Biologie samenvatting van Nectar 3e editie 6V. Samenvatting van hoofdstuk 21 'Planten'. Het is een volledige samenvatting inclusief verwijzingen naar de belangrijke bronnen (afbeeldingen) uit het boek. Kernbegrippen zijn dikgedrukt en worden duidelijk uitgewerkt. De samenvatting bestaat uit 6 pagin...
Biologie Hoofdstuk 21: Planten
Paragraaf 21.1: Tomaten kweken
Kruisen en selecteren
Klassiek veredelen is een manier van veredelen waarbij onderzoekers de veelbelovende
tomatenplanten uitzoeken en opnieuw kruisen. Het is een langdurig proces. Echter kan het
sneller. De onderzoeker kan de genomics (kennis van het genoom) gebruiken, doordat hij al
snel kan analyseren of een plant het gewenste allel heef. Er is ook geprobeerd om
plantenrassen te verbeteren door het aantal chromosomen te verdubbelen. Een plantengif
verhindert het vormen van trekdraden, waardoor tjdens de mitose de chromatden niet
uiteen gaan: non-disjunctie. Het resultaat is een cel met vier homologe chromosomen:
tetraploide cel.
Geslachtelijke voortplantng
Bij zelfestuivers komt het stuifmeel uit de meeldraden op de stamper van dezelfde bloem
terecht. De mannelijke gameten (geslachtscellen) versmelten met de vrouwelijke van
dezelfde bloem. Geslachtelijke voortplantng levert nieuwe combinates van allelen bij de
nakomelingen.
Ongeslachtelijke voortplantng
Bij ongeslachtelijke voorplantng zijn de nakomelingen genetsch identek aan de ouderplant.
Zo kan een veredelaar snel klonen van een plant maken.
Planten uit het lab
Via genetsche modificate ontstaan tomatenplanten met extra allelen voor nieuwe
eigenschappen. Als het om allelen van dezelfde soort gaat, ontstaan er cisgene planten. Als
het om allelen van andere soorten gaat, ontstaan er transgene planten. Het DNA wordt vaak
ingebouwd in een andere plant via bacteriën. De bacterie dringt binnen in sommige niet-
gedifferenteerde tomatencellen. De cellen die het allel hebben kunnen worden opgespoord
doordat de laborant aan het over te plaatsen allel een markergen heef gekoppeld. De cellen
met het goede allel gaan in de weefselkweek: in een steriel groeimedium ontstaat uit elke
cel eerst een klompje cellen en na het toevoegen van de juist groeistoffen, een geheel
nieuwe plant. (Bron 4)
Paragraaf 21.2: Water
Schimmel op tomaat
Als een schimmel de wortel van een plant infecteert, dan kan hij een deel van de
watertoevoer naar de andere delen van de plant verhinderen. Schimmels groeien uit sporen,
dat zijn haploïde cellen die dienen voor de vermeerdering van schimmels. Schimmelsporen
zweven overal in de lucht. Als een spore in de buurt van een wortel in de grond terecht
komt, kiemt hij en groeit het wortelstelsel binnen. Daarna groeien de haploïde cellen als
schimmeldraden, het mycelium, omhoog de stengel in. In de transportkanalen van de
stengel vormt het mycelium nieuwe schimmelsporen. Uiteindelijk verwelkt en vergeelt de
plant.
, Wateropname
Planten nemen water en opgeloste stoffen op via de wortelharen. De wortelharen vergroten
het oppervlak en daarmee de capaciteit op water op te nemen. Water en mineralen kunnen
via de apoplast-route (door de celwanden van cellen) en via de symplast-route (door de
cellen heen) richtng de centrale cilinder met transportkanalen. Hieromheen licht de
endodermis van de wortel. De endodermiscellen hebben in de celwanden een laagje
suberine (kurk), de bandjes van Caspari. Dit is een waterdichte laag, dus het water vanuit de
wortels kan hier alleen via de symplast-route doorheen om in de centrale cilinder te komen.
Vanaf daar gaan water en mineralen verder via de houtvaten. Bij de opname van water is
een actef proces betrokken, waar ATPP voor
nodig is. Daarom is het zuurstofgehalte en de
temperatuur van de bodem van belang.
Mineralen gaan tegen de concentraterichtng in
door de endodermiscellen naar de centrale
cilinder (=actef transport). Door osmose volgt
water. Dit geef een overdruk die het water via
de houtvaten naar boven perst: worteldruk. Als
er een hoge worteldruk is en er nauwelijks
verdamping van water plaatsvindt, gaan de
planten ‘druppelen’, er ontstaan zichtbare
druppels op de bladeren.
Houtvaten
Houtvaten (xyleemvaten) zijn nauwe buisjes die ontstaan uit langgerekte cellen met een
door houtstof versterkte celwand. De celinhoud is afgestorven en de tussenwanden met
boven- en onderliggende cellen zijn verdwenen. Wat rest zijn holle buisjes met daaromheen
ringen of spiralen van houtstof, die inklappen bij watertransport voorkomen.
Watermoleculen zijn polair waardoor ze elkaar aantrekken: cohesie. Ook trekken
watermoleculen aan de wanden van de houtvaten en andersom: adhesie. Dit helpt de
watermoleculen in de vaten omhoog. Een ‘waterdraad’ is in een houtvat door cohesie
redelijk sterk. Door schimmelaantastng kan de waterdraad aantasten zodat er een luchtbel
ontstaat. Als dat op veel plekken gebeurt stopt het watertransport en sterf de plant.
TPransport van water
Door verdamping zuigen de bladeren het water als het ware door de houtvaten omhoog:
verdampingsstroom. De zwaartekracht, de verdampingsstroom, de worteldruk, en de
cohesie- en adhesiekrachten leveren samen de waterpotentiaal (ψ, psi). De ψ van zuiver
water is nul. Door opgeloste stoffen wordt de ψ lager dan nul. Onder invloed van ψ beweegt
het water naar boven in een plant. Water stroomt van een plek met een minder negateve ψ
naar een plek met een meer negateve ψ. Door verdamping is in de cellen van de top van de
plant de ψ negatever, water stroomt daar dus heen.
Verdamping
Wanneer de huidmondjes van een plant gesloten zijn vindt er geen verdamping plaats. Als
ze open zijn neemt de verdamping toe. Een hogere luchtvochtgheid vermindert de
verdamping.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Silkesmit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.