Dit is een uitgebreide samenvatting van alle stof uit de hoorcolleges van het vak Onderzoek en Diagnose Taal uit het eerste leerjaar van de opleiding Logopedie. De colleges zijn uitgewerkt met literatuur.
Hoorcollege Onderzoek en Diagnose Taal
Week 1. De normale (spraak)taalontwikkeling
Deel 1: Terminologie
Communicatie begint bij interactie.
Een pasgeboren kind spreekt nog niet en dit wordt ook niet verwacht. Het ‘onmondige’ kind wordt
vertroeteld en toegesproken. De omgeving wil dit kind alert maken voor taalgebruik en contact. Men
accepteert volkomen dat het kind het centrum van zijn eigen wereld is. In de pedagogiek spreekt
men over deze periode als voorbereidende opvoeding. Voorbereiden op opvoeden betekent dat men
voor het kind de omgeving op een juiste manier inricht.
Zodra kinderen echter de eerste woordjes beginnen te zeggen, verandert dit. Vanaf dat moment
wordt het kind aangesproken op zijn eigen functioneren, op zijn relatie tot de omgeving en zijn
relatie tot andere mensen. Stapje voor stapje voltrekt zich het bewustwordingsproces tussen ik en
anderen, de omgeving. Bij elke fase van taalgebruik hoort ook een eigen manier van benaderen van
de omgeving en een verwachting ten aanzien van redeneren en gedrag. In de pedagogiek spreekt
men nu van opvoeden. Opvoeden betekent kinderen iets willen leren, op een manier die gericht is op
de zelfontplooiing van het kind.
De grens tussen voorbereiden opvoeden en opvoeden wordt bepaald door het vermogen tot
spreken. Het gesprek is namelijk een belangrijk opvoedingsmiddel.
Wat is taalaanbod?
- Alle geluiden, klanken en woorden die een kind aangeboden krijgt vanaf zijn geboorte
- Schrift is ook taal, wel pas vanaf een bepaalde leeftijd
Factoren die een rol spelen bij taalverwerving
Er spelen drie factoren een rol bij de taalverwerving:
- Taalaanbod van de omgeving
- Leeftijd van het kind (er is een cruciale periode)
- Het aangeboren taalverwervingsvermogen (Chomsky)
,Overige factoren belangrijk bij de taalverwerving
- Horen
- Luisteren
- Emotionele ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Verstandelijke ontwikkeling (cognitieve ontwikkeling)
- Taal stimulerende omgeving
- Goed functionerende spraakorganen (fijn motorische vaardigheid)
Onlosmakelijk met elkaar verbonden:
Spraakontwikkeling: het leren herkennen en uitspreken van klanken
Taalontwikkeling: het leren begrijpen en vormen van woorden en zinnen
Je taalbegrip loopt altijd voor op je taalproductie. Je moet namelijk eerst iets begrijpen voordat je het
kan produceren.
Terminologie: Taalmodaliteiten
- Passieve taal houdt in: waarnemen en begrijpen van gesproken of geschreven taal
o Terminologie: taalbegrip/taalreceptie/receptieve taalontwikkeling
- Actieve taal houdt in: bedenken en mondeling of schriftelijk uiten van de taal
o Terminologie: taalproductie/taalexpressie/expressieve taalontwikkeling
Je passieve taalontwikkeling loopt voor op je actieve taalontwikkeling.
Oefening
1 Job vraagt of hij even weg mag. → Actief taalgebruik
2 Juf Ineke begrijpt Job wel. → Passief taalgebruik
3 Chantal maakt spelfouten in haar dictee. → Actief taalgebruik
4 Jaap zit haar gewoon uit te lachen. → Actief taalgebruik
5 Juf Ineke stelt haar klas een vraag. → Actief taalgebruik
6 Ronald geeft antwoord. → Actief taalgebruik
7 Job kan het antwoord maar net volgen → Passief taalgebruik
Lexicon en mentale lexicon
- Lexicon is je beperkte woordenboek. Dat wat je hebt aan passieve en actieve woordenschat.
Lexicon wordt vaak gebruikt voor een woordenboek dat slechts een beperkte, afgebakende
verzameling woorden beschrijft. Meestal hebben we dan over de passieve- en actieve
woordenschat.
- Mentale lexicon is alles wat je weet over woorden. De betekenis en hoe ze met elkaar
gerelateerd zijn. Dit is het lange termijn geheugen. Het is een soort opslagplaats van
woorden in een netwerk van ons geheugen, meer in het bijzonder het lange termijn
geheugen. Het mentale lexicon bevat informatie over de betekenis (semantiek) van een
woord maar ook over woordvormen (morfologie) en hoe een woord gebruikt wordt in een
zin (syntaxis).
,Passieve- en actieve woordenschat = lexicon
- Passieve woordenschat = het aantal woorden dat iemand begrijpt. (wijs aan)
- Actieve woordenschat = het aantal woorden dat iemand met enige regelmaat gebruikt.(wat
is dit?)
De passieve woordenschat ontwikkeld zich sneller dan de actieve woordenschat.
Supersnel woordenschat verwerven ofwel woordenschatexplosie:
- Meestal bij aanvang van de basisschool bestaat de woordenschat uit meer dan 3000
woorden
Kinderen leren vaak eerst enkelvoudige woordjes die het dichtst in hun omgeving zijn.
Terminologie: Taaldomeinen
Men kan stellen dat de hele mondelinge taalverwerving het fundament van de schriftelijke
taalverwerving vormt, maar enkele interne modulariteiten zijn hierbij toch speciaal van belang. Zo is,
althans bij een alfabetisch schrift, het fonologisch bewustzijn de basis van de koppeling
klank/letterteken. De metalinguïstische vaardigheden zijn dan weer cruciaal belang voor het
begrijpend lezen.
Deze drie aspecten samen bepalen de kennis die het kind heeft en van waaruit het met de taal kan
omgaan.
Taalinhoud: heeft te maken met betekenis
Taalvorm: heeft te maken met uiterlijke aspecten van gesproken en geschreven taal
Taalgebruik: heeft te maken met functies van de taal en het gebruik ervan in sociale contexten
Taalinhoud
- Taalinhoud betreft de via taal weergegeven kennis van de werkelijkheid en het daarbij
behorende mentale lexicon.
- Opbouwen van een woordenschat
- Taalinhoud gaat over woordbegrip en woordproductie, maar ook het leggen van verbanden.
Bij de taalinhoud kijk je vooral naar wát het kind al kan begrijpen en/of zeggen. Hiermee
wordt de kennis uitgedrukt van opgedane ervaringen met voorwerpen en gebeurtenissen.
Taalvorm
- Taalvorm betreft de woordkeuze en de manier waarop woorden en zinnen gevormd worden.
- Het betreft ook de manier waarop grammaticale regels toegepast worden en gebruik
gemaakt wordt van intonatie, klemtoon en frasering.
- Bij de taalvorm let je vooral op hoe een kind iets kan zeggen: welke woorden en zinnen kiest
het kind. Hoe past een kind de regels van de grammatica van het Nederlands toe.
Taalgebruik
- Taalgebruik betreft het hanteren van taal in een bepaalde situatie. Het gaat erom dat de
taalvorm en de taalinhoud zinvol zijn afgestemd op de situatie waarin men zich bevindt.
- Om goed te communiceren zijn vaardigheden en regels nodig. Zonder deze regels kan een
gesprekje, hoe uiterst eenvoudig ook, moeilijk verlopen. Van heel jongs af aan
experimenteert en oefent een kind met het gebruiken van de communicatieregels van de
taal.
- Oogcontact, beurtwisseling etc.
, Terminologie: linguistische niveau’s
Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen spraakontwikkeling en taalontwikkeling. Met de term
taalontwikkeling wordt dan verwezen naar het globale proces, het conglomeraat van alle vernoemde
aspecten: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie, pragmatiek en metalinguïstiek.
Met spraakontwikkeling wordt alleen verwezen naar de ontwikkeling van klanken en het
foneemsysteem van een taal, het accent ligt hier dus ook bij fonetiek en fonologie.
Fonologie: betreft klanksysteem van taal
Semantiek: betreft betekenis van woorden en zinnen
Syntaxis: betreft zinsopbouw
Morfologie: betreft woordvorming vervoegingen (werkwoorden) en verbuigingen
Pragmatiek: betreft het gebruik van taal
Metalinguïstiek: betreft nadenken over en reflecteren op taal
Fonologie → betreft klanksysteem van taal
- Fonologie verwijst regelrecht naar een welbepaalde taal: welke klanken hebben in die taal
een betekenis onderscheidende functie? Dit zijn de fonemen. Zo is in het Nederlands een
met de lippen geronde /w/ van wolk een foneem, in het frans niet.
- Klanksysteem van de taal of betekenis van de klankleer
Let op verschil met fonetiek !!
Fonetiek (fysische eigenschappen van spraak, geluidsgolven, intonatie) bestudeert de waarneembare
eigenschappen van klanken vanuit drie invalshoeken:
- Hoe worden klanken precies gevormd door de articulatie-organen? → articulatorische
fonetiek
o Bijvoorbeeld de klankloze ‘k’ wordt in bepaalde contexten uitgesproken als klank
hebbend, b.v. zakdoek.
- Welke fysische eigenschappen hebben deze klanken, hoe kan men ze bijvoorbeeld ontleden
in luidheid (decibel), of toonhoogte (Hertz)? → akoestische fonetiek
- Hoe worden ze door het gehoororgaan waargenomen? → auditorische fonetiek
Semantiek → betreft betekenis van woorden en zinnen
- Kennis van woorden en het gebruik van woorden
- We weten welk woord bij dit concept hoort
- We weten hoe we dat woord uitspreken
- We kunnen het woord herkennen als iemand anders het uitspreekt
- We weten wat variaties op het woord betekenen: tafel-s, tafel-tje
Kortom: we begrijpen wat het woord ‘tafel’ betekent, waar we het voor kunnen gebruiken, dat er
verschillende vormen tafels zijn etc. Wat we begrijpen is het ‘concept’ tafel en deze woorden kunnen
we ook uitspreken.
Syntaxis → de zinsbouw, de grammaticale structuur van een zin
- Het samenvoegen van woorden in groepen die op hun beurt als delen van een zin
functioneren.
- De zin kan grammaticaal niet juist zijn opgebouwd/ uitgesproken bijvoorbeeld: “Ik naar de
dokter ga” of de betekenis kan anders zijn of “een konijn heeft niet voeten.”
Morfologie → betreft woordvorming
- Het betreft hier zowel de vervoegingen van verbuigingen van zelfstandige naamwoorden als
die van werkwoorden ( lopen- liep), deelwoorden en lidwoorden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EliseToet98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.