100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting FAO $10.73
Add to cart

Summary

Samenvatting FAO

 278 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting FAO. Alle lessen bijgewoond, ik had een 14/20 met deze samenvatting. Docent: Joke Huysman

Preview 4 out of 38  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h4, h5, h6, h7, h8
  • February 14, 2019
  • 38
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
H4: Kasstromenanalyse
In dit hoofdstuk wordt de techniek van de kasstromenanalyse uiteengezet en toegepast op het
voorbeeld. Ter inleiding worden de begrippen financiële stromen en cashflow toegelicht.

Financiële stromen en cyclus van financiële stromen
Een beschrijving van de activiteit van de onderneming laat toe de exploitatiecyclus (aankoop –
productie – verkoop) op te stellen. In een ontwikkelde economie, gebaseerd op transacties tegen
geld en niet gebaseerd op ruil, brengt de exploitatie een continue omzetting geld – goederen en
diensten – geld mee. De fysieke exploitatiecyclus stemt dus overeen met een cyclus van financiële
stromen.

De bedoeling van de kasstromentabel is in de eerste plaats informatie te geven in verband met de
kasontvangsten en de kasuitgaven van de onderneming gedurende een bepaalde periode. Dit moet
onder meer toelaten de mogelijkheden van de onderneming om kasmiddelen voort te brengen in te
schatten en de onderneming te waarderen.

De kasstromen worden onderverdeeld in drie grote categorieën: kasstromen uit operaties,
investeringen en financiering.

Zie figuur 4.1.

Dit is een bedrijf, en de kas staat centraal.

Een bedrijf zoekt geld, laat geld werken, producten verkopen aan mensen die geld willen geven
ervoor. Geld zoeken gebeurt via:

 Aandeelhouders (EV)
 Overheid (subsidies)
 Financiële schuldeisers (VV)

Alle pijlen zijn financiële stromen en NIET kasstromen (= enkel degene die vertrekken en aankomen
in de kas zijn kasstromen).

Kasstromenanalyse = hoeveel geldmiddelen zijn er in de loop van het jaar in en uit de kas gegaan?
Wat is het verschil tussen de kas in de beginbalans en de hoeveelheid kas uit de eindbalans?

,Mutatiebalans (T8)
Een balans geeft op een bepaalde datum het geheel van de investeringen in activa en van de
financieringen met passiva weer.

Op de mutatiebalans wordt per balanspost de jaarlijkse verandering of het verschil tussen eind- en
beginbalans berekend en de invloed ervan op het vermogen van de onderneming tijdens de
beschouwde periode nagegaan.

De verschillen worden geklasseerd als:

- Een vermogensstijging: indien het gaat om een passiefstijging of een actiefdaling
- Een vermogensdaling: indien het gaat om een passiefdaling of een actief stijging

Zie mutatietabel

De aldus opgestelde mutatiebalans met vermogensstijgingen en –dalingen geeft echter een
onvolledig beeld van de kasstromen van een bepaalde periode.

De kasstromen die voortvloeien uit de operaties (aankoop, productie, verkoop), komen er niet
uitdrukkelijk in voor. Bovendien zijn de op de begin- en eindbalans die als basis voor de berekening
van de mutatiebalans zijn gebruikt, de activa opgenomen aan nettowaarde na afschrijvingen en
waardeverminderingen en inclusief meerwaarden en zijn de voorzieningen en de uitgestelde
belastingen op het passief opgesteld na toevoeging, terugneming en onttrekkingen tijdens deze
periode.

Kasstroom =

 Operaties
o Operationele cashflow (CF losgekoppeld van de financiële structuur van het bedrijf)
o Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte
 Investeringen materieel vast actief
 Financiering

Cashflow
Cashflow als optelling Winst na belastingen + niet-kaskosten
Cashflow als verschil Kasopbrengsten – kaskosten
Financiële middelen die voortvloeien uit de werking van de onderneming gedurende
één jaar
Inkomen van de onderneming


MAAR is niet gelijk aan geldstromen of kasstromen!

Omwille van:

- Afschrijvingen (niet-kaskost)
- Omzet (vroeger/later innen of betalen)
- Aankopen (vroeger/ later innen of betalen)

,Verder zijn er ook kaskosten voortvloeiend uit:

 Investeringen
 Financiering
 Winstuitkering.

Betekenis van de cashflow
Ondanks het woord ‘cash’ is de cashflow slechts een benadering en een deel van de totale kasstroom
van de onderneming in een periode.

In de eerste plaats worden kasopbrengsten en kaskosten niet alleen contant, maar ook op kokrte
termijn ontvangen of betaald. Verkopen met betalingsuitstel bijvoorbeeld vormen slechts een
kasinkomst op het ogenblik dat zij effectief geïnd worden.

Bovendien zijn er de kasbewegingen ten gevolge van investeringen en desinvesteringen in vaste
activa, van externe financiering en definanciering en van winstuitkering.

Positieve cashflow = Hoeveelheid financiële middelen voortvloeiend uit de werking van het bedrijf;
dient ter zelffinanciering.

Cashflow = inkomen, vertrekken van cashflow MITS correcties! Anders is er een foutieve cashflow.

Negatieve cashflow = Kasopbrengsten < kaskosten, dus het bedrijf heeft externe financiering nodig.

Winst = Indicator voor rentabiliteit of hebben de geïnvesteerde middelen voldoende opgebracht?
Winst is niet gelijk aan de cashflow  streven naar winstmaximalisatie door een zo hoog mogelijke
cashflow.

Cashflow van het eigen vermogen en operationele cashflow na belastingen
Klassieke cashflow = Cashflow van het eigen vermogen na aftrek van de financiële kosten van het
vreemd vermogen.

Operationele cashflow = Cashflow, losgekoppeld van de financiering en dus berekend voor zowel
vergoeding eigen vermogen als het vreemd vermogen. Het is de cashflow van het eigen vermogen
voor belasting + financiële kaskosten van het vreemd vermogen.

Zie tabel 4.1. operationele cashflow

, Nettobedrijfskapitaalbehoefte en de verandering van de
nettobedrijfskapitaalbehoefte
De cashflow corrigeren met de verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte.

 Bruto bedrijfskapitaal = vlottende activa

 Netto bedrijfskapitaal = Het verschil tussen de vlottende activa op de balans van een
onderneming en de vlottende passiva.
o Of vlottende activa – vreemd vermogen op korte termijn
o Of vreemd vermogen op lange termijn + eigen vermogen – vaste activa

 Werkkapitaal = Financieringsbehoefte eigen aan de uitbetaling van het bedrijf of de
exploitatie.

Nettobedrijfskapitaalbehoefte
Nettobedrijfskapitaalbehoefte = Deficit aan spontane financiering van de vlottende bedrijfsactiva 
opvangen door een positief nettobedrijfskapitaal en/ of door de schulden op korte termijn.

Een deel van de vlottende activa wordt spontaan gefinancierd door de werking van het bedrijf
(leveranciersschulden, RSZ, fiscale schulden, personeel). Een tekort aan spontane financiering moet
worden opgevangen door externe financiering  nettobedrijfskapitaalbehoefte.

Zie schema

Beginnen met bruto bedrijfskapitaal (= vlottend actief) OMDAT:

1. Realiseerbaar en dus omzetbaar in geld
2. Kapitaal waar je (voor een stuk) mee kan werken.

We hebben echter iets NETTO nodig in plaats van bruto.

- Activa die we gekocht hebben (deels gefinancierd met vreemd vermogen), dus – vreemd
vermogen op korte termijn.
- Vreemd vermogen op lange termijn + eigen vermogen – vaste activa (activa en passiva gelijk
aan elkaar).

Tabel 4.2. Nettobedrijfskapitaalbehoefte (balans en toelichting)

Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte
Cashflow corrigeren met veranderingen van de nettobedrijfskapitaalbehoefte.

Zie tabel 4.3. Verandering nettobedrijfskapitaalbehoefte (nettobedrijfskapitaalbehoefte en
operationele CF).

Om de totale kasstromen te kennen dienen ook nog de kasstromen uit investeringen en financiering
te worden bijgeteld!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisehoet1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.73  5x  sold
  • (0)
Add to cart
Added