Woordenlijst klinisch redeneren urologie
Urologie
Het kapsel van Bowman Het kapsel van Bowman of capsula glomeruli is een onderdeel van de nier.
Kapsel van Bowman met daarin de glomerulus. De glomerulus en het kapsel van
Bowman vormen samen een lichaampje van Malpighi. De glomerulus perst
de voorurine in het kapsel van Bowman, vervolgens wordt het verder verwerkt
in de nierbuis, die door de nefron loopt.
Lis van Henle De Lis van Henle ligt in de merg van de nier. Rondom dit dalende en stijgende
buisje lopen vele bloedvaten. In deze bloedvaten worden opgeloste stoffen en
water uit de voorurine weer opgenomen in het bloed (geresorbeerd)
Primaire / Voor- / Pro- Voorurine ontstaat uit bloedplasma dat onder invloed van de bloeddruk in
urine het kapsel van Bowman wordt geperst. Deze vloeistof bevat geen rode
bloedcellen of grote eiwitten, daar deze niet door het
gefenestreerde endotheel heen kunnen. De voorurine bevat dus bij gezonde
personen geen grote eiwitten of rode bloedcellen, maar wel water met alle
opgeloste stoffen die zich in het bloed bevinden.
Terugresorptie Terugresorptie is het proces dat veel bruikbare opgeloste stoffen en water uit de
voorurine weer terughaalt in het bloed.
Aldosterone Aldosteron is een steroïdhormoon dat wordt geproduceerd in de bijnier. Het
zoutgehalte in het lichaam wordt onder meer gereguleerd door het in de
bijnierschors geproduceerde hormoon Aldosteron. Het zorgt tijdens de vorming
van de urine voor het uitwisselen van natrium (Na+) tegen kalium (K+) en helpt zo
ook om de bloeddruk te regelen. De nieren houden
de elektrolytenconcentraties in het lichaam constant waardoor de hoeveelheid
zout in de urine kan variëren. Aldosteron zorgt voor meer terugresorptie van
water en natrium door activatie van natriumkanalen aan de apicale
celmembraan in de distale tubulus en verzamelbuis van het nefron.
Antidiuretisch hormoon De hypofyse stuurt het hormoon ADH op het juiste moment in de juiste
(ADH) hoeveelheid naar de nieren. ADH reguleert de hoeveelheid urine en de
concentratie daarvan. Het zorgt ervoor dat de nieren voldoende water
vasthouden en niet te veel water loslaten. ADH heeft ook een vaatvernauwende
werking. Samen met het bijnierschorshormoon aldosteron regelt het de hoogte
van de bloeddruk.
Metabole Acidose HCO3- daalt en de pH daalt (bv. bij diabetische keto-acidose) Gecompenseerde
metabole acidose door hyperventilatie (“Kussmaulse ademhaling”) waardoor
hypocapnie
Metabole alkalose : HCO3- neemt toe en de pH stijgt (bv. bij braken of toediening van HCO3- )
Gecompenseerde metabole alkalose door hypoventilatie (“Fish-mouth
breathing”) waardoor hypercapnie
Respiratoire acidose hypercapnie en pH-daling door acute hypoventilatie (bv. acuut longoedeem,
ademhalingsdepressie door narcotische analgetica) Gecompenseerde
respiratoire acidose door renale HCO3- toename
Respiratoire alkalose hypocapnie door hyperventilatie Gecompenseerde respiratoire alkalose door
renale HCO3- daling
Hypercapnie Te veel CO2 in het bloed
Hypocapnie Te weinig CO2 in het bloed
, R.A.A.S “Renine angiotensie-aldosterone systeem”: De bloeddrukregulatie wordt in
belangrijke mate bepaald door het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem (RAAS). Dit reguleert de water- en zouthuishouding van het
circulerend bloedvolume .
Een te lage bloeddruk wordt geregistreerd op verschillende plaatsen in het
lichaam, zoals in het hart, aanliggende vaten, nieren en de lever. Deze sensoren
sturen een signaal naar de nieren, waar zich cellen bevinden
die renine produceren. Renine is een enzym dat in het bloed de plasmaproteïne
angiotensinogeen omzet in angiotensine I. Dit angiotensine I wordt op zijn beurt
door het angiotensine-converterend enzym (ACE) omgezet tot angiotensine II.
Dit gebeurt voornamelijk in de longcapillairen. Angiotensine II heeft
verschillende effecten die leiden tot bloeddrukverhoging. Het zorgt voor
vasoconstrictie van de arteriolen en zet het de bijnier aan tot het maken
van aldosteron. Aldosteron zorgt voor meer terugresorptie van water
en natrium in de distale tubuli. Deze antidiuretische werking doet het
bloedvolume vergroten en de bloeddruk stijgen.
Pollakisurie Een behoefte om vaker dan om de 2 uur te plassen of meer dan 8 keer per 24
uur. Gebeurd in kleine beetjes.
Polyurie Heel veel moeten plassen. Meer dan 3 liter per dag.
Oligurie/Anurie Verminderde uitscheiding van urine/ Geen urineproductie meer
Strangurie/ Mictalgie/ Pijn bij het plassen
Algiurie
Dysurie Moeizaam of pijnlijke mictie
Nycturie Als er twee keer of vaker geplast wordt in de nacht dan noemen we dit nycturie.
Hierbij gaat het alleen om hoe vaak u 's nachts wakker wordt om te gaan plassen
en daarna weer gaat slapen. Nycturie kan ontstaan door een overactieve blaas,
die bij een kleine hoeveelheid vulling al aandrang aangeeft.
Stressincontinentie Ongewilde urineverlies tijdens lichamelijke inspanning (vb. tillen, lopen,
hoesten, niezen, lachen,..) Door verzakte bekkenbodem uitzakking van de
blaas en minder goede afsluiting van de urethra. Verhoogde druk op de blaas
Overloopblaas De blaas niet volledig geleegd tijdens het plassen. Er blijft dusdanig veel urine
achter, dat verdere vulling van de blaas.
Reflexblaas Een blaas die zich automatisch leegt door een reflex, leegt zichzelf niet helemaal,
er blijft een restant urine achter. Artsen spreken dan over een residu. Dat komt
omdat de sfincter (sluitspier) niet helemaal ontspant. De druk in dit type blaas
kan veel te hoog oplopen.
Urge-incontinentie Ongewild urineverlies door ongecontroleerd samentrekken van de
blaaswandspieren. Dit gebeurd dus ook wanneer de blaas niet vol is.
Plotse niet controleerbare drang om te plassen ook s ’nachts.
Hematurie Bloed in de urine.
Pyurie/Leucocyturie Pyurie is de aanwezigheid van pus, en daarmee witte bloedcellen, als vlokken in
de urine. Het kan duiden op
een urineweginfectie bijvoorbeeld blaasontsteking of nierbekkenontsteking,
maar ook op een ontsteking zonder infectie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller courtneydecorte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.