• lumbaal
• Retroperitoneaal
• rechter lager dan linker (lever)
Macroscopische bouw nieren:
• Boonvormig (+/- 12 op 5 cm)
• Achter de peritoneale ruimte
• Bestaat uit
o Nierkapsel (capsula)
o Schorslaag (cortex)
o Merglaag (medulla)
▪ piramiden met papillen
▪ zuilen van Bertin
o Nierbekken = pyelon
▪ Kleine nierkelken (calices minores)
▪ Grote nierkelken (calices maiores)
o Nierhilus met niervaten en ureter
• +/- 0,5 cm Ø en 30 cm lang
• Retroperitoneaal
• Van het pyelon tot begin van de blaas t.h.v.
de vesico-ureterale junctie (VUJ) (spleetvormig)
• Glad spierweefsellaag
De onderste nierafvoerwegen:
1. Blaas
• Een elastische zak die tot 0,5 à 1l urine kan stockeren
• In het kleine bekken, achter het schaambeen
rust op de bekkenbodemspieren
• Vorm: vol eivormig, leeg driehoekig
• Bevat glad spierweeefsel
= m. detrusor
• Onderaan stevige
(interne) blaassfincter
, 2. Urethra
• Bij de vrouw +/- 3 cm
• doorheen de bekkenbodemspieren
• eindigt t.h.v. de vulva
voor de schedeopening
• externe sphincter
2. FYSIOLOGIE
Functie nieren:
1. Excretie van organische afvalstoffen uit de lichaamsvloeistoffen
• ureum (eiwitten vanuit lichaam of opgenomen uit voedsel)
• urinezuur (DNA)
• urobiline (hemoglobine) => gele kleur
• creatinine (spierweefsel, zal gemeten worden door bloedname en geeft
indicatie over goede werking van nieren)
2. Eliminatie van afvalstoffen
, 3. Homeostatische regeling van volume en concentratie opgeloste stoffen in het
bloedplasma
• bloedvolume en bloeddruk
• ionenconcentraties; Na+, K+, Cl-, …
• activatie vitamine D => calcium en fosfaat
• pH van bloed: H+ en HCO3−
• RBC gehalte door productie van EPO
→ 1) (ultra)filtratie (productie
voorurine)
→ 2) terugresorptie (heropname
van nuttige stoffen uit voorurine)
→ 3) passieve of actieve
uitscheiding (van
schadelijke/overtollige stoffen)
→ 4) productieurine (richting
nierbekken/blaas)
2.1. DE GLOMERULAIRE FILTRATIE = PASSIEF
door bloeddruk (55 > 45 mmHg) in kapsel van Bowman wordt het vocht er uit ‘geperst’
=> voorurine = 180 l/d = 125 ml/min (= zeer veel)
• Water
• zouten (Na+, K+, Ca2+, Mg2+, Cl-, PO43-, HCO3-)
• kleine organische stoffen (glucose, aminozuren, ureum, urobiline, …)
=> nog veel nuttige bestanddelen in de voorurine
• geen proteïnen, bloedelementen (RBC, WBC, BP) omdat deze te groot zijn om
door de poriën te passen.
Kleine veranderingen in bloeddruk => aanpassing weerstand = autoregulatie zodat filtratie
constant blijft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mette_dierckens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.