Samenvatting Alle tentamenstof Rechtsgeschiedenis (R_RechgGs)
95 views 5 purchases
Course
Rechtsgeschiedenis (R_RECHGGS)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Het geheugen van het recht deel 1 en 2 (set)
Dit document bevat alle tentamenstof om op je tentamen gegarandeerd een hoog cijfer te halen. Inclusief de relevante leerstof van de hoorcolleges, werkgroepen, en informatie uit het boek: ''Het geheugen van het recht''.
Hoorcolleges rechtsgeschiedenis
Week 1:
- Uitwendige rechtsgeschiedenis: rechtspraak, stromingen, juristen, etc.
- Inwendige rechtsgeschiedenis: inhoud van het positieve recht.
Corpus iuris civilis: het geheel van het wereldlijke Romeinse recht dat bestaat uit de
wetgeving van de Romeinse keizer Justinianus. Wetgevingsproject van Justinianus:
- Begon met Codex Vetus (529): opdrachten geven voor keizerlijke constituties (leges),
oftewel het keizerlijk recht. Dit was een vernieuwing van de codex Theodosianus.
- Digesten (533): bestaat uit het oude juristenrecht en adviezen (ius), afkomstig uit de
klassieke periode. Casuïstisch: concrete oplossing voor concrete problemen. Het
bestaat uit adviezen van 39 juristen die zijn verzameld door compilatoren
(samenstellers) en zijn voorzien van interpolaties (teksten moeten aangepast worden
naar de huidige tijd van Justinianus).
- Instituten (533): dit is een leerboek op basis van kracht van de wet naar het model
van de Instituten van Gaius (midden tweede eeuw). Hierbij zijn teksten ook
aangepast en bewerkt. De instituten
- Codex Justinianus (534): deze vervangt de Codex Vetus (529). De Codex Justinianus
wordt niet zoals de Digesten en de Instituten als een constitutie uitgevaardigd, maar
de constituties behouden hun eigen rechtskracht. Verschillende soorten constituties:
1. Rescripten: antwoorden op een verzoekschrift
2. Decreten: keizerlijke rechtspraak
3. Edicten: keizerlijke verordeningen
4. Mandaten: instructies voor ambtenaren
- Novellen (534-565): eigen keizerlijke constituties die Justinianus uitvaardigt. Deze zijn
meestal in het Grieks.
Onderdelen Corpus iuris civilic:
1. Digesten (533)
2. Instituten (533)
3. Codex Justinianus (534)
Duplex interpretatio:
1. Teksten interpreteren in hun Justiniaanse context, zoals Justinianus ze heeft bedoeld
als bepaling van zijn wetgeving.
2. Teksten interpreteren in de oorspronkelijke context van het klassieke recht (die
context reconstrueren en teksten ontdoen van interpolaties).
De actio utilis en de actio in factum in het Corpus iuris civilis: actio (actie) betekend een
vordering van de eiser tegen de gedaagde. Actio betekende in de klassieke tijd niet vordering
maar formule uit het edict van de pretor. De pretor moest de actio toekennen om daarmee
rechtsingang te verlenen. Om de benoemde actio toe te kennen moest aan de
delictsomschrijving zijn voldaan. Bevoegdheden pretor:
- Een bestaande actio aanpassen: actio utilis
- Een actio creeren voor het specifieke geval: actio in factum
342 na Christus werd het formulaproces afgeschaft waardoor geen pretor meer
actied uit een edict toekent. Actio is nu de vordering.
,Gevallen waarin de pretor een actie aan zou passen (actio utilis) of een nieuwe actie in het
leven zou roepen (actio in factum):
- De benoemde actie kan niet worden gegeven omdat niet (volledig) is voldaan aan de
delictsomschrijving.
- De pretor (geadviseerd door juristen) is van oordeel dat toch rechtsingang moet
worden verleend
Corpus iuris civillis (529-534): veel teksten hieruit (vooral in de Digesten) dateren uit de
klassieke periode.
- De begrippen actio utilis en actio factum leven voort in het Justiniaanse recht en
context is niet meer formulaproces, maar cognitieproces.
- De betekenis van actio utilis en actio in factum in het corpus iuris civilis: het is geen
rechtsmiddel meer naar model van een bestaande actio of gecreëerd door de pretor.
Het betekent een vordering voor de atypische situatie, wanneer het niet
vanzelfsprekend is, als gezien de omstandigheden niet aan alle specifieke vereisten
voor een specifieke benoemde delictsvoerding is voldaan.
Het Corpus Iuris Civilis vormt de basis voor het leerstuk van de onrechtmatige daad. De
kerngedachte was dat ieder die door zijn fout een ander schade had toegebracht het weer
moest ‘goedmaken’.
- De instituten noemen vier wijzen waarop een verbintenis kan ontstaan: uit contract,
als het ware uit contract, uit delict of misdraging. De verbintenis wordt in de
instituten omschreven als een rechtsverband waardoor wij noodzakelijkerwijs door
het recht van onze staat verplicht zijn een prestatie te verrichten.
- De delicten die aan orde komen in het boek van de instituten betreffen
privaatrechtelijke consequenties: diefstal, roof, onrechtmatig toegebrachte schade
en krenking.
Lex Doden Andermans Maximale De 1. Schuld
Aquilia slaaf of schade eigenaar 2. Onrechtmatigheid
andermans vergoeden van 3. Schade
Caput I viervoetige de waarde van 4. Causaal verband
vee-dier de zaak van het (corpore suo)
afgelopen jaar
Les Verbranden Verwonde Maximale De 1. Schuld
Aquilia (ustum), slaven, waarde eigenaar 2. Onrechtmatigheid
verminken viervoetige vorderen in de 3. Schade
Caput III (ruptum), vee-dieren dichtstbijzijnde 4. Causaal verband
gebroken en 30 dagen (corpore suo)
(fractum) levenloze
objecten
, Week 2: voorgeschiedenis Corpus iuris civilis:
Ontstaan van Rome: Rome was aanvankelijk een koninkrijk maar werd een Republiek
waarbij het imperium werd gesplitst om een alleenheerser te voorkomen. De Romeinse
Republiek was een periode tussen het Romeinse koningschap en het Romeinze keizerrijk.
Wetgeving tijdens de republiek:
- Leges rogatae: wetten aanvaard op voordracht magistraat (hogere klasse)
- Leges datae: wetten afgekondigd krachtens besluit volksvergadering
- Vergadering van plebejers (sociale onderlaag)
Belangrijkste wet van de republiek: wet van de XII tafelen, deze wet was zo
belangrijk dat kinderen deze wet uit hun hoofd konden opzeggen volgens Cicero. De
wet is ook terug te vinden in het Corpus iuris civilis. De wet is later verloren gegaan
en bevat weinig samenhang aangezien het over allerlei uiteenlopende onderwerpen
gaat (bv men mag geen toverformules uitspreken en hier staat een straf op). Het
oude recht was formalistisch (rechtshandelingen zijn zeer formeel en afhankelijk
van allerlei vormvoorschriften):
- Formeel procesrecht (legalisatieproces)
- Formele rechtshandelingen (mancipatie: koopverdrag en overdracht: soort ritueel
om een zaak te verkopen, stipulatie)
Romeinse magistraten:
- Er werd vanaf midden 4e eeuw voor Christus een Pretor ingesteld die moet zorgen
voor de rechtsbedeling en de rechtspraak. Zo ontstonden er nieuwe ambten en een
nieuwe rol van procederen waarbij je eerst naar de pretor moet gaan. Deze manier
van procederen is vrijer dan de voorgaande vormvoorschriften.
- Vanaf de 2e eeuw voor Christus waren er curulische aedielen die ook zorg droegen
voor de rechtspraak. Ook vaardigden zij edicten (lijst met rechtsmiddelen,
vorderingen en acties die bepaalden in welke omstandigheden iemand tegen een
ander kon procederen) uit.
De pretor en de curulische aedielen waren dus in staat om het recht te sturen en het recht
een bepaalde kant op laten gaan. Hierdoor ontstonden er eigenlijk twee vormen van recht:
1. Ius civile: wettenrecht:
- Wetten (zoals de wet van XII Tafelen), adviezen van rechtsgeleerden.
2. Ius honorarium: recht gevormd door de magistraten:
- Edict van de pretor
- Edict van de curulische aedielen
Opkomst juristenstand in de 2e eeuw voor Christus: dit bestaat uit een groeiende klasse van
rijke mensen die beschikken over de expertise op het terrein van recht. Deze juristenstand
behoort ook tot de rijke bovenlaag. Taken juristen:
- Opstellen juridische teksten (cavere)
- Pleiten in procedures (agere)
- Geven van adviezen (respondere). Zij gaven advies zowel aan de partijen, als aan de
rechter, als aan de pretor aangezien zij hier geen kennis over het recht hadden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danishkamungra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.36. You're not tied to anything after your purchase.