Psychiatrie; psychose en persoonlijkheidsstoornissen blok 3
Summary
Samenvatting alle begrippen van hoofdstuk 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14
32 views 2 purchases
Course
Psychiatrie; psychose en persoonlijkheidsstoornissen blok 3
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Psychiatrie, een inleiding
Dit is een begrippenlijst van het vak psychiatrie; psychose en persoonlijkheidsstoornissen van blok 3 opleiding MWD. Alle begrippen die je moet weten staan hier in.
psychiatrie psychose en persoonlijkheidsstoornissen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Psychiatrie; psychose en persoonlijkheidsstoornissen blok 3
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
s_isik
Content preview
Begrippenlijst psychiatrie, psychose en persoonlijkheidsstoornissen
Hoofstuk 8 middel gerelateerde en verslavingsstoornissen
Stoornissen door een middel teweeggebracht: stoornissen zoals intoxicatie, die door het
gebruik van psychoactieve stoffen kunnen worden geïnduceerd.
Intoxicatie: een toestand waarin de hersens zo zijn beïnvloed door het middel dat ze niet
meer adequaat kunnen functioneren. In bepaalde gevallen kan intoxicatie tot de dood leiden.
Tekenen van intoxicatie zijn vaak: verwarring, strijdlustigheid, belemmerd
beoordelingsvermogen, concentratieverlies en belemmering van motorische en ruimtelijke
vaardigheden.
Ontrekkings syndroom: groep symptomen die zich voordoen wanneer een afhankelijk
persoon na zwaar, langdurig gebruik van een bepaalde stof plotseling stopt met gebruiken van
die middelen.
Tolerantie: lichamelijke gewenning aan een middel zodanig dat bij regelmatig gebruik,
hogere doses nodig zijn om dezelfde effecten te bereiken.
Verslavingsstoornissen: aandoeningen die worden gekenmerkt door inadequaat gebruik van
psychoactieve stoffen (bijvoorbeeld afhankelijkheid van drugs)
Fysiologische afhankelijkheid: een situatie waarin het lichaam van de drugsgebruiker
afhankelijk wordt van een voortdurende toevoer van de stof.
Psychologische afhankelijkheid: dwangmatig gebruik van een stof (drugs) om in een
psychologische behoefte te voorzien.
Verslaving: een verslaving is een patroon van herhaald gebruik dat schadelijke gevolgen
heeft voor de mens.
Drugsmisbruik: het voortdurende gebruik van psychoactief middel ondanks, de wetenschap
dat dit een sociaal, beroepsmatig, psychologische of lichamelijk probleem veroorzaakt.
Afhankelijkheid: verminderde controle over het drugsgebruik, vaak gekenmerkt door
fysiologische afhankelijkheid. (Het lichaam denkt het nodig te hebben en functioneert niet
correct zonder de drugs)
Dempend middel: een stof die de activiteit van het centraal zenuwstelsel onderdrukt. Een
dempend middel of depressivum is een stof die de activiteit van het centraal zenuwstelsel
vertraagt of afremt en daarmee emoties van spanning en angst verminderd, bewegingen
vertraagt en cognitieve processen afremt in hoge doses kunnen dempende middelen vitale
functies remmen en zorgen voor de dood. Een voorbeeld: heroïne veroorzaakt een
kortdurende kick, een intense genotservaring.
, Alcoholisme: afhankelijkheid van of verslaving aan alcohol die leidt tot ernstige persoonlijke,
sociale, beroepsmatige of gezondheidsproblemen.
Barbituraten: dit zijn kalmerende middelen die worden gebruikt om angst te verlichten of
slaap op te wekken en die zeer verslavend werken.
Narcotica: geneesmiddelen die worden gebruikt voor pijnbestrijding en behandeling van
slapeloosheid en die sterk verslavend kunnen zijn. Ook wel Opiaten genoemd. Opiaten
kunnen natuurlijk zijn zoals: Morfine, heroïne en codeïne die uit het sap van een papaverplant
worden bereid. Daarnaast bestaan er ook synthetische stoffen zoals: symetrel en oxytoxin.
Deze hebben gelijke effecten. Opiaten brengen euforie teweeg ‘een intens gevoel van genot’.
Endorfinen: natuurlijke stoffen die in de hersenen als neurotransmitters werken met een
effect dat lijkt op dat van morfine.
Heroïne: een bewustszijnsverlagend middel dat uit morfine wordt bereid en dat sterk
verslavende eigenschappen heeft. Het is een krachtig onderdrukkend middel dat euforie
opwekt. In eerste instantie werd heroïne ontwikkeld in 1875 uit morfine, toen was men
opzoek naar een geneesmiddel dat pijn effectief zou bestrijden zoals morfine zonder enige
verslaving te veroorzaken. Heroïne bleek echter eveneens verslavend te werken.
Morfine: een sterk verslavend, bewustzijn verlagend middel dat uit de opiumpapaver wordt
bereid; het middel verplicht pijn en veroorzaakt gevoelens van welbehagen. Morfine, een
krachtig opiumderivaat genoemd naar Morpheus, de Griekse god van de dromen. Werd
geïntroduceerd rond de tijd van de Amerikaanse burgeroorlog. Morfine werd toen royaal
uitgedeeld om de pijn als gevolg van verwondingen te verdoven.
Stimulantia: psychoactieve stoffen die de activiteit van het zenuwstelsel verhogen. De
effecten van deze middelen verschillen enigszins, maar sommige stimulantia wekken
gevoelens van euforie en zelfvertrouwen. Stimulantia zoals amfetaminen, cocaïne en cafeïne
verhogen de beschikbaarheid van de neurotransmitters noradrenaline en dopamine in de
hersenen. Daardoor blijven hoge concentraties van deze neurotransmitters in de synapsspleten
tussen neuronen beschikbaar, waardoor het zenuwstelsel zeer actief en alert blijft.
Amfetaminen: typen stimulantia zoals benzedrine of dextrine. Amfetaminen behoren tot de
synthetische stimulantia. Staartnamen voor amfetaminen zijn onder anderen, speed, uppers,
meth en dexies. Worden vaak in hoge doses gebruikt en zorgen voor euforische flash. Worden
vaak in tabletvorm gebruikt. (Blz. 263 boek)
Ecstasy: een synthetische harddrug, verwant aan amfetamine, die een lichte euforie en
hallucinaties veroorzaakt. Ook wel MDMA genoemd. Ecstasy kan psychologische
bijwerkingen hebben, waaronder depressie, angst, slapeloosheid en zelfs paranoia en
psychose. Het middel kan ook ten koste gaan van cognitieve prestaties bij taken waarvoor
aandacht, leervermogen en geheugen nodig zijn en kan hersenbeschadiging veroorzaken.
Cocaïne: een natuurlijk stimulerend middel dat wordt geëxtraheerd uit de bladeren van de
cocaplant meestal in poedervorm gesnoven. (Lees blz. 264 van het boek!)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s_isik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.