Bestuurskunde en publiek management
I. De Staat
- Een politieke organisatie die effectief (het hoogste) gezag uitoefent over de inwoners van een
afgebakend geografisch gebied (territorium)
o Het gezag kan met legitieme middelen afgedwongen worden, desnoods door
legitieme fysieke dwang (leger, politie)
o Erkenning andere staten
- Juridisch concept (iets van het recht, aparte rechtspersoon) <-> natie 1 (gevoelsmatige
identiteit)
Kenmerken van de staat:
- Bevolking (inwoners krijgen nationaliteit van de staat)
- Geografisch gebied
- Politieke en wettelijke organisatie (erkend)
o Soeveunitaire staat
o reiniteit
o Verdeling van macht
o Afdwingbaarheid
- Staat is een evoluerend organisme
Staat is een dwingend concept:
- Geen anarchie toegestaan
o Anarchist = iemand die zegt dat de Staat niks te zeggen heeft over hem gaat niet!
II. De klassieke staat / De nachtwachtstaat
- Een staat waar de overheidsinmenging zo beperkt mogelijk is. De overheid neemt enkel
minimale taken op inzake het garanderen van de veiligheid van de inwoners, door installatie
van leger en politie.
Wat is noodzakelijk om veiligheid burgers te garanderen en maatschappij te laten draaien?
- Politietaak: zeer actueel thema, interne veiligheid is prioriteit
- Defensie: sterke achteruitgang beschermende taakt:
o Toetreding NAVO2 + Afschaffing dienstplicht
- Munt: Europese Centrale Bank
1
Natie en staat hebben iets gemeen, maar vallen niet samen als ze niet samenvallen = problemen
2
Noord Atlantische Gedragsonrganisatie militaire bondsgenootschap
, III. De verzorgingsstaat / welvaartstaat
- De staat neemt grote verantwoordelijkheden op inzake het welzijn van de bevolking, bv.
inzake sociale zekerheid, gezondheidszorg, onderwijs en werk.
- Bemoeienis van de overheid op tal van zaken groot in tegenstelling tot de nachtwachtstaat
Functies van de verzorgingsstaat
- Verzorgend
o Huisvestiging, energie, sociale zekerheid, arbeidsongeschiktheid, kinderbijslag
- Stimulerend
o Actief economisch beleid
- Ontwikkelend
o Onderwijs, volksontwikkeling
IV. Etatisatie / verstatelijking / socialisatie
- Staat neemt historische maatschappelijke functies over van individuen, gezinnen,
verenigingen en kerken
Argumenten voor verzorgingsstaat
- Humanitair: recht op leven
- Ethisch: menswaardig leven
- Wederzijds eigenbelang: economische meerwaarde creëren
- Democratisch: democratische regimes
Argumenten tegen verzorgingsstaat
- Liberaal: beperkt individuele vrijheid
- Conservatief: verminderde individuele verantwoordelijkheid
- Individualisering: verzorgingsstaat creëert sociale staat, maar minder sociale samenleving
- Economisch: sociale voorziening zijn duur en zullen niet gedragen kunnen worden in periodes
economische vergrijzing
Uitdagingen verzorgingsstaat
- Vergrijzing van de bevolking
- Internationalisering (economie)
V. Functies van de staat vanuit welvaartstheorie:
bekampen van marktfalingen
- Maakt een maatschappelijke afweging van baten en kosten, met als doel te komen tot een
optimale allocatie van schaarste goederen
- Vrije markteconomie = Westers model
Kernelementen vrije markteconomie
- Prijs van product = resultaat spel van vraag en aanbod
- Markt stimuleert competitie tussen producenten
- Concurrentie genereert kostenverlaging
- Communicatie tussen consumenten en producenten dwingt tot marktconform handelen
,Welvaartstheoretici
- Als markt niet goed functioneert economie functioneert niet optimaal geen optimaal
welvaartsniveau
Vier marktfalingen
- Monopolies en kartels
- Onvolledige en imperfecte informatie
- Externe effecten
- Collectieve goederen
VI. Monopolies en kartels
- Monopolie: situatie waarin een product of dienst slechts door één (markt)partij wordt
aangeboden. Prijs wordt dus bepaald door enige aanbieder.
- Economisch kartel: overeenkomst tussen bedrijven die bedoeld is om de onderlinge
concurrentie te verminderen
- Soorten kartels:
o Prijskartel: afspraak tussen bedrijven om producten niet tegen of onder bepaalde
prijs te verkopen
o Hoeveelheids- of productiekartel: afspraak tussen bedrijven om de hoeveelheid
product die iedere deelnemer produceert.
o Rayonkartel: afspraak waarbij aanbieders de afzetmarkt geografisch verdelen.
- Overheidsoptreden monopolies en kartels:
o Antirustwetgeving, fusieverbod zorgen dat bedrijven niet te groot gaan worden
o Verbod van prijsafspraken je mag niet met concurrent overleggen over de prijs.
VII. Onvolledige en imperfecte informatie
- Tijdsinvestering
- Onvergelijkbare producten
- Overheidsoptreden = transparantiemaatregelen
VIII. Externe effecten
- Afwentelen kosten op instanties buiten productieproces
- Ratio: individueel korte termijn belang is soms tegengesteld aan algemeen belang
- Gewenst overheidsoptreden: regulering
- Level playing field creëren = rechtvaardigheidsprincipe die voor alle actoren dezelfde regels
zijn.
- Overregulering = zoveel regels dat dit ervoor zorgt dat mensen geen nieuw bedrijf willen
starten. <-> deregulering
IX. Collectieve goederen (publieke goederen) en merit goods
Collectieve goederen (publieke goederen)
- Goederen waarbij het onmogelijk is om mensen die niet betalen van gebruik van het goed uit
te sluiten, en waarbij de consumptie door de één niet ten koste gaat van de andere.
- Probleem: “Free riders” = Mensen die dreigen gebruik te maken van collectieve goederen.
- Taak van de Staat, niet van de vrije markteconomie
- Gewenst overheidsoptreden = voorzien in collectieve goederen (financiering via belastingen)
, Merit goods
- = Goederen waarvan de maatschappij de voorziening noodzakelijk acht voor haar inwoners
op basis van een andere norm dan consumentenvoorkeuren of vrije marktwerking.
- Goederen worden geacht te verdienstelijk te zijn om aan de vrije markt over te laten.
- Typevoorbeelden:
o Onderwijs, sociale voorzieningen
o Cultuur
o Sport (elke persoon heeft het recht om aan sport te doen)
- Gewenste overheidsinterventie:
o Overheidsbeheer
o Subsidiëring Taak overheid
o Ondersteuning in natura
X. Kenmerken van de Belgische Staat
I. Democratie
- Staatsvorm waarin het volk (door vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn mening
en wensen kan uiten.
- Soevereiniteit (hoogste gezag) licht bij het volk.
Soorten democratie:
- Directe democratie (het volk stemt direct over alle soorten wetten) (werkt niet goed)
o Zelden of nooit staatssysteem
o Referendum (SYNONIEM van directe democratie)
Gemeentes mogen dit wel nog doen.
Waarom slecht? Het is te simplistisch en het splits de bevolking in twee
- Indirecte of representatieve democratie (het volk stemt voor mensen & partijen, maar niet
rechtstreeks voor wetten)
o Parlementaire democratie
Democratie: inhoudelijke of materiële kenmerken
- Vrije verkiezingen
o Verschillende politieke partijen toegelaten
o Verschillende partijen kunnen deelnemen aan verkiezingen
Moeilijkheid in België: federaal, regionaal, kiesdrempel (Onder 5% = geen
vertegenwoordiging in het parlement)
- Vrijheid oprichting doel van partijen
o Belgische beperking: respect mensenrechten, geen racistische partijen toegelaten
- Geheime verkiezingen (Je mag aan niemand tonen voor wie je hebt gestemd)
o 2 redenen:
Om vrij te zijn van sociale druk
Nooit schrik dat je op de “verkeerde” persoon hebt gestemd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mathisvanderbeken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.