Onderwijswetenschappen
College 1, 27-10-2015 – artikelen
Onderwijskunde is een toegepaste wetenschap die het onderwijs bestudeert en probeert al
doende een bijdrage te leveren aan de verbetering en verandering van het onderwijs.
Onderwijswetenschappen is multidisciplinair
- Psychologie
o Studie van kenmerken van de leerling en leerprocessen.
- Pedagogiek
o Studie van de relatie tussen leraar en leerling.
- Sociologie
o Studie van de relatie tussen onderwijs en samenleving, ongelijkheid, verschillen
tussen groepen.
- Organisatiewetenschap
o Studie van schoolorganisatie en management van scholen.
Educatieve infrastructuur
Het samenspel van de volgende functies:
- Opleiding
- Begeleiding
- Toetsontwikkeling
- Leerplan
- Onderzoek
Functies hebben betrekking op primaire en secundaire processen in de school, waarvoor de overheid
verantwoordelijkheid draagt, en de functies richten zich op alle scholen en leerlingen.
,Doelen van het onderwijs
- Kennis
- Vaardigheden
o Cognitieve vaardigheden
o Metacognitieve vaardigheden
o Sociale vaardigheden
o Creatieve vaardigheden
o Motorische vaardigheden
o Burgerschapsvaardigheden
- Waarden en normen
➔ Onderwijs heeft een socialiserende functie
Maatschappelijke functies van het onderwijs
- Kwalificatie (voorbereiding op vervolgopleiding of beroep)
- Selectie (determinatie) en allocatie (toewijzen)
- Vorming (burgerschap)
De context van het onderwijs in Nederland anno 2015
- Basisonderwijs voor iedereen
- Verzuild onderwijssysteem
- Selectie na het basisonderwijs
o Groepsleraar in het basisonderwijs
o Vakleraar in het voortgezet onderwijs
- Verschillen tussen scholen
o Leerling populatie
o Pedagogisch-didactische inrichting
- Toename van leerlinggericht onderwijs (leerlingen actief betrekken bij het leerproces)
- Aandacht voor zorgleerlingen: passend onderwijs
- Aandacht voor excellente leerlingen
- Krimpend leerlingaantal
- In de toekomst: lerarentekort
Spanningen en dilemma’s
- Brede vorming – specifieke beroepsvoorbereiding
- Kennisoverdracht – aandacht voor waarden en normen
- Overdracht van kennis – zelfstandig leren
Artikel 1 – zelf uitleggen is leerzamer
Ongeacht het niveau geldt: hoe meer interactie tussen leerlingen, hoe beter leerlingen presteren.
Het experiment: er zijn 24 duo’s samengesteld.
- Laag – midden 12 duo’s
- Midden – hoog 12 duo’s
- Rekentaak in tweetallen, na twee
maanden een individuele toets.
➔ Een middenmoter vertoont minder inzet als
deze moet samenwerken met een betere
leerling dan als deze moet samenwerken
met een zwakkere klasgenoot.
,Artikel 2 – de geflipte klas
Resultaten onderzoek naar ‘flip de klas’:
- Meer samenwerking in en buiten de klas;
- Leerlingen hebben het gevoel meer persoonlijke aandacht te krijgen in de klas;
- Leerlingen ervaren meer controle over het leerproces;
- Leerlingen zijn meer gemotiveerd om te leren;
- Lesstof kan makkelijk herhaald worden;
- Leerlingen ontwikkelen sterke communicatievaardigheden;
- Leerlingen zijn beter in staat kritisch na te denken over de leerstof. Belangrijk is hierbij dat er
tijdens contacturen meer complexe vragen en toepassingen worden behandeld;
- Docenten hebben het idee meer te kunnen differentiëren in de klas;
- Er is geen verschil in leerresultaten gevonden.
Voordelen:
- Meer variatie;
- Leerling staat centraal;
- Meer keuze voor de leerling, ze zijn minder afhankelijk van de docent.
Nadelen:
- Het ontwikkelen van materiaal is arbeidsintensief werk voor de docent;
- Het gebrek aan interactie kan leiden tot een meer docerende lesstijl;
- De leraar heeft geen zicht op het functioneren buiten de les om;
- De werklast van leerlingen komt in het geding als dit voor elk vak wordt toegepast;
- Er zijn technische hulpmiddelen voor nodig om hier gebruik van te maken.
Artikel 3 – wat ziet de leraar?
Het onderzoek:
- Oogbewegingen van leraren in het VO analyseren terwijl ze keken naar video’s van
probleemsituaties in hun klas.
- 35 ervaren leraren en 32 leraren in opleiding.
- Interviews met leraren.
Resultaten:
- Ervaren leraren houden meer gebieden in de gaten en doen dit bewuster;
- Ervaren leraren letten meer op lichaamsbewegingen en interacties;
- Beginnende leraren letten meer op gezichten.
Conclusie:
verschil in kijkgedrag kan verschil in effectiviteit van lesgeven tussen ervaren en beginnende
leerkrachten verklaren. Zij zien meer en kunnen sneller en effectiever ingrijpen.
Resultaten van de interviews:
- Beginnende leraren zijn meer gefocust op het naleven van regels;
- Ervaren leraren zijn meer gefocust op het creëren van een optimale leeromgeving.
, Artikel 4 – het onderwijsachterstandenbeleid
Beleid om achterstanden van te verkleinen van leerlingen uit:
- laag sociaal economisch milieu;
- migrantengroepen.
Voorbeelden van maatregelen:
- Scholen krijgen extra budget;
Scholen zijn vrij in hoe dit budget besteedt wordt. Hierdoor wordt het weinig gebruikt voor
specifieke achterstand bestrijdende activiteiten.
- VVE: voor- en vroegschoolse educatie;
In Nederland is van geen enkel VVE-programma aangetoond dat het effectief is.
- Pilots taalbeleid onderwijsachterstanden;
Scholen ontvingen een extra budget en ondersteuning van taal- en rekenexperts. Dit met als
doel om het aantal leerlingen dat niet voldoet aan de toets norm voor taal terug te dringen.
Dit doel is deels gerealiseerd.
- Schakelklassen.
De (overwegend allochtone) leerlingen die deel hebben genomen aan een schakelklas
boeken wat taal betreft meer leerwinst dan vergelijkbare kinderen die niet in een schakelklas
hebben gezeten. Kinderen die alleen in de onderbouw in een schakelklas hebben gezeten,
hebben grote kans op terugval. Dit gebeurt niet als kinderen in de bovenbouw in een
schakelklas hebben gezeten.
➔ Moeilijk is het om ze beoordelen of de maatregelen effectief zijn omdat er weinig onderzoek
naar is verricht.
Optimalisering van het onderwijs
Redenen om een bepaalde verandering voor te stellen:
- Theoretisch (waarom zou het goed zijn als er iets op een bepaalde manier zou veranderen?)
- Empirisch (veranderingen kunnen gebaseerd zijn op praktijken op andere scholen die effectief
zijn gebleken)
Het in de praktijk realiseren van een verandering wordt ook wel implementatie genoemd.
Het implementeren kan op verschillende manieren gebeuren:
- Training en coaching van leraren;
- Adviesgesprekken met een schooldirecteur;
- Voorlichting aan ouders;
- Training van leerlingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller f_rouwenhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.