Verdieping in onderzoeksmethoden en statistiek voor pedagogen
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
fennagerritsen
Content preview
Week 1: rogoff, super & valez cultuur icm met ontwikkeling, vaak gegeneraliseerd.
Super en Harkness, 1986 – The developmental niche: A conceptualization at the interface of child and culture.
Wat is een ontwn en waarom is deze ontwikkeld? (developmental niche)
Ontwikkelingsniche (ontwn): systeem bestaat uit 3 componenten die elkaar beinvloeden. Setting: familie,
speelgoed, wijk, relatie met familie & customs: gewoonten en praktijken bij opvoeden van kind, verschilt per
cultuur; slaapplek kind, bij ouders, in box, hele dag gedragen worden & caretaker psychology: theorieën van
ouders over opvoeding kind; wanneer vinden ouders iets een probleem in de ontwikkeling, hoe oud moet een
kind zijn om te lopen/praten, wanneer zijn er zorgen om kind
Homeostase: systeem wil intern evenwicht hebben en evenwicht handhaven, own wil dit ook. In verleden
werden cultuur en ontw afzonderlijk gezien in psychologie maar dat is niet.
Rogoff, Dahl & Callanan, 2018 – the importance of understanding children’s lives experience. Gaat over dat Er
meer aandacht moet komen dat ct kinderen heel erg beïnvloed in hun ontwikkeling.
ct wordt gevormd door individuen en ct vormt het leven van individuen. Om de ontw van kind te begrijpen
moet psy kijken naar levenservaring van kind en dagelijkse deelname van ct praktijken.
onderzoekers willen iets zeggen over verschillende leeftijden maar negeren belang van interpretatie van kind
over sociale situatie op basis van eigen leefsituatie van kind.
socioCT perspectief: kind redden zich in verschillende contexten door beschikken van vaardigheden die ze wel
of niet kunnen gebruiken in nieuwe situatie, dit is generaliserend.
Participation theory: zien ct als manier van leven van generaties mensen in gemeenschap. Hierin observeren
kinderen en ze leren ook via ct de manier van denken (dit is anders dan andere theorieën zeggen). Als je wil
weten waarom een kind bepaalde manier ontwikkeld is moet je dus kijken naar zijn leefomgeving en
levenservaringen. Je moet dus niet een kind in lab testen maar echt in zijn omgeving bekijken. Ct doordringt
alle aspecten van het leven, routines, gewoontes, taal, etc. ct speelt essentiële rol bij ontwikkeling mentale
processen. (theorie is heel extreem in wat ct voor invloed heeft)
participatie: observeren van ander, bijdragen aan beslissingen en inspanning met zowel ideeën als actie.
cl: kinderen navigeren door verschillende ct omgevingen heen, terwijl zij bepalen welke vertrouwde
handelingen ze in welke omstandigheid moeten/kunnen toepassen.
Valez-agosto, 2017 – Bronfenbrenner’s bioecological theory revision: moving culture from macro intro the
micro. Bekijkt meerdere onderzoeken en theorieën over hoe cultuur in relatie tot gedrag kan worden
geconceptualiseerd. Modellen van: Rogoff & Vygostky & weisners. Ze stellen een nieuw model
op.
bronfenbrenner model: cr is hier onderdeel van macrosysteem en dat is niet goed. In model
niet zichtbaar hoe ct andere processen beinvloed.
vygotsky’s sociocultural model: gebaseerd op hoe ct de menselijke ervaring en activiteit
bemiddeld. Ct wordt niet gezien als aparte entiteit maar als systeem waarin dagelijkse
activiteiten worden gerealiseerd en geïnternaliseerd. Zet ct in microsysteem want ct verschaft
activiteiten, middelen en betekenissen. Ct is dus geen aparte buitenstaande laag wat bronfrenbrenner wel zegt.
Cultuur is transsectioneel (bidirectioneel (twee richtingen in)) en contextueel (afhankelijk van context)
Weisner’s ecocultural theory: ct gemeenschap biedt kind ontwikkelings pad binnen eco-culturele context.
Deze paden zijn alledaagse routines met verschillende activiteiten door familie en gemeenschap. Kind neemt
deel en ontwikkeld. Ct ontwikkelt als routine die we uitvoeren, kind is actor in eigen ontwikkeling.
Auteurs: cultuur is onderdeel van alle verschillende settingen op afbeelding. Is een dynamisch systeem.
Bronfenbrenner model veranderd in soort spiraal.
, Week 2: brubaer & sokol & sozeri over ontwikkelen en het woord identiteit.
sozeri, kosar en Volman – Turkisch-Dutch mosque students negotioting identities and beloning in the
Netherlands. Gaat over moskee educatie(ME), en zelfindentificatie van moskee-studenten. ME heeft als doel
om versterken van moslim identiteit van kind en socialisatie naar de Islam. Betwiste kwestie want:
1) ME wordt vaak gekoppeld aan religieuze radicalisering (= proces waarbij persoon toenemende mate
opvattingen krijgt die tegen de democratische orde staan)
2) er zijn zorgen over Diyanet-moskeeën die vermreemden van westerse samenleving (diyanet = besturend
oorgaan voor godsdienstzaken) maar onderzoek zegt: lesgeven zorgt voor sterker gevoel van ergens bij horen
en brengt identificatie met zich mee, is ook belangrijk voor ontwikkeling.
uitkomst: meerderheid bi-cultureel kind zegt dat toekomst in Nederland voorstellen & sterkste identificatie is
bij moslimcultuur & geen kinderen die alleen Nederland identificeren & kind geeft aan tot religie horen en tot
het land behoren elkaar niet in de weg zitten & zijn ook studenten die worstelen met bi-cultureel opgroeien.
Beinvloeding van studie: kind gaf sociaal wenselijk antwoord.
Sokol, 2009 – Indentity development throughout the lifetime: an examination of Eriksonian theory. Artikel biedt
een omschrijving van Erikso’n psychosociale ontwikkelingstheorie. Bestaat uit 8
psychosociale stadia. Elke fase heeft inherent conflict die individu moet tegenkomen en
met succes oplossen om door te gaan naar volgende fase. Geen precieze leeftijd. Veel
nadruk op sociaal-culturele factoren. Identiteit blijft ontwikkelen in volwassenheid. Heeft
3 hoofdperiode:
Identificatie in kindertijd (6-11): identiteitsontwikkeling, begin identificatie: kind bouwt
reeks verwachtingen op over wie die wil zijn en doen. gebeurt als kind zich los van
ouders ziet, uniek wezen. Kind neemt kenmerken van ouder over.
identiteitsvorming in adolescentie (12-24): kind stopt louter overnemen kenmerken van ouder. Identiteit:
gevoel wie die als persoon wil zijn en wat die wil bijdragen aan samenleving, gaat met positieve resultaten.
Individu leert plaats in wereld kennen, gevoel van thuis in eigen lichaam, richting in leven. Erikson zei dat solide
identiteitsgevoel cruciaal is voor verdere ontwikkeling. Identity crisis: kan je niet uiten wie je wilt zijn. Zorgt
voor eenzaamheid, verlorenheid, verwarring.
identiteitsontwikkeling in volwassenheid (25+): jonge volwassenheid (25-39) tijd van ontwikkelen van
doelen voor beroep en familie, nieuwe problemen bijv met partner. Middelbare leeftijd (40-65)
identiteitsgerelateerde problemen, ervaren verschuiving in perspectief op tijd, evalueren beroep en sociale
rollen opnieuw. Late volwassenheid (65+) Onderzoek en evaluatie over het leven.
Brubaker & Cooper, 2000 – Beyond “identity” (voorbij identiteit). Gaat over dat “identiteit” te veel dingen
betekend, heeft grote dubbelzinnigheid, term wordt te vaak gebruikt en verliest hierdoor zijn kracht. De
toepassingen van het woord zijn heterogeen en wijzen in sterk verschillende richtingen. 2 soorte identiteit: 1)
Hard/strong/ essentialist understandings of identity/ sterk: negeert verschil tussen groepen want op
bepaalde manier allemaal verbonden (alle vrouwen, alle Marokkanen), homogenitiet binnen groep is sterk,
sterke grenzen tussen groepen, op deze manier wordt term identieit het meest gebruikt (vooral in politiek)
2) soft/weak/constructivist understandings of identity/ zwak: identieit van mensne die tot zelfde groep
behoren kunnen in tijd veranderen (meer marrokkaanse vrouwen topmodel, meer vrouw in bouw), zwakkere
grenzen dus oversteken andere groep makkelijk, definitie wordt steeds meer gebruikt in media.
3 alternatieven:
1) identifcation & categorization gaat over zelfindentificatie (niet voor idereen even makkelijk) , focus af van
object en op het proces, de staat is een sterke identificator (paspoort).
2) self-understanding & social location gericht op zelf reflectie, wie je bent is bepaald door waar je bent 3)
commonality, connectedness, groupness emotioneel geladen gevoel bij een begrensde groep te behoren.
Zorgt voor eenheidsgevoel met die groep maar verschil gevoel met buitenstaande groep. Praktijkcategorieën:
als je het woord gebruikt in de praktijk, gebruik door het “volk”
Analytische categorieën: als het woord wordt gebruikt voor analyse, onderzoek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fennagerritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.13. You're not tied to anything after your purchase.