1. Aandeelhouders van een NV kunnen zijn:
I) een persoon; II) een pensioenfonds; III) een verzekeringsmaatschappij
A. Alleen I
B. I en II
C. Alleen II
D. I, II en III
2. De eigenaren van een NV zijn de:
I) managers; II) directe; III) aandeelhouders
A. Alleen II
B. I en II
C. Alleen III
II
D. I, II en III
3. Wat kan een bedrijf NIET:
I) geld lenen; II) geld uitlenen; III) vervolgen en vervolgd worden (juridisch); IV) stemmen
A. I en II
B. I, II en III
C. Alleen IV
D. I, II, III en IV
4. Een beslissing door het bedrijf om te investeren heet ook wel:
A. financieringsbeslsissing.
B. liquiditeitsprognose.
C. capital budgetng beslissing.
D. leaseverplichtng.
5. Als treasurer houd je je bezig met:
I) maken van financiële overzichten; II) valutahandel; III) cash management; IV) aantrekken van nieuw
vermogen
A. Alleen I and III
B. I, II en III
C. III en IV
D. II, III en IV
6. Als controller houd je je bezig met:
I) maken van financiële overzichten; II) interne accountng; III) cash management; en IV) belastngen
A. I, II en IV
B. Alleen III
C. I en II
D. II en III
7. Welke van de volgende is een belangrijke functe van een financiële markt?
I) bron van financiering; II) bron van liquiditeit; III) risicobeprijzing; IV) bron van informate
A. I
B. I en II
C. I, II, III en IV
, D. IV
8. Wie van onderstaande groepen heef er recht op een deel van de inkomsten van het bedrijf:
I) aandeelhouders; II) obligatehouders; III) werknemers; IV) management; V) overheid
A. I en II
B. I, II en III
C. I, II, III en IV
D. I, II, III, IV en V
9. Het doel van een bedrijf is:
A. winstmaximalisate.
B. maximalisate van de omzet.
C. maximalisate van de waarde van het bedrijf .
D. maximalisate van de beloning van de managers
10. De huidige waarde van $100.00 te ontvangen over 2 jaar met een discount rate van 6% is:
A. $112.36.
B. $106.00.
C. $100.00.
D. $89.00.
11. Huidige waarde wordt omschreven als:
A. toekomstge kasstromen verdisconteerd naar nu met de juiste disconteringsvoet
B. het omgekeerde van toekomstge kasstromen
C. de toekomstge waarde van huidige kasstromen
D. toekomstge kasstromen vermenigvuldigd met de factor (1 + r)t.
12. Een investering van $400,000 levert na 1 jaar een kasstroom van $480,000 op. Wat is de Neto Contante
Waarde (NPV) van dit project bij een disconteringsvoet van 20%?
A. $176,000
B. $80,000
C. $0 (nul)
D. $64,000
13. Als de rente 10% is, welke van onderstaande kasstromen levert dan nu het meeste op?
A. opte A
B. opte B
C. opte C
D. opte D (alle drie leveren ze evenveel op, namelijk 900 dollar)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yalenkatauber. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.