4.1) Variaties in affectieve bindingen
Affectief noemen wij de bindingen die tussen mensen bestaan op grond van gevoelens, positief of
negatief, die zij voor elkaar koesteren.
Emoties kleuren de relaties die we met anderen hebben.
Mensen hebben ook affectieve bindingen met eenheden die uit meer mensen bestaan: de familie, de
buurt, de vereniging, én met zeer grote groeperingen: de stad, het vaderland of zelfs de hele
mensheid.
Positieve affectieve bindingen ontstaan vooral tussen mensen die naar diverse sociale en culturele
kenmerken (milieu van herkomst, opleiding, religie, etniciteit, politieke opvattingen) weinig van
elkaar verschillen.
Maar al zijn de gevoelens in bepaalde gevallen nog zo negatief, toch betekent het deel uitmaken van
een groter geheel meestal tegelijkertijd het delen van een gevoel van verbondenheid, een wij-
gevoel, zoals dat bijvoorbeeld in het citaat van Hotz tot uiting komt.
Uit sociologisch onderzoek blijkt steeds weer dat affectieve bindingen op dit niveau heel vaak
samenhangen met gevoelens van superioriteit. Men voelt zich niet alleen anders, maar ook beter dan
mensen die niet tot de wij-groep behoren. De socioloog Becker heeft bijvoorbeeld, net als schrijver
Hotz, dit wij-gevoel van jazzmusici beschreven:
‘De musicus wordt beschouwd als een kunstenaar met een geheimzinnig artistiek talent waardoor hij
zich van alle andere mensen onderscheidt. Omdat hij dat talent bezit behoort hij niet door andere,
minder begaafde mensen lastig te worden gevallen. Deze houding wordt gegeneraliseerd tot een
gevoel dat musici anders én beter zijn dan andere mensen en dat zij daarom op geen enkel terrein, in
het bijzonder wat betreft hun artistieke activiteiten, door buitenstaanders overheerst zouden
moeten worden.
Ook op hogere identificatieniveaus blijken positieve affectieve bindingen vaak verbonden te zijn met
negatieve. Tegelijk met zoiets als vaderlandsliefde, bestaat er meestal een vijandbeeld van andere
naties. Het gaat hier om affectieve bindingen met sociale verbanden van grote omvang, waarvan de
leden elkaar niet allen kunnen kennen.
4.2) Affectieve bindingen en de menselijke soort
De nature-aanhangers legden de nadruk op het aangeboren karakter van emoties en postuleerden
biologisch gegeven behoeften of driften. Zo onderscheidde Freud twee kerndriften: de erotische drift
gericht op eenwording met andere mensen en de doodsdrift gericht op destructie. Deze zouden ten
grondslag liggen aan het scala van positieve en negatieve gevoelens voor andere mensen.
Nurture-adepten daarentegen accentueerden de culturele verscheidenheid in de emoties van
mensen en de wijzen waarop ze deze uiten. Volgens hen is het belangrijkste universele gegeven dat
kinderen overal voor hun overleving aangewezen zijn op volwassenen. Daarom ontwikkelen zij vanaf
, hun geboorte bepaalde positieve en negatieve emoties in en door de omgang met andere mensen.
Hun emotionele repertoire is afhankelijk van hun opvoeding, die varieert met de cultuur van de
samenleving waarin zij opgroeien.
Volgens de attachment-theorie van de psycholoog John Bowlby (1969, 1973, 1980) is de
tegenhanger van deze ouderlijke zorg, hechtingsgedrag, even belangrijk.
Beoefenaren van de gedragswetenschappen zijn het er wel over eens dat agressief gedrag niet
zonder meer te herleiden is tot aangeboren kenmerken van de menselijke soort.
4.3.1) Affectieve uitingen en gedragsstandaarden
Het werk van Erving Goffman (1922 – 1982) lijkt ingegeven door verwondering over het feit dat
mensen doorgaans op ordelijke wijze met elkaar omgaan en niet voortdurend toegeven aan
stemmingen en impulsen. Hij gaat daarbij uit van het centrale sociologisch gegeven dat in iedere
samenleving voorschriften worden gehanteerd over de manier waarop mensen in bepaalde situaties
zich dienen te gedragen.
Door gedrag, kleding, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en taalgebruik verkondigen mensen een
boodschap over zichzelf.
Goffman schetst een beeld van mensen als dragers van maskers, die zij op- en afzetten, al naargelang
de situatie waarin zij zich bevinden. Voortdurend streven zij ernaar een geloofwaardige voorstelling
te geven, door anderen indrukken te verschaffen die passen bij de boodschap die overgebracht moet
worden. Dit noemt Goffman impression management. Voor Goffman is de sociale orde fragiel.
Impulsen en stemmingen kunnen van het ene moment op het andere veranderen; als spelers voor
een publiek mogen mensen daar niet aan toegeven. Altijd bestaat er daarom een spanning tussen
hoe zij zich voordoen en wat zij voelen, een spanning die in principe elk ogenblik kan leiden tot het
doorbreken van maatschappelijke regels en ‘wangedrag’.
Arlie Hochschild beschrijft hoe stewardessen met een vrolijke glimlach en gedienstige zorgzaamheid
hun ‘emotionele arbeid’ verrichten. Dit soort ‘arbeid’ bestaat uit het tonen van gevoelens die de
passagiers tevreden stemmen en het onderdrukken van emotionele uitingen die daarmee in strijd
zijn, conform de richtlijnen van de luchtvaartmaatschappij.
Een wat ander sociologisch perspectief op emoties is ontwikkeld door Randall Collins in zijn werk
over ‘interactierituelen’. Terwijl Goffman en Hochschild de nadruk leggen op de sociale druk tot
beheersing van emotie-uitingen, wijst Collins erop dat sociale interacties juist ook emoties opwekken
en versterken en de uiting ervan kunnen stimuleren.
Feestgangers brengen elkaar in een vrolijke stemming, geliefden wekken in het tonen van hun liefde
de bijbehorende gevoelens bij elkaar op, gelovigen ervaren door gezamenlijk te bidden en te zingen
hun gemeenschappelijke verbondenheid met een hogere macht. Zulke positieve interactierituelen
versterken, aldus Collins, gevoelens van onderlinge solidariteit en geven de deelnemers emotionele
energie, die zij vervolgens weer in andere situaties gebruiken.
4.3.2.) Cultuur en persoonlijkheid
Antropologen die onderzoek deden in niet-westerse samenlevingen, vestigden de aandacht op het
feit dat daar gevoelens op een andere wijze beleefd en geuit werden dan wij in het Westen gewend
zijn. Omgangsvormen en gedragsstandaarden vertonen hemelsbrede verschillen: wat hier als
fatsoenlijk wordt beschouwd, geldt elders als bijzonder onfatsoenlijk en omgekeerd.
Antropologe Ruth Benedict ging ervan uit dat mensen overal ter wereld algemene problemen van
het samenleven moeten oplossen en dat zij daarvoor in het grote menselijk potentieel verschillende
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gibbsdewi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.