Summary
Het woord aan de verbeelding Samenvatting Hoofdstuk 1
- Course
- Institution
- Book
Boek: het woord aan de verbeelding Hoofdstuk 1
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Follow
saar89
Content preview
Hoofdstuk SPEL1.2 Wat is spel?
Instrumentele wijze: de handelingen zijn slechts een instrument om het doel te bereiken.
Doelgericht werken.
VB: Damian pakt vuile borden en zet deze op de aanrecht. Nors en snel gaat hij te werk met
schoonmaken. Binnen 15 minuten is hij klaar. (doelgericht = instrumentele wijze)
Luka daarin tegen laat enkele borden een salto maken in het sop. Vervolgens klopt ze het
schuim op de borden. Ze geniet van het schuim en het water. (Speels)
Speelsheid is op de 1e plaats een houdingsaspect. De speelse waarnemer zet die
eigenschappen van de wereld op de voorgrond die hem direct uitdagen.
1.3 kenmerken van speelse intentie
Centrale kenmerken om speelsheid te beschrijven:
1 Spontaniteit
Speelheid is spontaan en vrij van regels en verwachtingen.
Het spontane karakter is dat het plotseling kan komen en gaan.
Paradoxaal = tegenstrijdig.
VB: (zeggen tegen een kind: Ga spelen = zeggen Wees spontaan)
2 Intrinsieke motivatie
De motivatie waarmee iemand zijn activiteit verricht.
Intrinsieke motivatie is de innerlijke/interne wil of drang om bepaalde handelingen te
verrichten al dan niet om tot een doel te komen.
(Voorbeeld:Je wil gaan schilderen : Dit veroorzaakt per ongeluk een schilderij)
Extrinsieke motivatie is het verkrijgen van een beloning of vermijden van straf.
3 Autotelisch karakter
Als het eindresultaat niet bepalend is voor het gedrag en het doel wordt naar de achtergrond
geschoven. Men hoeft niet perse iets te verdienen of winnen. Het maken van speelse
variaties komt op de voorgrond. De activiteiten zijn een doel op zich geworden.
VB: het afwassen van Luka is een speelse bezigheid. Het doel is afwassen maar door haar
speelse variatie komt het afwassen zelf op de achtergrond te staan.
Het doel wordt wel bereikt alleen via een “omweg”.
4 interne locus of control
Een spelend mens bepaalt zelf wat en hoe hij iets doet. Men spreekt in psychologie van
interne Locus of Control wanneer iemand het idee heeft te bepalen wat er gebeurd.
Bij externe Locus of controle ervaart de persoon dat iets of iemand ANDERS bepaalt wat er
gebeurd. (computer)
5 Grote betrokkenheid en concentratie
Bij een spel of situatie wordt de voorgrond of achtergrond zelf bepaald. Dit als vanzelf erbij
blijven noemt men spontane concentratie. Iets dat men interessant vind.
Hier tegenover staat wilsgestuurde concentratie waarbij men zijn wilskracht moet gebruiken
om erbij te blijven. Iets wat totaal niet interessant is.
6 Positief gevoel
Een fijn gevoel overhouden aan een activiteit. Je gaat met een activiteit door omdat je het
leuk of interessant vind.
7 Besef van een andere werkelijkheid
De speler begeeft zich tijdens een spel in een ander werkelijkheid. De focus ligt op dat
moment op de activiteit en niet op de wereld eromheen.
Illusionisme: Wanneer de werkelijkheid en de fantasiewereld niet meer uit elkaar worden
gehouden door een persoon.
Het vermogen onderscheid te maken tussen fantasie en werkelijkheid neemt toe naarmate
het kind ouder wordt en een meer realistisch beeld heeft van de wereld.
, 1.4 spel herkennen
Spel kan je niet altijd herkennen. Gedrag dat in 1e instantie als spel wordt gezien kan zijn.
Exploratie: Het verkennen van iets onbekends.
Impulsief gedrag: Impulsiviteit duidt op de neiging tot handelen volgens plotselinge
opwellingen en niet volgens weloverwogen plannen.
1.5 verschijningsvormen van spel
1. Begin na de geboorte:
Sensopatisch spel
Senso (risch): het opdoen van zintuigelijke (je zintuigen gebruiken. indrukken.
Pathisch: aangedaan zijn.
Aangedaan zijn door middel ban zintuigelijke indrukken. (genieten van voelen)
VB: handen en voeten in de mond stoppen.
2 Alle leeftijden aanwezig
Receptief spel
Receptum: opnemen of ontvangen
Receptief spel: VB het kind dat naar een spannend verhaal luistert.
VB Volwassenen die van een film geniet.
3. vanaf 3-4 maanden tot ongeveer 2e levensjaar
Oefenspel /functiespel:
Experimenteren met de eigen mogelijkheden om effect teweeg te brengen.
VB: Tegen een bal schoppen. Slaan tegen een rammelaar. Kiekeboespel.
Neemt af vanaf 2-3e jaar
4 tussen de 2 en 7 jaar.
Symbolisch spel meest ontplooide spelcategorie. (de taal)
Doen alsof werkelijkheid gecreëerd. Er staat een voorwerp of handeling symbool voor iets
anders. Een stok dient bij het spelen als BV wapen.
Psychodramatisch spel: de belevingen/wensen/herinneringen worden uitgebeeld.
Sociodramatsich spel: in dit samenspel met anderen worden afspraken over het algemeen
aangegeven door een signaal BV een knipoog of door iets overdreven te doen.
Vader en moedertje spelen, elkaar tijdens dit spel regels opleggen.
5 Constructiespel de vroegste vorm van kunstbeoefening.
Komt de ontwikkeling van de vaardigheid om iets doelgericht en planmatig tot stand te
brengen tot uitdrukking. producerende vormgeving.
VB: Tjits speelt als hij 2 jaar is met legoblokken. 1 voor 1 stapelt hij ze op en bekijkt ze
steeds overnieuw. Als Tjits een jaar ouder is speelt hij anders met de blokken. Hij heeft dan
een plan en bouwt volgens dat plan een eindproduct. (resultaatgericht)
6 Regelspel beginnend vanaf 4 jaar, breekt door als je 7 jaar bent.
Wanneer de symbolisch (geboorte) wordt ingenomen voor een regelspel. (Regels)
Spelen wordt deelname aan een bijzondere activiteit, een game!
VB: Verstoppertje.
1.6
Een game is een werkelijkheidskader dat wordt afgebakend in tijd ruimte en regels.
Samenvatting:
Spel is spontaan gedrag. Relatief vrij van externe opgelegde regels/verwachtingen.
Bij spel staat het middel relatief centraal. (niet het doel) Autotelisch activiteit.
Bij een spel is sprake van: interne locus of control.
Eigen andere werkelijkheid en een ander besef
De persoon is met grote aandacht betrokken.(grote betrokkenheid)
Iemand die speelt is Intrinsiek gemotiveerd.
Spel gaat samen met een positief gevoel (Affect)
Spel is vrijwillig / eigen plezier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saar89. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
61231 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now