Tentamens maken is een kunst: veel studenten weten het antwoord wel, maar slepen niet alle punten binnen. Met deze antwoordschema’s leer je zowel hoe je de tentamenvragen moet beantwoorden, als de kernstof van het vak. Elk belangrijk leerstuk van het vak wordt besproken in een antwoordschema met:...
NATIONAAL &
INTERNATIONAAL
PROCEDEREN
*LS = Lidstaat van de EU
*OVK = overeenkomst
*OD = onrechtmatige daad
*HFKV = Haags Forumkeuze Verdrag
*i.b. = in beginsel
*HvJ-EU = Hof van Justitie van de Europese Unie
*EVRM = Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
*h.b. = hoger beroep
Week 6 – Bewijslastverdelingen, -vergaring, -middelen
en internationale bewijsvergaring (discovery)
Wie stelt, die bewijst
1. Inleiding: De eiser wil iets, heeft een vordering (bv. 5000,- euro). Om die vordering te
onderbouwen, stelt de eiser enkele feiten (bv. ik heb aan X € 5.000,- geleend). Op hun
beurt, moeten de stellingen zijn onderbouwd, willen ze de rechter kunnen overtuigen. De
rechter is immers vrij om te oordelen over het bewijs en de gestelde feiten (art. 152 Rv).
De gedaagde staat ook niet machteloos en kan op twee wijzen reageren:
- a) met een betwisting van de gestelde feiten door de eiser (bv. Het was helemaal
geen lening maar een schenking) en/of
- b) met een eigen verweer. Het verweer houdt in dat hij een tegenargument heeft
op basis van de wet (bv. Zelfs als het een lening is, dan is de lening verjaard).
De rechter moet vervolgens de balans op maken: heeft de eiser voldoende gesteld en heeft
de gedaagde voldoende betwist? Als een stelling voldoende onderbouwd is en onvoldoende
betwist, dan is het gestelde feit (de stelling) een vaststaand feit. Alleen vaststaande feiten
vormen de grondslag van de rechterlijke beslissing (uitspraak). De rechter is lijdelijk, maar
mag de vordering afwijzen bij onvoldoende onderbouwing en toewijzen bij onvoldoende
betwisting (art. 149 Rv). Als het eindigt in een gelijkspel, gaan we van de stelfase naar de
bewijsfase: de eiser krijgt de kans om zijn stellingen te bewijzen (art. 150 Rv). De
gedaagde hoeft niet de betwistingen te bewijzen (~Ongeluk St. Oedenrode). Als de
gedaagde een verweer heeft gevoerd, krijgt de gedaagde de kans om de stellingen ten
grondslag van dat verweer te bewijzen. De gedaagde moet namelijk de stellingen die het
fundament vormen van zijn verweer bewijzen, omdat zijn verweer de vordering van de
eiser kan blokkeren (~Kroymans/Verploegen). Na de bewijsfase maakt de rechter opnieuw
de balans op: welke gestelde feiten zijn vaststaande feiten geworden? Welke
rechtsgevolgen moeten daaraan worden verbonden (bv. de vordering is wel of niet
verjaard)? En ten slotte: moet de vordering worden toe- of afgewezen?
, N.B. Feiten van algemene bekendheid behoeven geen bewijs (art. 149 Rv).
N.B. Er bestaat een processuele waarheid: partijen bepalen de feiten. Als een partij stelt
dat olifanten paars zijn en dat de andere partij dat niet/onvoldoende betwist, dan is het
een vaststaand feit.
N.B. In de dagvaarding of in de conclusie van antwoord kan een partij een bewijsaanbod
doen: ‘Ik meen dat o.g.v. art. 150 Rv de andere partij de bewijslast heeft, mocht u toch
menen dat ik de bewijslast heb, dan biedt ik X en Y aan als bewijs.’
~HR Bewijsaanbod in hoger beroep: Een bewijsaanbod in hoger beroep dient voldoende
specifiek en ter zake dienend te zijn.
N.B. De bewijslast uit art. 150 Rv wordt in uitzonderlijke gevallen omgedraaid: wegens een
bijzondere regel (~Zandvliet/Vlielander: de pseudo-gevolmachtigde moet de toereikende
volmacht bewijzen, anders moet de derde een negatief feit bewijzen) of strijd met de
redelijkheid en billijkheid (~HR Bewijslastomkering: Notaris die zijn vrouw genaaid heeft
met het veranderen van de huwelijkse voorwaarden moet bewijzen dat zijn vrouw de
strekking en gevolgen kon overzien). Bewijslastomkering vanwege strijd met redelijkheid
en billijkheid is zeer zeldzaam; slechts bewijsnood is onvoldoende.
N.B. Groningse massaschade art. 6:177a BW: bewijsvermoeden. Eiser moet nog steeds
bewijzen, gedaagde moet tegenbewijs leveren.
2. Toepassing
Wie doet wat Andere partij Uitslag Bewijsfase?
Eiser heeft zijn Gedaagde betwist Gestelde feiten door Nee
stellingen (t.b.v. zijn niet/onvoldoende eiser = vaststaande
vordering) voldoende feiten
onderbouwd
Eiser heeft zijn Gedaagde betwist Gelijk spel Ja eiser moet
stellingen (t.b.v. zijn voldoende gestelde feiten
vordering) voldoende bewijzen
onderbouwd
Eiser heeft stellingen Gedaagde betwist Gestelde feiten ≠ Nee
(t.b.v. zijn vordering) voldoende vaststaande feiten
onvoldoende
onderbouwd
Gedaagde heeft Eiser betwist Gelijkspel Ja gedaagde
stellingen (t.b.v. zijn voldoende moet gestelde
verweer) voldoende feiten bewijzen
onderbouwd
Wat Inhoud Bewijs Rechtsgevolg
Verweer De partij voert De feiten die het Af- of toewijzing van de
een fundament van het vordering.
tegenargument verweer vormen,
aan op grond moeten worden
van de wet. bewezen.
Betwisting De partij stelt Diegene die stelt, moet Gesteld feit (niet)
dat de feiten die stelling bewijzen. vaststaand feit.
anders zijn. Diegene die betwist,
hoeft zijn betwisting
niet te bewijzen.
3. Conclusie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beethoven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.