100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Opmaat sv eind TT $7.78   Add to cart

Summary

Samenvatting Opmaat sv eind TT

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting aan de hand van slimacadamy samenvatting met de 3 kernthema's pijn, koorts en buikklachten

Preview 4 out of 105  pages

  • April 24, 2024
  • 105
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
SV opmaat Eindtentamen
H13
Conflicten
- Belangrijk dat de patiënt zich begrepen voelt, arts moet empathie tonen
o Stellen van open vragen
o Geven van gevoelsreflecties
o Actief luisteren, instemmend hummen en parafraseren
- Samenvatten: klacht, probleem en hulpvraag
- Omgang met kritiek of fouten
o Van binnen: gedachten en gevoelens die zich bij de arts voordoen
o Van buiten: de uiting van de gedachten en gevoelens bij de arts à
afweerreacties
 Ontkenning: het bestaan van de fout niet erkennen
 Projectie: de fout wijten aan het systeem, de ziekte, etc.
 Rationalisatie: door te refereren naar een aantal gemeenschappelijke
opvattingen over fouten, “iedereen maakt fouten”
- Actief luisteren en de fout erkennen
- De fout moet zo snel mogelijk verteld worden aan patiënt of collega’s
- Excuses aanbieden bij terechte fout à toegeven van de fout kan leiden tot herstel van
het vertrouwen in de arts
- Roos van Leary: om te de-escaleren, gedrag is hiermee te voorspellen
o Verticale as geeft de mate van dominantie weer à hier is sprake van
complementair gedrag
o Horizontale as geeft mate van samenwerking in de relatie weer à hier is
sprake van symmetrisch gedrag: als iemand samen-gedrag vertoont, wekt dat
samen-gedrag bij de ander op

H14
Pijn: onplezierige sensorische en emotionele ervaring, die wordt geassocieerd met actuele of
potentiële weefselschade
- Kan worden veroorzaakt door somatische bron, angst, woede, depressie
- Pijn op basis van fysiologische mechanismen
o Nociceptieve pijn: beschadigende chemische, thermische of mechanische
stimulus, die afkomstig is van botten, spieren, de huid, etc.
 Transductie: het omzetten van schadelijke stimuli in actiepotentialen
door nociceptoren à ontstaan van een pijnsignaal
 Kapotgaan van cellen à inflammatie à prostaglandinen komen
vrij à activatie sensorische nociceptieve neuronen
 Conductie: het eerste neuron geleidt de actiepotentialen buiten het
centraal zenuwstelsel tot aan het tweede neuron in de dorsale hoorn
 Bij tweede neuron à oversteken naar contralaterale zijde à
spinothalamische baan naar de hersenen
 Substantia gelatinosa: dorsale gebied van het ruggenmerg waar
signaaloverdracht plaatsvindt tussen het eerste en tweede
neuron
 Transmissie: het tweede neuron in de dorsale hoorn geleidt de
actiepotentialen binnen het centrale zenuwstelsel tot aan de thalamus

,  Perceptie: gewaarwording van het pijnsignaal in de thalamus en cortex
 Modulatie: beïnvloeden van het ascenderende systeem door het
descenderende systeem
 Descenderende systeem komt vanuit de medulla
o Inhibeert het ascenderende systeem met noradrenaline
en of serotonine en inhibeert ook indirect via
interneuronen de signaaloverdracht tussen het eerste
en tweede neuron met opioïden (daarom werken
opioïden goed tegen nociceptieve pijnbestrijding à
inhibeert extra)
o Neuropathische pijn: beschadiging of dysfunctie van het perifere en/of
centrale zenuwstelsel
 Inadequate respons die ontstaat door beschadiging van het
somatosensorische systeem à het pijnsignaal wordt gevormd door het
somatosensorische systeem zelf
 Oorzaken kunnen zijn: infecties, chronische ontsteking,
zenuwbeklemming, trauma, fantoompijn, etc.
 Deze pijn reageert vaak niet op conventionele analgetica
 Symptomen: allodynie (niet-pijnlijke prikkel wordt als pijnlijk ervaren),
anesthesia dolorosa (ondanks plaatselijke verdoving van de huid kan
nog wel neuropathische pijn gevoeld worden), branden, schietend,
stekend of elektrisch van aard met tintelingen of een doof gevoel
 Perifere sensitisatie: de nociceptoren worden op de plaats van de
pijnprikkel gevoeliger
 In rust zijn de receptoren negatief geladen à negatief
rustpotentiaal
 Bij weefselschade à immuuncellen zorgen voor afgifte van
waterstofionen, ATP, substantie P en serotonine à zorgen
ervoor dat calcium- en natriumkanalen openen à verhoging
van membraanpotentiaal à actiepotentiaal
 Bij een normale, niet-pijnlijke prikkel dooft het signaal na een
tijdje uit à desensitisatie
 Bij een pijnlijke prikkel wordt het signaal juist versterkt à
sensitisatie, met als doel: de persoon in kwestie signaleren om
te stoppen met de kennelijk pijnlijke handeling
o Neurogene ontstekingsstoffen: substantie P, CGRP
(calcitonine gene related protein), cytokinen en
chemokinen à stimuleren de ontsteking, waardoor het
proces van sensitisatie wordt versterkt
o Andere ontstekingscellen: bradykinine,
prostaglandinen, NGF (nerve growth factor) en
histamine
 Cyclisch proces waarbij het proces pas stopt zodra de
pijnprikkel stopt en de weefselschade is verholpen
 Koelen van de huid is effectief à door koelen komen er minder
ontstekingscellen naar de plaats van schade à minder
neurogene ontstekingsstoffen

,  Centrale sensitisatie: vindt plaats binnen het centrale zenuwstelsel
 Eerste neuron geeft stimulerende neurotransmitters
(glutamaat, substantie P etc.) over aan tweede neuron à influx
calcium- en natriumionen à stijging rustpotentiaal à gliacellen
worden ook door eerste neuron gestimuleerd en als reactie
geven ze cytokinen af, die weer het eerste neuron stimuleert
om extra neurotransmitters af te geven à centraal cyclische
stimulering
 Bij lichte aanraking kan een gevoel van pijn ontstaan
 De centrale sensitisatie kan doorgaan wanneer de pijnprikkel al
gestopt is
o Verschil: nociceptieve pijn wordt dus in de periferie gegenereerd, terwijl de
oorzaak van neuropathische pijn naast perifeer in de zenuwcellen ook centraal
gelegen kan zijn
- Acuut à korter dan 3 maanden, chronisch à langer dan 3 maanden

H15
- Acute pijn: treedt op bij weefselschade
o Behandelen met medicatie en educatie à voorkomen dat de pijn chronisch
wordt
o Psychische, sociale en culturele factoren bepalen de pijndrempel, interpretatie
en hulpvraag van de pijn
o Vrouwen hebben een lagere pijndrempel dan mannen
- Chronische pijn: persisterend, multifactorieel gezondheidsprobleem waarbij
lichamelijke, psychische en sociale factoren in verschillende mate en in wisselende
onderlinge samenhang bijdragen aan pijnbeleving, pijngedrag, ervaren beperkingen
in het dagelijks functioneren en de ervaren verminderde kwaliteit van leven
o Prevalentie is 18%
o Meest waarschijnlijke verklaring voor chronische pijn à centrale sensitisatie
 Allodynie, hyperalgesie, secundaire hyperalgesie
o Beloop bestaat uit twee fases
 Modulatie: veranderingen vinden plaats in het centraal zenuwstelsel
(verhoogde prikkelbaarheid) in reactie op nociceptieve pijnsignalen
 Modificatie: ontstaat als de modulatie langer duurt dan normaal
(dagen tot weken) à nieuwe zenuwverbindingen worden gevormd,
waardoor de structuur van het centraal zenuwstelsel verandert
 Chronische pijn is geassocieerd met fysieke inactiviteit, verminderde
zelfredzaamheid, slaapproblemen en sociale isolatie
 Interferentie van pijn met het bewegen neemt toe met de leeftijd en
komt vaker voor bij vrouwen
 Angst, onrust, onzekerheid, eenzaamheid en verveling maken de
pijnbeleving erger; aandacht, geruststelling, educatie en afleiding
zorgen juist voor pijnvermindering
o Signalen voor dreigende chroniciteit
 Pijn is heviger, houdt langer aan, wordt anders beleefd dan verwacht
- Doorbraakpijn: voorbijgaande exacerbatie van pijn bovenop een relatief stabiele of
goed gereguleerde achtergrondpijn

, - Hyperalgesie: toegenomen gevoeligheid voor een normaal gesproken pijnlijke prikkel
- Perifere sensitisatie: toegenomen respons en verlaagd drempelniveau van
nociceptieve neuronen in de periferie op prikkels in hun receptieve veld
- Centrale sensitisatie: toegenomen respons van nociceptieve neuronen in het centrale
zenuwstelsel op normale afferente input of afferente input onder het drempelniveau
- Nociceptieve pijn: komt door actuele of dreigende schade aan niet-neurogeen
weefsel
- Neuropathische pijn: gevolg van een beschadiging of ziekte van het perifere of het
centrale zenuwstelsel
o Het distributiepatroon van de pijn moet neuroanatomisch te verklaren zijn,
maar vaak is er geen duidelijke relatie tussen de plaats van de pijn en de
plaats van de schadelijke prikkel
o Vaak sensorische stoornissen in het verzorgingsgebied van de aangedane
perifere zenuw
o Symptomen: constante, schrijnende, brandende pijn die soms schietend of
stekend is
o Reageert amper tot niet op gebruikelijke analgetica
- Catastroferen: omvat de trias van vergroting van negatieve gevolgen, piekeren en
hulpeloosheid
- Diagnostiek:
o VAS-score (visueel analoge schaal, 0-100) of NRS-score (Numeric Rating Scale,
0-10)
o Voor kinderen tussen de 3-5 jaar à gezichtjesschaal
o ABCDE-methodiek
o Heteroanamnese
o Doorbraakpijn kan zeer intens zijn en komt veel voor bij patiënten met kanker
in de palliatieve fase à onderscheid maken tussen onvoldoende behandelde
achtergrondpijn en doorbraakpijn
o Bij dreigende chronische pijn à SCEGS-model
o Vragen om in te schatten of er neuropatische pijn is
 Is de pijn branderig
 Gaat de pijn gepaard met tintelingen of prikkelingen
 Is er bij aanraking een verminderd gevoel
 Wordt de pijn erger door wrijven
o DN4-screeningsvragenlijst voor neuropathische pijn
 Bij score van 4 of hoger, steeds waarschijnlijker
o Lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek
 Bij onverklaarbare of heftige pijn à LO
 Aanvullend onderzoek, alleen bij afwijkende bevindingen,
onduidelijkheid over de diagnose, pijn die langer aanhoudt dan
verwacht en dreigende chroniciteit
o Evaluatie: onderscheid maken tussen acuut of chronisch, wat voor soort pijn,
bij onduidelijkheid verklaring, depressie of angststoornis overwegen

H16
Psychologie van pijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lilingho. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79079 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.78
  • (0)
  Add to cart