typen endotheelactivatie: zeer snel en snel
• Type 1 endotheelactivatie = zeer snel. Histamine uitgescheiden door de mestcellen veroorzaakt een
zeer snelle respons van het endotheel, omdat de meeste moleculen en enzymen die nodig zijn om het
ontstekingsproces op gang te brengen al aanwezig zijn in de endotheelcellen.
• Type 2 endotheelactivatie = wat langzamer. Cytokinen (IL-1 en TNF) worden uitgescheiden door
dendritische cellen en moeten eerst geïnduceerd worden en vervolgens zullen deze in endotheelcellen
ook weer genen induceren. Dit kost allemaal wat meer tijd.
3
, Vervolg type 2: de cytokinen stimuleren de aanmaak van meer mediatoren die zorgen voor de verslapping van
gladde spiercellen met vasodilatatie als gevolg. Ook de permeabiliteit wordt meer verhoogd, dit leidt tot meer
exsudaatvorming. Met het exsudaat worden er belangrijke eiwitten aangevoerd naar het weefsel. Deze
eiwitten behoren tot het complementensysteem, het stollingssysteem en het kinine systeem: werken samen bij
de ontstekingsreactie. Onder invloed van cytokinen worden er adhesiemoleculen tot expressie gebracht op het
endotheel en worden chemokinen uitgescheiden. Chemokinen dragen bij aan de hechting en migratie van
neutrofiele granulocyten en later monocyten het weefsel in.
Infiltratie
Leukocyten blijven hangen achter selectinen in het capillair wanneer cytokinen worden uitgescheiden. De
leukocyten kunnen rollen over de wand, over de selectinen heen, om zo een plekje te vinden om het capillair
uit te gaan. Op een plekje waar dit kan, drukken zij zich tussen twee epitheelcellen, zonder daarbij de wand te
beschadigen. Leukocyten adheren alleen aan de wanden van aderen (niet van slagaderen!).
LAD is een syndroom waarbij leukocyten de bloedbaan niet kunnen verlaten. Dit kan leiden tot chronische
tandvleesontstekingen. Er is een defect in het CD18 eiwit (b2 integrine subunit) die belangrijk is voor de
adhesie van leukocyten.
• Leukocytose = het aantal leukocyten in het bloed is hoger dan normaal.
Chemotaxie
• Chemotaxie = chemokinen zorgen ervoor dat leukocyten migreren naar de plek van de ontsteking,
tegen de concentratiegradiënt in.
Het opruimen van micro-organismen
• Fagocyten = verzamelnaam voor macrofagen, monocyten en granulocyten.
o Granulocyten = zijn snel in grote hoeveelheden bij de ontsteking, de inhoud is zeer
bactericide, korte levensduur.
o Macrofagen/monocyten = grotere fagocyterende capaciteit, langere levensduur, inhoud is
minder bactericide.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosaspanjers18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.76. You're not tied to anything after your purchase.