Tentamen samenvatting 2024 Basisboek Bedrijfseconomie hele boek, super compact, leestijd 40 min
44 views 3 purchases
Course
Bedrijfseconomische aspecten
Institution
NCOI (NCOI)
Book
Basisboek bedrijfseconomie
Dit is een hele compacte tentamen samenvatting die meer compact is dan een reguliere. Alleen de allerbelangrijkste onderdelen per hoofdstuk, zonder overbodige blabla. Met deze samenvatting heeft onze studiegroep het tentamen gehaald in 2024.
Hoofdstuk 1 Ondernemingen en hun functie in de economie 3
Hoofdstuk 2 Bedrijfseconomische vakgebieden en functies 6
Hoofdstuk 3 Financiële overzichten 7
Hoofdstuk 4 Ondernemingsplan 8
Hoofdstuk 5 Investeringsprojecten 10
Hoofdstuk 6 Werkkapitaalbeheer 12
Hoofdstuk 7 Eigen vermogen 14
Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen 17
Hoofdstuk 9 Beoordeling van de financiële structuur 20
Hoofdstuk 10 Financiële markten 22
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur 24
Hoofdstuk 12 Kostencalculaties 26
Hoofdstuk 13 Indirecte kosten 28
Hoofdstuk 14 Budgettering en verschillenanalyse 30
Hoofdstuk 15 Externe verslaggeving 31
Hoofdstuk 16 De jaarrekening nader bekeken 33
Hoofdstuk 17 Kasstroomoverzicht 35
Hoofdstuk 18 Concernverslaggeving 36
, lOMoARcPSD|2668334
Hoofdstuk 1 Ondernemingen en hun functie in de economie
1.1 Consumenten en producenten
Er bestaan verschillende betrekkingen tussen consumenten en producenten, maar ook tussen
producenten onderling. Deze betrekkingen worden geanalyseerd door de algemene
economie.
Micro-economie: de theorie van de marktvormen.
Macro-economie: bestuderen van economische problemen van de samenleving als
geheel.
De economische handelingen binnen productieorganisaties worden bekeken door de
bedrijfseconomie.
Zowel efficiency als effectiviteit zijn voor veel organisaties belangrijke doelstellingen.
Efficiency heeft betrekking op de kostprijs van de producten die worden geproduceerd. Het
gaat erom een bepaalde hoeveelheid producten te produceren en daarbij zo min mogelijk
kosten te maken. Effectiviteit heeft betrekking op de verkoopopbrengst. Een onderneming
produceert effectief als de consumenten bereid zijn voor de producten (of diensten) van de
onderneming te betalen.
Vandaag de dag hebben veel ondernemingen een mission statement opgesteld. Hierin geven
zij aan welke doelen zij voor zichzelf hebben bedacht. Deze doelen kunnen op verschillende
gebieden betrekking hebben, zoals milieu en de werknemers.
1.2 Profit- en non-profitorganisaties
De overheidssector bestaat uit het Rijk (Den Haag), de gemeenten, de waterschappen en de
provincies.
Profitorganisaties werken volgens het marktmechanisme. Er wordt geproduceerd waar de
afnemers behoefte aan hebben en waarvoor zij willen betalen. Bij collectieve goederen is dit
niet mogelijk, omdat het geen individuele producten zijn. Jij kunt niet tegen wateroverlast
worden beschermd en de buren niet. Automatisch werken de duinen voor allebei. Vandaar dat
bij collectieve goederen het budgetmechanisme wordt gebruikt. Dit houdt in dat de overheid
door middel van collectieve belastingen deze goederen en diensten bekostigt.
Indien de overheid ervoor kiest sommige collectieve goederen door de marktsector te laten
uitvoeren is er sprake van privatisering.
1.3 Ondernemingsactiviteiten
Er zijn verschillende manieren waarop machines voor productie kunnen worden ingesteld.
Een manier is stukproductie. Dit houdt in dat het product speciaal voor de klant wordt
gemaakt en het van te voren besteld dient te worden om aan de specifieke wensen te kunnen
voldoen. Een andere manier is massaproductie. Indien voor deze laatste vorm wordt
gekozen, worden er gelijk een aantal van het zelfde product gemaakt en in de winkels
verkocht. Deze producten dienen niet speciaal besteld te worden, maar zijn vaak op voorraad.
Er bestaan ook mengvormen van stukproductie en massaproductie. Seriemassaproductie is
een manier van produceren in grotere aantallen, maar toch volgens de eisen van de klant. De
klant kan uit een aantal opties kiezen, waardoor de keuzes weliswaar beperkt zijn, maar het
product toch aan de verwachting van de individuele klant voldoet. De andere mengvorm is
serie-stukproductie. Deze vorm houdt in dat de onderdelen van het product op verschillende
manieren worden geproduceerd. De klant kan vervolgens zelf de combinatie maken die aan
zijn wensen voldoet. Stel een product heeft 3 onderdelen, en van elk onderdeel zijn 3 versies
beschikbaar. In dat geval zijn er 27 verschillende producten mogelijk, maar kan de productie
wel voor bestelling al plaatsvinden.
, lOMoARcPSD|2668334
1.4 Rechtsvormen van ondernemingen
Er zijn verschillende rechtsvormen waar een onderneming uit kan kiezen. Deze rechtsvormen
hebben onder andere invloed op de aansprakelijkheid en de manier waarop belasting betaald
dient te worden. Er zijn rechtsvormen met en zonder rechtspersoonlijkheid.
Eenmanszaak één eigenaar die tevens de leiding in het bedrijf op zich neemt. Er zijn
twee financieringsmogelijkheden, namelijk eigen vermogen en vreemd vermogen. De
eigenaar (exploitant) dient inkomstenbelasting af te dragen over de winst.
Personenvennootschap meerdere eigenaren die de leiding van de onderneming
hebben. Drie varianten: openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, niet-
openbare vennootschap en openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid.
Vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de financiële tekortkomingen van de
onderneming.
Kapitaalvennootschap bij deze rechtsvorm zijn leiding en bezit van elkaar
gescheiden. Eigen vermogen wordt binnengebracht door het uitbrengen van aandelen.
Coöperatie een coöperatie heeft leden. Drie soorten: productiecoöperatie
inkoopcoöperatie, coöperatieve bank.
Een speciale vorm van de personenvennootschap is de commanditaire vennootschap. De
stille (commanditaire) vennoten bemoeien zich niet met de bedrijfsvoering, maar brengen
slechts vermogen in.
Alle ondernemingen kennen een boekhoudverplichting, zodat de belastingdienst de
mogelijkheid heeft te controleren of de opgegeven cijfers, en dus de afgedragen belasting,
overeenstemmen met de daadwerkelijke uitkomsten van de bedrijfsvoering.
Onderlinge waarborgmaatschappij coöperatie die verzekeringen verkoopt aan haar
leden.
Er bestaan drie belangrijke verschillen tussen de nv en de bv:
1. Het minimum startkapitaal is voor de nv hoger dan voor de bv.
2. De nv kent aandelen aan toonder en de bv slechts aandelen op naam.
3. In tegenstelling tot de nv kan in de statuten van een bv een blokkeringclausule
worden vastgelegd.
In het boek staat een tabel waarin alle rechtsvormen worden genoemd en de verschillen
worden aangegeven in eigen financiering, publicatieplicht, aansprakelijkheid, continuïteit en
fiscale positie. Tevens wordt hierin aangegeven of het een rechtspersoon is en hoe de
scheiding tussen leiding en eigendom is geregeld.
Zie: hfst. 1; p. 37; Basisboek Bedrijfseconomie; Boer, Brouwers en Koetzier.
Omzetbelasting wordt berekend over alle producten en diensten die door de consument
worden gekocht. Het standaardtarief is 19%, maar voor bepaalde producten, zoals voedsel, is
het tarief 6%. Omzetbelasting wordt ook wel een kostprijsverhogende belasting genoemd.
Bij export wordt er in het land van productie geen omzetbelasting aan de prijs van het product
toegevoegd. Dit wordt ook wel het nultarief genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Scriptiebibliotheek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.