samenvatting voor het vak logistieke veiligheid gebaseerd op basisboek integrale veiligheid hoofdstuk 27 28
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool NTI (NTI)
HBO Bachelor Integrale Veiligheid
Logistieke Veiligheid (6439)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
maenmi
Reviews received
Content preview
Samenvatting Basisboek Integrale veiligheid
27 Externe Veiligheid
Externe veiligheid gaat over bedrijfs- en transportrisico's voor mensen die met die
bedrijvigheid niet direct iets te maken hebben en zich buiten dat bedrijf of de transportroute
bevinden, zoals omwonenden.
Volgens de overheid is het externe veiligheidsbeleid gericht op het beheersen van risico's
voor de omgeving vanwege:
gebruik, opslag en productie van gevaarlijke stoffen door inrichtingen;
transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen of over water, land of spoor;
gebruik van luchthavens, inclusief luchtwegen.
Gevaarlijke stoffen zijn stoffen of mengsels van stoffen, die vanwege hun intrinsieke
eigenschappen of de omstandigheden waaronder ze voorkomen, een gevaar vormen voor
de mens of voor het milieu, waardoor schade aan gezondheid of leven kan worden
toegebracht.
Trajecten waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd en alle luchtwegen zijn
transportroutes.
Technologische ontwikkelingen hebben geleid tot intensiever gebruik en transport van
gevaarlijke stoffen. Tegelijk hebben technologische ontwikkelingen geleid tot meer kennis
over de risico's die aan gevaarlijke stoffen verbonden zijn. Bij elkaar heeft dat effect gehad
op overheidsbeleid voor externe veiligheid. Het beleid richt zich op het voorkomen van
directe fysieke schade & zwaar lichamelijk of dodelijk letsel. Daarnaast richt het zich op het
voorkomen van maatschappelijke ontwrichting.
In 2001 verscheen het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP-4). De overheid zou voortaan een
weloverwogen keuze moeten maken tussen enerzijds de ruimtelijke ontwikkeling (wonen,
werken en recreëren) en anderzijds het behouden of uitbreiden van risicovolle activiteiten.
Extern veiligheidsbeleid kent twee maatstaven voor onveiligheid: plaatsgevonden risico (PR)
en groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon die
permanent en onbeschermd zou verblijven in de directe omgeving van een inrichting of
transportroute overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen in die
inrichting of op die route. Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep personen in het
invloedsgebied van een inrichting of transportroute komt te overlijden als direct gevolg van
een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen in die inrichting of op die route. Het
invloedsgebied is het gebied rond een risicobron waarbinnen aanwezigen worden meegeteld
bij het bepalen van het groepsrisico. Om het groepsrisico te bepalen moet je kennis hebben
van de processen en ongevalscenario's bij de bron en het aantal personen binnen het
invloedsgebied.
Het Nederlandse externe veiligheidsbeleid is gebaseerd op het een risicobenadering. Met
kwantitatieve risicoanalyses trachten veiligheidsdeskundigen risico's objectief vast te stellen,
te vergelijken en te normeren: R= p x E (R= risk, P= probability en E = effects)
De risicobeheerscyclus kent vijf stappen, die elkaar in de praktijk overigens niet altijd keurig
in die rij opvolgen: risico's identificeren, risico's kwantificeren, risico's toetsen, risico's
verminderen en het risiconiveau handhaven.
,De door de regering vastgestelde norm is dat het plaatsgebonden risico (PR) voor nieuwe
objecten nergens groter mag zijn dan 1:1.000.000. De grenswaarde p = 10-6
(iemand mag eens per miljoen jaar de kans hebben op overlijden)
De verschillende risiconiveaus van het plaatsgevonden risico kunnen we op een kaart
afbeelden met iso-risicocontouren. Dat zijn lijnen die plaatsen met gelijke risico's met elkaar
verbinden.
Voor het groepsrisico is niet een vergelijkbare harde grenswaarde vastgesteld, maar er zijn
wel oriëntatiewaarden. Een oriëntatiewaarde kan worden opgevat als een ijkpunt waarvan
men alleen in zeer zwaarwegende gevallen in nadelige zin mag afwijken.
Wanneer we de frequentie waarmee een ongeval mag voorkomen (F) en de groepsgrootte
(n) logaritmisch tegen elkaar uitzetten in een grafiek, ontstaat een zogeheten Fn-diagram.
Zo'n diagram toont de oriëntatiewaarden bij verschillende groepsgroottes in een rechte lijn.
Wanneer een risicoanalist de waarden voor een
object berekent en die waarden liggen links onder
deze lijn, dan voldoet het object aan de
oriëntatiewaarde. Ligt een berekende waarde
rechts boven de lijn, dan wordt de
oriëntatiewaarde daar overschreden en zijn
maatregelen nodig.
Zorg dragen voor externe veiligheid is primair de taak van de organisatie die verantwoordelijk
is voor de inrichting of het transport. Verminderen van risico's kan door brongerichte of
effectgerichte maatregelen (of een combinatie daarvan). Een brongerichte maatregelen is
bijv. maximumsnelheden van wegen. Een effectgerichte maatregel is bijv. zonering rondom
de inrichting, bouwkundige voorzieningen bij omliggende bebouwing.
Het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo) is van toepassing op inrichtingen waarbij
de gebruikte hoeveelheden gevaarlijke stoffen uit de Seveso-richtlijn worden overschreden
De Seveso-richtlijn stelt de drempel vast van de hoeveelheden gevaarlijke stoffen waarboven
een bedrijf onderworpen is aan de voorschriften inzake de preventie van zware ongevallen
en de beperking van de gevolgen daarvan voor mens en milieu.
Alle bedrijven die onder de werkingssfeer van dit besluit vallen, zijn verplicht om een
preventiebeleid ter voorkoming van zware ongevallen (PBZO) te voeren. Daarnaast moeten
ze beschikken over een veiligheidsbeheersysteem om dit beleid uit te kunnen voeren.
Een veiligheidsbeheersysteem omvat o.a. de organisatorische structuur en de procedures
om ongelukken te voorkomen, de organisatie en opleiding van het personeel, de manieren
waarop gevaren en risico's tijdens productie en opslag worden geïdentificeerd en
beoordeeld, het onderhoud aan machines, het toezicht op de uitvoering, de planning en
oefening van noodsituaties, alarmerings- en meldingsprocedures en audits van het systeem.
, De zwaarste categorie risicobedrijven zijn bovendien verplicht om bij oprichting en wijziging
van een risicovolle inrichting een veiligheidsrapportage (VR) op te stellen. Deze rapportage
bevat niet alleen een KWAS van PR en GR, maar ook een beschrijving van
ongevalscenario's en manieren om deze te voorkomen en negatieve effecten daarvan voor
mens en milieu te vermijden, evenals een beschrijving van het veiligheidsbeheersysteem.
Door een zogenoemde structuurvisie externe veiligheid op te stellen voor haar hele
grondgebied kan een gemeente de samenhang aangeven tussen de gemaakte keuzes en de
ruimtelijke consequenties van deze keuzes duidelijk maken.
In principe ligt de handhaving van het externe veiligheidsbeleid bij de instantie die
verantwoordelijk is voor de uitvoering (vergunningverlening) van dat beleid. Dit is
eerstelijnstoezicht en dat berust bij gemeenten en provincies (indien zij het bevoegd gezag
zijn). Het tweedelijnstoezicht houdt voor gemeenten in dat de provincie het eerstelijnstoezicht
van de gemeente weer controleert. Het tweedelijnstoezicht op provincies wordt uitgevoerd
door de Inspectie Leefomgeving en Transport (IVW). Op rijksniveau is het ministerie van
IenM verantwoordelijk voor het externe veiligheidsbeleid.
Het beleidsterrein externe veiligheid is nog altijd in beweging. Twee recente ontwikkelingen
zijn: de invoering van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de ontwikkeling
van het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maenmi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.