100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H5 algemene psychologie $5.80   Add to cart

Summary

Samenvatting H5 algemene psychologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting H5 van het vak algemene psychologie. Het volgt de lessen, alles wat erin de les gezegd wordt staat in de samenvatting. Het volgt lichtjes het boek dat de prof gebruikt maar niet helemaal omdat de lessen dit ook niet doen. Ik hoop dat ze helpen!

Preview 2 out of 5  pages

  • May 1, 2024
  • 5
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
H5: Waarneming

1 WAARNEMING
= interpretatie van de visuele informatie en betekenis toekennen aan de gewaarwording
 ons brein heeft behoefte om informatie te interpreteren
 het brein wilt betekenisvolle patronen te vinden in het chaotisch geheel
 mensen kunnen gaan over interpreteren en te veel verbanden zien (complottheorie)


1.1 GEWAARWORDING VS WAARNEMING
gewaarwording = sensatie = het opnemen van de prikkels door zintuigcellen (nog geen
betekenis)
waarnemen is een actief proces -> ons brein is constant aan het corrigeren:
1. Ontbrekende gaten:
 Oogknipperen: visuele informatie valt weg maar het brein vult de informatie aan
 Blinde vlek: op het netvlies zitten de zintuigcellen van het oog maar het netvlies
wordt onderbroken door de oogzenuw dus daar wordt geen informatie opgenomen.
Onze hersenen gaan de ontbrekende informatie invullen.
 Fovea: daar worden de meeste zintuigcellen geconcentreerd, enkel dat deeltje zie je
scherp en al de rest errond zie je wazig. Ook dit lossen onze hersenen op door het
zelf in te vullen.

2. Retinaal beeld is 2D en omgedraaid:
 Onze waarneming is een 2D beeld en omgedraaid, we gaan dus een 3de dimensie
bijvoegen en het beeld omdraaien in onze hersenen.

3. Perceptuele constantie:
 Retinaal beeld veranderd voortdurend, toch hebben we een constante waarneming
 Grootteconstantie: als je verder gaat van een voorwerp, gaat je retinaal beeld kleiner
worden -> beeld veranderd maar toch weet je dat het voorwerp even groot blijft.
 Vormconstantie: vorm van objecten manipuleren maar toch weet je dat de vorm
constant blijft.
 Kleurconstantie: licht op voorwerp veranderd (bv in avond of ochtend) dus de kleur
verschilt maar toch weet je dat de kleur van het voorwerp constant blijft.
Proximale vs distale stimulus:
Distale stimulus: voorwerp dat fysische energie (licht, geluid) produceert of reflecteert
Proximale stimulus: fysische energie opgepikt door recepteren
Perceptuele constanties tonen aan dat waarneming meerdere bonden is met distale dan
proximale stimulus. PERCEPTIE IS DUS MEER VERBONDEN MET HET OBJECT IN DE BUITENWERELD DAN
HET RETINAAL BEELD.

,  Proximale stimulus kan de resultaat zijn van verschillende distale stimuli.
Hoe weten de hersenen welke distale stimulus juist is?
 Waarneming = heuristisch interpretatieproces
reconstrueren de meest waarschijnlijke, distale stimulus op basis van
veronderstellingen en proximale stimulus. (bv klein persoon is waarschijnlijk gewoon
ver en geen kabouter)


1.2 HEURISTISCH INTERPRETATIEPROCES
Diepteaanwijzingen: informatie nodig over diepte die ons brein gebruikt om berekeningen
door te voeren. Deze kunnen binoculair of monoculair zijn.
 Monoculair: je hebt aan 1 voldoende om diepte te berekenen
 Binoculair: je hebt beide ogen nodig om diepte te bereken

1.2.1 Binoculaire dispariteit
Het beeld van het linker en rechter oog is niet hetzelfde (afstand tussen). -> 2 verschillende
retinale beelden.
We gaan de 2 beelden over elkaar schuiven.
Mate van verschuiving tussen de 2 retinale beelden geeft aanwijzing voor afstand van het
voorwerp = soort binoculaire diepteaanwijzing
Convergentie: zien hoe ver het object staat door te zien hoe ver je je ogen moet draaien

1.2.2 Monoculaire diepteaanwijzingen (1 oog volstaat)
Grootte van het beeld: hoe groter het object op het retinaal beeld hoe waarschijnlijker dat
het dicht bij is en omgekeerd. (weten je het even groot blijft door grootteconstantie)
Textuurgradiënt: textuur veranderd naarmate objecten verder of dichter zijn.
Lineair perspectief: als iets naar een punt convergeert weet je dat je informatie dichter bij
het punt verder van jouw is.
Interpositie: object waarvan ik het meest kan zien bevind zich dichter dan het ander object.
Bewegingsparallax: bij beweging lijken objecten die dichtbij zijn sneller te bewegen dan
objecten dat zich verder bevinden (bv in auto op autosnelweg)
 Al deze dingen geven onze hersenen informatie voor de brekingen
 Heuristische methode: snelle oplossing maar klopt niet altijd. Dan hebben we
verkeerde berekeningen die aanleiding geven tot visuele illusies.


Bij waarnemen ga je dus geen kopie nemen van de buitenwereld maar er moet veel aan
gewerkt worden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervanransbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.80
  • (0)
  Add to cart