Sociaal Recht. Schooljaar 2018 – 2019. Februari-instroom. Periode 3. Eerste kans d.d. 1 november
2018 15:00 uur. Versie A Antwoordmodel
Let op:
Dit tentamen bestaat uit een deel A en een deel B
Deel A bestaat uit twee korte casussen waar vragen over gesteld worden.
Deel B bestaat uit ‘losse’ vragen, die geen betrekking hebben op de casus die eerder
gepresenteerd zijn.
Het tentamen bestaat uit 40 vragen met vier antwoorden. Bij 25 vragen goed heeft u een
voldoende. Bij iedere vraag is er maar één antwoord goed.
Deel A
Casus 1: Willem
Willem, geboren op 18 februari 1981, gehuwd, werkt als metaalbewerker in loondienst. Hij verdient
€2.800,- bruto per maand. Willem krijgt helaas tijdens het sporten op 1 juni 2018 een zware hartaanval.
Hij wordt in het ziekenhuis opgenomen en ondergaat een ingrijpende operatie. Zodra hij weer thuis is
wordt hij voorlopig niet tot enig werk in staat geacht.
1. Heeft Willem nu recht op een socialezekerheidsuitkering?
a) Ja, hij heeft nu recht op een uitkering op grond van de Ziektewet.
b) Nee, hij heeft geen recht op een socialezekerheidsuitkering, want hij heeft recht op
loondoorbetaling van de werkgever.
c) Ja, hij heeft recht op een WGA-uitkering op grond van de Wet WIA.
d) Ja, hij heeft recht op een IVA-uitkering op grond van de Wet WIA.
2. Marleen, de echtgenote van Willem, heeft inkomsten uit arbeid uit haar webshop. Zij is dus
zelfstandig ondernemer. Welke stelling is juist?
a) Marleen is verzekerd voor de werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen.
b) Marleen is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en niet voor de
volksverzekeringen.
c) Marleen is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen maar wel voor de
volksverzekeringen.
d) Marleen is verzekerd voor de werknemersverzekeringen maar niet voor de
volksverzekeringen.
3. Wie bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de Wet WIA?
a) De bedrijfsarts van de zieke werknemer.
b) De behandelende artsen van de werknemer.
c) De verzekeringsarts van het UWV.
d) De arbeidsdeskundige en de verzekeringsarts van het UWV.
4. Wat is de maximum duur van een Ziektewet-uitkering?
a) Er is geen maximum, zolang iemand ziek is duurt de ZW-uitkering voort.
b) De maximumduur van een ZW-uitkering is twee jaar.
c) De maximumduur van een ZW-uitkering is één jaar.
d) De maximumduur van een ZW-uitkering is negen maanden.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller as7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.