100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Collegestof kennistoets ouderen $10.73
Add to cart

Class notes

Collegestof kennistoets ouderen

 36 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle collegestof van de kennistoets behorend bij het blok 'ouderen'.

Preview 5 out of 61  pages

  • March 4, 2019
  • 61
  • 2016/2017
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
College: ‘Infectiepreventie’



Infectieziekte = Ziekte veroorzaakt door een micro-organisme dat zich in de
weefsels of op het oppervlak van slijmvliezen van de gastheer vermenigvuldigt.

Micro-organismen:
 Bacterie (bv. E Coli)
 Virus (bv. koortslip/ herpes)
 Schimmel
 Protozoën (= parasieten)

Infectieketen:
 Verwekker
 Besmettingsbron
 Besmettingsweg
 Ported'entree (= plaats van binnendringen bij de gastheer)
 Gevoelige gastheer


Kruisbesmetting = Wanneer iemand wordt besmet met micro-organismen via
andere zorgvragers, stof of apparatuur.

Kruisinfectie = Als de kruisbesmetting een infectie tot gevolg heeft.


Belang van infectiepreventie/ opvolgen algemene
voorzorgsmaatregelen:
 Voorkomen dat patiënten/ zorgvragers een infectie oplopen.
 Voorkomen dat zorgverleners een infectie oplopen

‘WIP’ = werkgroep infectiepreventie


Algemene voorzorgsmaatregelen:
 Maatregelen die bij alle patiënten moeten worden genomen.
 Voorkomen van overdracht van micro-organismen van / naar patiënten en
medewerkers.
 Alle medewerkers betrokken bij direct patiëntenzorg.

,Algemene voorzorgsmaatregelen:

Handhygiëne = handen wassen OF desinfecteren met handalcohol.


Met zeep indien: Desinfecteren indien:
Handen zichtbaar vervuild zijn Handen NIET zichtbaar vuil
Bij blootstelling aan sporenvormende
bacteriën
Bij patiënten waarbij (mogelijk) het
Norovirus is gediagnostiseerd.
Handen die in contact zijn geweest
met patiëntvocht, -materiaal
Na toiletgebruik
Na niezen of hoesten

5 momenten van handhygiëne:
1. Vóór aanraking de patiënt
2. Vóór een schone behandeling (zoals wondzorg, medicatie klaarmaken,
inbrengen van infuus)
3. Na blootstelling aan lichaamsvloeistoffen
4. Na aanraking van een patiënt
5. Na aanraking met de omgeving van de patiënt

Handen wassen:
 Starten met de polsen
 Afspoelen van vingers naar polsen
 Droog vanaf het schoonste deel (de vingers) naar het minst schone deel
(de polsen)

Desinfecteren:
 Volgens dezelfde methode als handen wassen
 Wrijven totdat de handen droog zijn (±30 sec.)

Handen inwrijven met handalcohol is sneller, effectiever en geeft minder schade
aan de huid dan handen wassen met water en zeep.

Persoonlijke hygiëne bij medewerkers:
 Voorkomen van prik-, snij en bijtongelukken
 Melding infectieuze aandoeningen bij medewerkers

Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn:
 Niet steriele handschoenen
 Mondneusmasker/ isolatiemasker
 Disposable short
 Oog/ gezichtsbescherming

,Voorkomen van prikongelukken:
 Steek een gebruikte naald nooit terug in het hoesje, deponeer de naald
direct in de naaldencontainer.
 De naaldencontainer niet verder gebruiken dan tot ¾ vol of tot de streep.
 Naalden nooit buigen of afbreken.
 Bij bloedafname handschoenen dragen
 Werk voorzichtig bij vingerprikken, deze hebben een groot risico op
prikongelukken.

Reinigen = verwijderen van zichtbaar vuil, om te voorkomen dat micro-
organismen kunnen vermeerderen en worden verspreid.
M.b.v. water & reinigingsmiddel

Desinfecteren = verminderen van het aantal micro-organismen op levenloze
oppervlakten, alsmede op intacte huid en slijmvliezen, tot een aanvaardbaar
geacht niveau.
M.b.v. alcohol 70% of chloor

Steriliseren = Doden of inactiveren van alle micro-organismen op/ in een
voorwerp, zodanig dat de kans op aanwezigheid van levende organismen per
gesteriliseerde eenheid kleiner is dan een op een miljoen.
M.b.v. machines


Verschillende vormen van isolatie:

Beschermende isolatie = ter bescherming van de patiënt bij een ernstig
verminderde weerstand.

Contact isolatie = bij een bijzonder resistent micro-organisme.

Druppel isolatie = bij een ziekte die zich verspreidt via druppels die met het
blote oog niet te zien zijn (hoesten, niezen).

Aerogeneisolatie = besmettelijke infectie die kan worden overgedragen via de
lucht

Strikte isolatie = verspreiding via alle wegen voorkomen

,College: ‘3D’s: dementie, depressie en delier’


Alle drie de syndromen overlappen elkaar in bepaalde symptomen en uitingen
(zie paarse symptomen/uitingen). Echter hebben ze wel verschillende gevolgen.


Dementie = het hebben van geheugenproblemen en desoriëntatie in trias;
plaats, tijd en persoon.

 Meestal bij ouderen
 Progressief, niet omkeerbaar

Signalen:
 Terugtrekken
 Minder zelfzorg
 Claimend of afhoudend in contact
 Vergeetachtigheid
 Desoriëntatie
 Interesseverlies/ stemming
 Moeite met dagelijkse handelingen
 Taalproblemen
 Slecht beoordelingsvermogen

Onderzoek:
 Eerste screening
- Mini mental state examination (MMSE)

 Verder onderzoek
- Neuropsychologische tests
- Beeldvormingsonderzoek
- Beloop

Interventies:
 Veiligheid en zelfzorg in de gaten houden

 Helpen met structureren
- Kalender en klok inzicht
- Vaste rituelen en routines

Prevalentie van dementie:
 39% van de 75+’ers heeft dementie.
 50% van de 80+’ers heeft dementie.

, Depressie = het hebben van een negatieve stemming en interesseverlies.

 Verbetering is geregeld mogelijk

Signalen:
 Sociaal isolement/ terugtrekken
 Lage eigenwaarde
 Gevoelens van zinloosheid
 Minder zelfzorg
 Claimen of afhouden van contact
 Lichamelijke klachten
 Vergeetachtigheid
 Weinig slapen
 Weinig honger
 Interesseverlies

Onderzoek:
 Eerste screening
- Geriatrische depressie schaal (GDS)

 Verder onderzoek
- Gesprekken met psychiater of psycholoog

Interventies:
 Veiligheid en zelfzorg in de gaten houden
 Aanmoedigen tot praten en luister
 Geef emotionele steun
 Geef activerende begeleiding met respect en waardigheid


Delier = een bewustzijnsstoornis waarbij men cognitieve problemen een
waarnemingsstoornissen heeft.

 Snel beloop, mogelijk fataal
 Schommelt vaak sterk

Signalen:
 Minder zelfzorg
 Vergeetachtigheid
 Desoriëntatie
 Interesseverlies/ stemming
 Moeite met dagelijkse handeling
 Slecht beoordelingsvermogen

 Verwarring
- Slaap-waakritme

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HBOsamenVattER. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.73
  • (0)
Add to cart
Added