Samenvatting Sociale psychologie periode 3 leerjaar 2
76 views 0 purchase
Course
Sociale Psychologie
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Samenvatting van het vak sociale psychologie. De samenvatting bestaat uit de hoorcolleges als leidraad en aangevuld met de aanbevolen literatuur die staat beschreven in de studentwijzer. Aan de hand van de samenvatting heb ik mijn tentamens allemaal in een keer behaald.
Sociale psychologie
Volgens evolutionaire psychologen zijn sociale contacten belangrijk voor:
Sociale steun
Samenwerking
Voortplanting
Wat zijn voordelen/functies van sociale contacten:
• Minder eenzaamheid
• Minder depressie
• Kleinere kans op eerder overlijden
• Kleinere kans om opgenomen te worden in een psychiatrische inrichting
• Kleineren kans op hart- en vaatziekten
• Betere stressbestendigheid
Maar natuurlijk is niet elke sociale relatie goed voor je! Sociale media heeft tegenwoordig een
belangrijke rol in contact.
Het belang van sociale steun:
Hoe ingrijpender en stressvoller een levensgebeurtenis (kan ook positief zijn), hoe waardevoller
sociale steun.
Hangt af van de ernst en de frequentie. Hoe meer levensgebeurtenissen in korte tijd, hoe groter de
kans op stress, burn-out en ziekte. Het hangt echter wel af van de ernst van de levensgebeurtenis.
Tevens is het zo dat het afhangt van de coping stijl hoe mensen met stress omgaan.
4 vormen van sociale steun/sociaal kapitaal:
- Emotionele steun: elkaar steunen
- Informationele steun: advies en informatie geven en ontvangen.
- Instrumentele steun: praktische dingen doen. Voorkomt en verhelpt praktische problemen en
stress.
- Waarderende steun: bevestiging van goede zelf. Anderen bevestigen dat zij goed bezig zijn.
Alle vormen van steun zijn belangrijk. Het hangt af in wat voor situatie je zit wat voor steun je nodig
hebt.
Openlijke en onzichtbare steun:
Openlijke steun:
Degene die helpt en degene die geholpen wordt realiseren zich beiden dat er steun wordt gegeven.
Onzichtbare steun:
De ontvanger van de steun heeft niet door dat hij geholpen wordt, maar heeft er wel profijt van.
Waargenomen steun:
Het gaat niet zozeer op de daadwerkelijke steun die je ontvang. Het gaat om het idee dat je gesteund
wordt, of gesteund zou kunnen worden indien nodig.
1
,Sociale steun verklaringen:
Verklaringen voor hulpvaardig gedrag:
1. Inclusive fitness theorie: Genetische band. Mensen zijn gericht op het overleven van hun
genen.
2. Competitive altruism theorie: Verbeteren eigen reputatie en daarom sociaal gedrag vertonen.
3. Empathie-altruïsme-theorie: Empathie voor de ander, zonder enig eigen belang de ander
helpen.
4. Negative-state-relief-model: Gemotiveerd om negatieve gevoelens weg te nemen die de ander
bij je opwekt. Vermijden is een eenvoudige manier om met onlustgevoelens om te gaan. Het
niet langer stilstaan bij het slachtoffer en aan iets anders denken. Mensen zijn gemotiveerd om
onlustgevoelens te verminderen.
5. Mood enhancement theorie: Gemotiveerd om zich goed te voelen. Helpen anderen onbewust.
Het geeft een positief gevoel dat je nodig bent voor een ander. Het verschil tussen 4 en 5 is
dat bij reden 5 dit niet wordt opgewekt door negatieve gevoelens.
6. Ervaren van plichtsbesef: ze voelen zich verplicht, om wat voor reden dan ook.
7. Sociale-uitwisselingstheorie: Streven naar wederkerigheid
Sociale steun en empathie:
Hulpverleners syndroom: helpen van anderen om een goed zelfbeeld te houden. Cliënt ontvangt
sociale steun, maar:
- Cliënt moet leren zelf weer regie te nemen,
- Cliënt wordt afhankelijk
- Hulpverlener neemt problemen van cliënt mee naar huis.
Samenwerking
Optimale samenwerking door:
Positieve sociale interdependentie: Mensen kunnen alleen hun doel bereiken als anderen hun doel
ook bereiken. Hoe groter de positieve interdependentie hoe beter zij zullen samenwerken en hoe
productiever de samenwerking zal zijn. Hiervoor is nodig:
• Groepsdoelen
• Cohesie
• Vertrouwen
• Gevoel van rechtvaardigheid
Negatieve sociale interdependentie: mensen bereiken alleen hun doel, wanneer anderen dit niet doen.
Sociaal dilemma: individueel belang en collectief belang staan tegenover elkaar. Wanneer iedereen
kiest voor individueel belang zal dit op lange termijn schadelijk zijn voor het collectief en lijdt
uiteindelijk iedereen verlies.
Men is eerder bereid tot samenwerking wanneer:
• Er sterke sociale normen heersen: gedragsregels die aangeven wat er van groepsleden wordt
verwacht.
• Injunctieve normen: Wat door de groep als (on)gewenst wordt gezien.
• Descriptieve normen: Wat mensen daadwerkelijk doen, of wat mensen denken dat
anderen zouden doen.
Descriptieve normen (de waarneming van wat anderen doen of hetgeen men denkt dat anderen doen)
een sterkere invloed hebben op het gedrag in een groep dan injuctieve normen.
Voortplanting:
Op zoek naar partner. In Nederland blijft slechts zo’n 17 procent van de vrouwen kinderloos. Op dit
moment is voortplanting niet nodig, als mensen bang zijn voor het uitsterven voor hun soort. Er is
namelijk sprake van overbevolking.
2
, Sociale netwerk:
Geheel van mensen waarmee een relationele band is. Zorgen voor steun, ontspanning en een gevoel
ergens bij te horen. Min of meer duurzame banden onderhouden voor vervulling van dagelijkse
behoeften. De ene persoon heeft meer behoefte aan een groot sociaal netwerk dan de ander.
Steungroep: een kleine groep mensen van ongeveer 7 personen die iemand al lang kent. Met deze
mensen kan het zijn dat de persoon dagelijks contact heeft, maar ook onregelmatig. Met deze mensen
voelen zij zich erg close bij deze mensen zoeken ze steun bij emotionele problemen of crisis.
Symphatiegroep: staat buiten de steungroep. Met deze mensen kan je goed opschieten en bij
overlijden van een persoon uit deze groep raak je erg overstuur. Deze groep bestaat ongeveer uit 12 tot
15 personen.
Weak ties: Zwakke banden in het Nederlands. Zijn vrijblijvende contacten die vooral plezier
opleveren en weinig verplichtingen met zich meebrengen. Zonder schuldgevoel of andere negatieve
gevoelens kan het contact verbroken worden. Deze groep bestaat maximaal uit 150 personen.
Gebrekkig sociaal netwerk:
• Eenzaamheid: de discrepantie tussen het aantal gewenste sociale contacten en het reële aantal
(dus subjectief)
• Sociale eenzaamheid: Gebrek aan vrienden/contacten
• Sociaal isolement
• Emotionele eenzaamheid: Afwezigheid van belangrijke centrale persoon
• Emotionele intimiteit, troost en steun
• Sociale identiteit: Onze identiteit wordt mede bepaald door de groepen waar we toe behoren.
• Sociometerhypothese: Zelfwaardering is afhankelijk van gevoel van acceptatie/afwijzing
door een groep.
• Aantasting zelfwaardering: gevoel er niet bij te horen. Bij uitsluiting / weinig contacten
daalt de zelfwaardering
Hoorcollege 2:
Zelfbeeld:
Sociale cognitie: hoe mensen denken over zichzelf en anderen.
Het zelfbeeld bestaat uit (hoe zien wij onszelf):
- Zelfkennis: wat je over jezelf weet, hierdoor kunnen mensen zichzelf beschrijven.
- Zelfwaardering: wat je van jezelf vindt een oordeel over de zelfkennis.
We leiden dit zelfbeeld af uit o.a. onze zelfschema’s en de groepen waar we toe behoren (Sociale
identiteit).
We hebben 2 soorten identiteiten: (zelfcategorisatie theorie)
- Persoonlijke identiteit komt voort uit karaktereigenschappen, lijkt op zelfschema.
- Sociale identiteit leid je af uit de groepen waar je toebehoort. Bepaald voor een groot gedeelte
ons zelfbeeld. Daagt je uit om bij bepaalde groepen te willen horen.
Zelfschema’s:
Schema’s over hoe jij jezelf ziet. Wanneer je in bepaalde situaties komt handel je volgens een
bepaalde manier. Hoe jij vind dat je moet handelen. Mentale structuren die helpen het eigen gedrag en
de ervaringen die daaruit voortvloeien te begrijpen en verklaren.
- Dit soort schema’s vormen de kern van je zelfbeeld.
- Helpen om informatie sneller te verwerken
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suzanneberkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.