100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Fysiologie Missiaen: volledige samenvatting $25.59   Add to cart

Summary

Fysiologie Missiaen: volledige samenvatting

 341 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting voor het vak Fysiologie van de mens, gedoceerd door Missiaen. Dit vak komt grotendeels overeen met andere vakken gedoceerd door Missiaen: ‘Systeemfysiologie’ in Biomedische Wetenschappen en ‘Nier en ademhaling’ in geneeskunde. Bevat volgende hoofdstukken: H1: Het u...

[Show more]

Preview 4 out of 95  pages

  • February 6, 2019
  • 95
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Perfusie van de nieren

1 Perfusies

1.1 Anatomie

1.1.1 Macroscopie

De nieren zijn boonvormige organen.


De bovenzijde is de laterale zijde van de nier = cortex.

De onderzijde is de mediale zijde van de nier = medulla.



1) Nierlichaampje

2) Proximale tubulus

3) Lis van Henle

4) Lis van Henle: macula densa

5) Distaal kronkelbuisje

6) Verbindingsbuisje

7) Verzamelbuisje




Figuur 1: Nefron

AA) Afferente arteriool

BM) Basale membraan

BS) Ruimte van Bowmann

EA) Efferente arteriool

EGM) Extraglomerulaire mesangiale cel

EN) Endotheelcel

FP) Voetje van de podocyt

G) Juxtaglomerulaire cel

M) Glomerulaire mesangiale cel

MD) Macula densa

P) Cellichaam van een podocyt

PE) Kapsel van Bowmann: pariëtaal blad

Figuur 2: Nierlichaampje PT) Proximale tubulus




1

,1.1.2 Nefronen

Het aantal nefronen neemt af met het ouder worden. Opbouw van de nefronen:

Nierlichaampje Het nierlichaampje ligt in de cortex. Het nierlichaampje bestaat uit 3 delen:

– Glomerulaire capillairen (= kluwen van haarvaten).

– Kapsel van Bowmann

– Ruimte van Bowmann.

Tubuli De tubuli bestaat uit:

– Proximale tubulus: loopt uit in de lis van Henle.

– Lis van Henle: deze lis keert terug naar het nierlichaampje. In deze lis onderscheiden we

speciale cellen namelijk macula densa: cellen gelegen in het deel van de lis van Henle dat

contact maakt met het nierlichaampje. Het bevindt zich maar aan één kant van de tubulus.

– Distaal kronkelbuisje.

– Verbindingsbuisje.

– Verzamelbuisje: op het niveau van de verzamelbuis versmelten verschillende nefronen.



1.1.3 Bloedvaten van de nieren

Bloedcirculatie:

1) Arteria renalis (= nierslagader): zijtak van de aorta en het splitst in meerdere bloedvaten die uitlopen in afferente arteriolen.

2) Afferente arteriolen: klein slagadertje dat bloed aanvoert naar glomerulaire capillairen.

3) Glomerulaire capillairen: capillairen draineren normaal in venen of aders maar deze lopen uit in efferente arteriolen.

4) Efferente arteriolen: lopen uit in peritubulaire capillairen.

5) Peritubulaire capillairen: capillairen draineren hun bloed in venen of aders. Deze monden uit in de vena renalis.

6) Vena renalis: loopt uit in de vena cava inferior.

7) Vena cava inferior.



Renal blood flow: het volume bloed dat per tijd door de twee nieren stroom.




2

,1.2 Detectie van het extracellulaire volume

1.2.1 Extracellulair volume

Extracellulaire volume is het volume van het extracellulaire vocht. Dit bestaat uit twee compartimenten:

1) Interstitieel vocht: extracellulaire vocht buiten de bloedvaten (3/4).

2) Plasma: extracellulaire vocht in bloedvaten (1/4).

a) Arterieel plasma: plasma van de slagaders (1/5).

b) Plasma capillairen en venen (4/5).



Schematische weergave ECV:

Interstitieel vocht Plasma

Interstitieel vocht



Ons lichaam heeft geen enkele sensor voor het extracellulaire volume, we kunnen extracellulaire volume dus niet rechtstreeks

meten. Het effectief circulerend volume (ECV) is het volume arterieel plasma dat effectief de weefsels gaat bevloeien. Het

lichaam meet dit en vermenigvuldigt dit met 20 zodanig dat het volledige volume extracellulair plasma bekomen wordt.



Het ECV kan op 3 manieren gedetecteerd worden:

1) Vulling van circulatie: hoeveel bloed er zit in de circulatie.

2) Aanvoer van NaCl naar de nieren.

3) Arteriële druk (druk in de slagaders): de relatie tussen de arteriële druk en het ECV.



ECV is het volume arterieel plasma dat effectief de weefsels bevloeit

− Evenredig met het volume plasma dat terugkeert naar het hart

− Evenredig met het hartdebiet

− Evenredig met arteriële druk




A Angiotensine

ACE Angiotensine converterend enzym

BR Baroreceptor

JGA Juxtaglomerulair apparaat

PT Proximale tubulus




Figuur 3: detectie gedaald ECV




3

, 1.2.2 Detectie extracellulair volume

Examenvraag: “Bespreek detectie extracellulair volume (hoge druk sensoren, lage druk sensoren en juxtaglomerulaire apparaat)”

Arteriële baroreceptoren

Aanwezig in? a) aortaboog,

b) sinus caroticus bevindt zich in hals waar arteria carotis communis zich splitst in interne en

externe tak. Het is verbreding aan begin van interne tak in halsslagader.

Detecteren van? Deze detecteren arteriële druk daling.

− Ze sturen deze informatie door naar het cardiovasculair centrum ter hoogte van hersenstam.

− Dit centrum zal reageren door alle orthosympatische zenuwen in het lichaam te stimuleren, en

het zal ADH in het bloed secreteren.




Cardiopulmonale baroreceptoren

Aanwezig in? a) veno atriale juncties: plaatsen waar de vene/aders uitmonden in de atria van het hart,

b) truncus pulmonalis: tak die hart verlaat naar de longen,

c) arteriae pulmonalis: één naar elke long.

Detecteren van? Deze detecteren verminderde vulling van de circulatie.

− Het zal reageren door orthosympatische zenuwen (die naar de nier lopen) te stimuleren.

− Het zal ervoor zorgen dat er via een andere structuur ADH gesecreteerd wordt in bloed.




Atriale spiercellen

Aanwezig in? Aanwezig in de atria van het hart.

Detecteren van? Deze detecteren verminderde vulling van de circulatie wanneer het ECV daalt.

− Het zal reageren door secretie van hun granulen met atriaal natriuretisch peptide (ANP).

− Als de vulling daalt dan wordt er minder ANP vrijgezet in het bloed.




Proximale tubulus

Aanwezig in? Aanwezig in de nefronen.

Detecteren van? Deze detecteren verminderde natriumaanvoer wanneer het ECV daalt.

− Het zal reageren door verminderde dopaminesecretie in de urine.

− In aanwezigheid van natrium zal proximale tubulus L-dopa opnemen uit de urine. L-dopa wordt

dan omgezet naar dopamine. Dopamine wordt dan gesecreteerd in de urine.

− Daling ECV → daling natrium → minder dopamine gesecreteerd in de urine.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $25.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$25.59  1x  sold
  • (0)
  Add to cart