Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken
Medische vakken
All documents for this subject (38)
8
reviews
By: lukajansen1 • 2 year ago
By: nukioo00 • 2 year ago
By: kathelynhoogendonk • 3 year ago
By: rosasmit00 • 4 year ago
By: steinoosterom • 4 year ago
By: manoukvdv16 • 5 year ago
By: marijesmily • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
lotmbrt
Reviews received
Content preview
Medische vakken Periode 6:
001:
Opdracht:
Beschrijf de ligging van het hart ten opzichte van de aangrenzende organen.
Het hart is asymmetrisch van vorm en ligt in de thoraxholte nagenoeg midden achter het
borstbeen, in het mediastinum (de ruimte tussen de twee longen). Pijn aan het hart wordt
bijna altijd ook midden op het borstbeen gevoeld. Het hart ligt meer aan de linkerkant dan
aan de rechterkant van het borstbeen. Het steekt slechts ongeveer 2 cm uit aan de
rechterkant. In de linkerlong daarentegen zorgt het hart voor een diepe indeuking. Het hart
kan voorgesteld worden als een kegel. De top van de kegel wordt de apex genoemd, het
grondvlak de basis. De apex ligt meer caudaal (naar onderen toe), ventraal (naar voren toe)
en links dan de basis die meer cervicaal (naar boven toe), dorsaal (naar achteren toe) en
rechts gelegen is. De as van de kegel verloopt dus schuin in de thorax (borst). Het hart
grenst aan het middenrif (diafragma) met de facies diaphragmatica. Een tweede zijvlak van
het hart grenst aan het borstbeen (sternum) en een aantal ribben. Dit is de facies
sternocostalis. Het hart grenst aan de linkerlong met de facies pulmonalis. Deze facies
pulmonalis wordt soms ook gezien als een overgang van de twee andere vlakken (een heel
onscherpe overgang), daarom ook wel margo obtusus ('stompe rand') genoemd. De
overgang tussen de facies sternocostalis en de facies diaphragmatica aan de andere kant
wordt de margo acutus genoemd. Deze overgang is wel scherp.
Het hart wordt helemaal omgeven door het hartzakje, het pericard (pericardium). Dit bestaat
uit een fibreus gedeelte en een sereus gedeelte. Dit laatste is een dubbelvlies rond het hart
met een parietaal blad dat de binnenkant van het hartzakje bekleedt en een visceraal blad
dat het hart zelf bekleedt, die in elkaar overgaan ter hoogte van de omslagplooien. Deze
bevinden zich ter hoogte van de verschillende belangrijke slagaders en aders die
respectievelijk het hart verlaten en binnenkomen. Het fibreuze gedeelte (het eigenlijke
'zakje') is op zijn beurt vergroeid met het middenrif. Op die manier wordt een overvulling van
het hart verhinderd. De ruimte tussen visceraal en parietaal blad wordt de pericardiale ruimte
genoemd en is normaal gevuld met (heel weinig) vocht. Dankzij dit vocht is het mogelijk dat
deze bladen ten opzichte van elkaar verschuiven.
Beschrijf de bouw van het hart.
Het hart is eigenlijk een holle spier, gelegen in de borstholte. Het hart is een pomp die 5 tot 6
liter bloed per minuut rondpompt. Het bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren
en organen. Het hart is ongeveer zo groot als een gebalde vuist. Deze regel geldt altijd, het
hart groeit met het lichaam mee.
Het hart bestaat uit 4 holle ruimtes:
linkerboezem: hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen
linkerkamer: pompt het zuurstofrijke bloed het hele lichaam rond
, rechterboezem: hier stroomt zuurstofarm bloed uit het lichaam binnen
rechterkamer: pompt het zuurstofarme bloed naar de longen
De boezems zijn reservoirs. Zij vangen het bloed op uit het lichaam. De linkerboezem ontvangt
zuurstofrijk bloed uit de longen. De rechterboezem ontvangt zuurstofarm bloed uit de rest van
het lichaam. Zodra ze gevuld zijn pompen ze het bloed naar de kamers. De linkerkamer heeft
de belangrijkste taak. Deze kamer pompt het zuurstofrijke bloed het hele lichaam rond. De
rechterkamer pompt het zuurstofarme bloed naar de longen. Deze ruimtes worden afgesloten
door vier kleppen. Eén boezemkamer klep en drie halvemaanvormige kleppen.
Benoem de grote vaten, die bloed naar en van het hart transporteren.
Naar het hart toe: aders
- Longader
- Vena cava inferior
Van het hart af: slagaders
- Aorta
- Longslagader
Beschrijf het verloop en stroomgebied van de coronairvaten (kransslagaders).
Stroomgebied:
Tijdens het samentrekken van de kamer (systole), worden de takken van de kransslagaders
die aan de binnenzijde onder het endocard (dus binnen de hartspier) liggen, dichtgedrukt
door de hoge druk die dan ontstaat. De doorbloeding van de hartspier moet dus plaatsvinden
tijdens de ontspanning van de hartspier, de diastole, wanneer de vaten in de hartspier open
zijn en geen hoge druk te verduren hebben. Wanneer de bloedstroom naar de hartspier
tekortschiet, noemen we dat ischemie. Mannen voelen dit vaak als pijn op de borst, vrouwen
als benauwdheid. Dit heet angina pectoris. Wanneer er hartspiercellen afsterven spreken we
van een myocardinfarct of hartinfarct. De meeste bloedvaten vernauwen in reactie op
noradrenaline. De kransslagaders zijn voornamelijk voorzien van bètareceptoren en
verwijden juist als reactie op stimulatie door adrenaline. Alfa-agonisten geven daardoor maar
weinig vaatvernauwing.
Anatomie:
De twee kransslagaders ontspringen uit het eerste deel-de aortawortel- van de aorta, vlak
boven de aortaklep. De linker kransslagader ontspringt daarbij uit de linker sinus aortae, de
rechter uit de rechter.
,Noem van de hartkleppen: de namen, de bouw en de ligging.
Het hart heeft 4 kleppen:
- Mitraalklep: tussen de boezems
o Regelt bloedstroom tussen boezem en kamer in de linkerhelft van het hart
o 2 klepdelen
- Tricuspidaalklep: tussen de boezems
o Ligt in de recherhelft van het hart tussen boezem en kamer
o 3 klepdelen
- Aortaklep: tussen de kamers
o Ergens bij de aorta, waar het zuurstofrijke bloed het hart verlaat
- Pulmonaalklep: tussen de kamers
o Ligt tussen de rechterkamer en longslagader
Linkerhelft van het hart pompt bloed richting weefsels en organen en de rechterhelft naar de
longen.
Beschrijf het prikkelgeleidingssysteem van het hart.
Het prikkelgeleidingssysteem is een netwerkje van speciale cellen in de hartspier die elkaar
in een domino-effect een elektrische prikkel doorgeven. Die prikkel stimuleert de hartspier
om zich samen te trekken. Het prikkelgeleidingssysteem zorgt ervoor dat het samentrekken
in het juiste tempo en in de juiste volgorde gebeurt. De juiste volgorde wil zeggen: eerst de
boezems, dan pas de kamers.
De pompfunctie van het hart is afhankelijk van het prikkelgeleidingssysteem, want als de
hartspier in het juiste tempo en de juiste volgorde samentrekt, pompt het hart optimaal.
Werkt het prikkelgeleidingssysteem niet goed, dan spreek je van een hartritmestoornis. Een
hartritmestoornis kan de pompfunctie van het hart op allerlei manieren verzwakken en in
, zeldzame gevallen zelfs leiden tot een plotse hartdood. Maar meestal is een afwijkend
hartritme vrij onschuldig.
Het prikkelgeleidingssysteem bestaat uit cellen in de hartspier die het vermogen hebben een
elektrische prikkel snel te geleiden. Deze cellen - in de tekening groen gekleurd - vormen
een netwerkje. Weliswaar kan ook het omringende (vleeskleurige) spierweefsel een
elektrische prikkel doorgeven, maar dat gaat minder snel. Daardoor wordt de prikkel in de
meeste gevallen via de groene banen geleid.
A. Sinusknoop (bliksemflitsje)
B. AV-knoop
C. Bundel van His
D. Bundeltakken
E. Purkinje-vezels
Als het prikkelgeleidingssysteem niet goed werkt:
Dan is er kans op hartritmestoornis, dit kan men ontdekken door een hartfilmpje (ECG).
Ernstige hartritmestoornissen zijn te behandelen met medicijnen of hulpmiddelen zoals een
pacemaker of een ICD (bewaakt het hartritme en geeft in geval van nood een stroomstoot
om het hart weer op gang te krijgen) of met kleine ingreep, een ablatie (spierweefsel in het
hart wegbranden).
Beschrijf het prikkeltransport over de hartspiercellen. Beschrijf op fysiologisch
niveau, hoe een contractie van hartspiercellen tot stand komt.
Het hart is een zuigperspomp die dag in, dag uit bloed aanzuigt en vervolgens wegpompt.
Het bijzondere van de hartspier is dat het een eigen besturing heeft en niet, zoals de andere
spieren in je lichaam, bestuurd wordt door het zenuwstelsel. Tussen de normale
hartspiercellen zitten ook gespecialiseerde hartspiercellen, die een prikkelvormend of
prikkelgeleidend vermogen hebben. Ze vormen samen het prikkelgeleidingssysteem van het
hart. De delen van het prikkelgeleidingssysteem zijn: sinusknoop, AV-knoop
(atrioventriculaire knoop ofwel boezemkamerknoop), bundel van His en purkinjevezels.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotmbrt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.