Samenvatting H8 van het vak algemene psychologie. Het volgt de lessen, alles wat erin de les gezegd wordt staat in de samenvatting. Het volgt lichtjes het boek dat de prof gebruikt maar niet helemaal omdat de lessen dit ook niet doen. Ik hoop dat ze helpen!
1 WAT IS INTELLIGENTIE?
Er zijn verschillende componenten van intelligentie
1. Analytische intelligentie: abstract redeneren, makkelijk te meten, IQ
2. Praktische intelligentie: in dagdagelijkse taken
3. Sociaal-emotionele intelligentie: EQ, empathisch, goed zijn in omgaan met anderen
2 ANALYTISCHE INTELLIGENTIE
Geheel van verstandelijke vermogens om abstract, logisch en consistent te
redeneren
Belangrijk voor schoolse en professionele prestaties
We gaan deze meten door intelligentietests = IQ test makkelijk te meten
2.1 ONTWIKKELING VAN DE INTELLIGENTIETESTS
1. Binet en Simon: hebben de eerste empirische onderbouwde tests ontwikkeld om
leerachterstand bij kinderen op te sporen en te kijken welke kinderen het beter
zouden doen op school
Eerste IQ test: per leeftijdsgroepen taken geselecteerd dat kinderen zouden moeten
kunnen. Als een kind een taak kan voor een oudere leeftijdsgroep is dit kind
hoogbegaafd, de mentale leeftijd van het kind is dan hoger.
IQ definiëren in een formule: IQ = mentale leeftijd/chronologische leeftijd x 100
Probleem: deze formule werkt niet meer bij volwassen want vanaf een bepaalde leeftijd is
iemand cognitief volwassen.
2. Weschler: intelligentietests met versies per leeftijdsgroepen samen met
verschillende subtesten. Deze testen worden nu nog gebruikt.
Jonge kinderen: 2,5j-7j, WPPSI
Kinderen: 6j-17j, WISC
Volwassenen: 16j-85j, WAIS
Voorbeelden van subtesten:
WISC-V: 10 subtests waarvan de moeilijkheidsgraad oploopt
Overeenkomsten Cijfers nazeggen Blokpatroon
Meet het verbaal begrip Meet het werkgeheugen Meet ruimtelijk begrip
Bv: wat is de overeenkomst Bv: reeksen cijfers Bv: blokjes plaatsen om een
tussen piano en gitaar onthouden en nazeggen figuurtje na te bootsen
Deze testen worden overal op exact dezelfde manier gedaan gestandaardiseerde manier
Om een volledig zicht te hebben op het IQ moet je alle subtesten afnemen
, Deze testen zijn afhankelijk van verbale vaardigheden en opleiding . Wat als het testpersoon
verbale problemen heeft of geen educatie heeft?
Raven Progressive Matrices: IQ nagaan zonder beroep te doen op verbale of
academische vaardigheden.
2.2 KENMERKEN VAN INTELLIGENTIETESTS
Intelligentietest = psychometrische test = meet een psychologische eigenschap
Er zijn 3 vereisten voor een psychometrische test
1. Goede normsteekproef:
Je moet je eigen scores kunnen vergelijken met de norm van leeftijdsgenoten om te
zien hoe je scoort. Bv voor de IQ test normgroep van 100 personen die
representatief is voor de populatie. Als deze normsteekproef goed is krijg je een
normaalverdeling meeste mensen scoren rond het gemiddelde (voor IQ 100)
2. Betrouwbaarheid:
Zijn de resultaten consistent en herhaalbaar
test-hertest betrouwbaarheid = correlatie bekijken van resultaten van de test op 2
momenten
split-half test betrouwbaarheid = eerste 1 deel afnemen en dan het 2de deel en
correlatie van de resultaten bekijken
paralleltestbetrouwbaarheid = correlatie tussen 2 gelijkwaardige tests bekijken
Voor IQ testen hebben we een zeer hoge correlatie 0,9 hoge betrouwbaarheid
maar er is dus altijd wel een meetfout (elke test)
Daarom: betrouwbaarheidsinterval, bv op test IQ97 95% kans IQ tussen [90-104]
3. Validiteit:
Meet de test wat de test zou moeten meten?
Hoge betrouwbaarheid is noodzakelijk voor hoge validiteit maar niet voldoende.
begripsvaliditeit = meet test A het begrip B?
inhoudsvaliditeit = zijn de vragen representatief voor hetgeen dat je wilt meten?
congruente validiteit = is er een correlatie tussen 2 tests die hetzelfde meten?
criteriumvaliditeit = test vergelijken met iets los van de test, bv IQ en rapport
predictieve validiteit = correlatie tussen toekomst en test
2.3 STRUCTUUR VAN ANALYTISCHE INTELLIGENTIE
Zijn er verschillende soorten analytische intelligentie en als je sterk bent in 1 domein ben je
dan ook sterk in andere domeinen?
2.3.1 G-factor
Spearman: er zijn verschillende onderdelen die de s-factoren noemen en deze factoren
steunen op het algemene g-factor (algemene intelligentie)
Hoge intercorrelatie tussen de 2 factoren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervanransbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.
