100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Privaatrecht $4.31   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Privaatrecht

8 reviews
 283 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een overzichtelijke en duidelijke samenvatting met alle stof die je moet kennen voor het tentamen Inleiding Privaatrecht, inclusief alle wetsartikelen en eventuele voorbeelden. Mijn tip is om alle artikelen die bij elkaar horen bij elkaar te schrijven en tabjes bij te doen. Ik kon namelijk alle vra...

[Show more]

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • Zover nodig voor tentamen inleiding privaatrecht, eventuele hoofdstukken staan soms genoteerd achter
  • March 3, 2019
  • 32
  • 2018/2019
  • Summary

8  reviews

review-writer-avatar

By: raavanhalteren • 11 months ago

review-writer-avatar

By: evaexel • 3 year ago

review-writer-avatar

By: stijngijsbertus • 4 year ago

review-writer-avatar

By: jasonbishop • 4 year ago

review-writer-avatar

By: michael622610 • 5 year ago

Translated by Google

The summary is far from complete... there are only a few chapters in the book. I miss the overview of which chapters have been summarized. Had I known that I would never have bought this summary. I cannot use this purchase

review-writer-avatar

By: anwar-sharaf • 5 year ago

review-writer-avatar

By: loubnamalas • 5 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Inleiding Recht Privaatrecht
Verbintenissenrecht
College 1
Functie van recht
1. Belangentegenstellingen  conflicten
2. Eigenrichting niet toegestaan (het is niet de bedoeling dat iedereen maar doet wat die
wilt)
3. Voorkomen of te ordenen ( je weet waar je aan moet voldoen, bijvoorbeeld niet
stelen)
4. Oplossen (handhaven)

Indeling van het recht
1. Publiekrecht vs. privaatrecht
2. Materieel recht vs. formeel recht
3. Objectief recht vs. Subjectief recht

Publiekrecht = tussen burger en overheid

Privaatrecht = tussen burgers onderling (vooral BW)

Materieel recht
= regels die rechten en plichten geven
Bijvoorbeeld: Burgerlijk wetboek, Wetboek van Strafrecht

Formeel recht
= regels die aangeven hoe de procedure gaat ( komt pas van pas als er conflicten ontstaan)
Bijvoorbeeld: Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering, Wetboek van Strafvordering

Objectief recht / positief recht
= geheel van de in de maatschappij geldende rechtsregels of te wel alle geldende regels in
Nederland
Bijvoorbeeld: Het is verboden een ander van het leven te beroven. Het is een algemene
regel die voor ons allemaal geldt
Voorbeeld 2: De eigenaar mag met uitsluiting van een ander in principe vrij van zijn
eigendom gebruiken. Het is een algemene regel voor alle eigenaars
Voorbeeld 3: Iedere Nederland mag stemmen.

Subjectief recht
= bevoegdheid die iemand (een rechtssubject zoals een persoon of organisatie) in een
concreet geval aan een regel van objectief recht ontleent. (Het recht van een bepaald
iemand)
Bijvoorbeeld: A mag zijn Ipad als eigenaar gebruiken op de manier die hij wilt
Bijvoorbeeld 2: Klaas heeft stemrecht voor de verkiezingen van de Tweede Kamer. Dit is
subjectief omdat Klaas het recht heeft over het rechtsobject stemrecht

Rechtssubject
= iedereen is een rechtssubject. Iedereen kan namelijk rechten en plichten hebben. Een
rechtssubject zijn natuurlijke personen of rechtspersonen
Bijvoorbeeld: A verkoopt fiets aan B. Beide zijn dan rechtssubjecten

Rechtsobject

,= goederen of voorwerpen waarover rechten en plichten kunnen bestaan. Dit kan NOOIT
een persoon zijn!
Bijvoorbeeld: A verkoopt fiets aan B. De fiets is rechtsobject

Rechtsbronnen
= bronnen waar je het recht in kan vinden, vloeit objectieve recht uit voort.
1. Wetgeving
o Wet in formele zin: wetten die gemaakt zijn door de regering en Staten-
Generaal (art. 81 Gw)  Burgerlijk Wetboek
o Wet in materiele zin: regels die je kunt toepassen aan een onbeperkt aantal
gevallen en onbeperkt aantal personen. Je kunt ze dus bij iedereen toepassen
2. Jurisprudentie (rechtspraak)
o Het geheel van uitspraken van rechters
o Rechter past regel uit eerdere uitspraak toe
o Rechter stelt de betekenis van een regel vast
3. Verdragen
o Schriftelijke bindende regeling tussen staten onderling
o Bekende verdrag: EVRM
o Verdragsbepalingen die rechtstreekse werken in Nederland dus die een
rechtstreekse werking hebben
4. Gewoonte
o Dingen die je vaak doet
o Vaste gedragslijn: het gedrag moet ononderbroken gedurende de lange tijd
zijn gevolgd en herhaald in maatschappelijke kring, of te wel je moet het een
lange tijd doen
o Rechtsnorm: vaste gedragslijn moeten worden ervaren als rechtsnorm
( iedereen accepteert het en houdt zich eraan)
o Waar speelt gewoonterecht?: Burgerlijk recht, staatsrecht en maatschappij
(veehandel en bouw)

Welke wet gaat voor? “voorrangregels”
1. Hoog gaat boven laag (schema)
Verdragsrecht + Europees gemeenschapsrecht
Grondwet
Andere wet in formele zin dan de Grondwet
Algemene maatregelen van bestuur (AMvB)
Ministeriële regeling
Provinciale verordening
Gemeentelijke verordening
2. Nieuw gaat boven oud
3. Specifiek gaat boven algemeen

Dwingend recht
= afwijken van de wet is niet toegestaan
Bijvoorbeeld: artikel 7:652 lid 2 (de proeftijd wordt schriftelijk overeengekomen en mag dus
niet mondelings)
Voorbeeld 2: artikel 1:31 BW ( er staat dat je 18 jaar MOET zijn en er kan niet van worden
afgeweken)

Aanvullend recht / regelend recht
= afwijken van de wet is wel toegestaan. Indien niks is vastgesteld vult de wet het aan.
Bijvoorbeeld: artikel 7:618 BW (er is geen vaste loon afgesproken dus bepaalt de wet dat er
een dergelijke loon moet worden uitbetaald)

,Semi-dwingend recht
= afwijken is alleen binnen de door de wet gestelde grenzen toegestaan.
Bijvoorbeeld: Artikel 7:629 lid 9 BW (bij uitbetaling bij ziekte geeft de wet aan dat je mag
kiezen of je de eerste twee dagen niet uitbetaald krijgt, maar het blijft bij de eerste twee
dagen en het mag niet meer zijn)


Gelaagde structuur BW
Burgelijke
wetboek
boek 3
boek 1 boek 2 vermogensrecht



boek 5 boek 6
boek 6
boek 4 verbintenissenrecht




boek 7

, College 2
Goederenrecht
= gaat over de relatie tussen een persoon (rechtssubject) en een goed of voorwerpen
(rechtsobject) bijvoorbeeld een huis of stoffelijke kenmerken.
- Relatie tussen rechtssubject en rechtsobject
- Dwingend recht: kan niet van afgeweken worden
- Absolute recht: geldt ten opzichte van de hele wereld. Niemand mag dan bijvoorbeeld
parkeren op mijn oprit.
- Voornamelijk geregeld in boek 2 en boek 5 BW

Verbintenissenrecht
= gaat over de relatie tussen rechtssubjecten onderling
- Relatie tussen rechtssubjecten onderling
- Aanvullend recht: kan van afgeweken worden
- Relatieve rechten: geldt alleen voor de rechtssubjecten
- Voornamelijk geregeld in boek 3 en boek 6 BW

Rechtsfeiten
= oorzaak van ontstaan rechten en plichten voor (rechts)persoon.
1. Blote rechtsfeiten: rechten die vanzelf komen
- geboren worden
- overlijden
- 18 jaar worden
2. Menselijke gedragingen met rechtsgevolg: een handeling van iemand die leidt tot
een juridisch gevolg
- Huwelijk

Menselijke gedraging met rechtsgevolg  Rechtshandelingen
= gedraging van een rechtssubject waarbij een rechtsgevolg wordt beoogd en waaraan het
objectieve recht rechtsgevolgen verbindt (menselijke gedragingen die je bewust doet
waardoor er juridisch iets gebeurd).
1. Eenzijdig: de wil van een iemand is van belang
- ontslag
1.1 Gericht: het is gericht voor een persoon
- Ontslag nemen
1.2 Ongericht: het is niet gericht voor een persoon. Niemand weet namelijk wat er in de
testament staat
- testament
2. Meerzijdig: overeenkomst tussen twee of meer personen
- Huwelijk

Menselijke gedraging met rechtsgevolg  Feitelijke handelingen
= gedraging van een rechtssubject waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt zonder te
kijken naar de bedoeling van het rechtssubject (handelingen die je niet bewust kiest maar die
door de wet gegeven worden).
1. Rechtmatige daad: een feitelijke handeling wat in principe verboden is volgens de
wet maar als het een belang is van iemand mag het wel
- Als de waterleiding van de buren lekt en de buren zijn niet thuis, mag de ruit
ingeslagen worden om de waterleiding dicht te draaien.
2. Onrechtmatige daad: een feitelijke handeling wat niet mag volgens de wet. Het
gevolg daarvan is dat het recht je gevolgen oplevert zonder dat je dat wilde
- Auto-ongeluk

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vayaxs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  15x  sold
  • (8)
  Add to cart