100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelings psychopathologie bij kinderen en jeugdigen $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelings psychopathologie bij kinderen en jeugdigen

3 reviews
 313 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen van J. Rigter (Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 1,4,9 & 10) - ISBN: 9789062832996, Druk: 1, Uitgavejaar: 2010

Preview 2 out of 76  pages

  • No
  • Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 1,4,9 & 10
  • October 30, 2013
  • 76
  • 2011/2012
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: dieuwertje1807 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: romyvanvulpen • 5 year ago

review-writer-avatar

By: anouk_rianne • 8 year ago

avatar-seller
Ontwikkelings psychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Jakop Rigter

Hoofdstuk 2: Classificatie, diagnostiek en epidemiologie

2.1 Inleiding

In de psychopathologie en andere wetenschappen, zoals de medische, is het van groot belang om
verschijnselen van elkaar te onderscheiden, te classificeren. Hoeveel verschillende soorten
psychische stoornissen er zijn wordt doormiddel van een classificatiesysteem beantwoorden. Hoe ze
ontstaan probeert een hulpverlener met behulp van diagnostiek te vinden. Hoeveel kinderen het
probleem hebben kan door een epidemiologisch onderzoek beantwoord worden. Classificeren en
diagnosticeren wordt verricht door de gespecialiseerde hulpverlener: arts, psychiater, psycholoog of
pedagoog. Andere hulpverleners en professionele opvoeders kunnen erbij worden betrokken om
informatie te geven waarop de diagnosticus zijn oordeel kan baseren.

2.2 Classificatie

2.2.1 Definitie van classificatie
Als mensen om zich heen waarnemen, dan proberen ze vrijwel automatisch de
waarnemingsresultaten van het waarnemingsproces in te delen inde voor hem bekende
categorieën. Bij het vinden van iets nieuws zijn kinderen en volwassenen nieuwsgierig. Ze gaan
proeven, ruiken, knijpen enz. Zo delen we van jong af aan de dingen om ons heen in op basis van
zintuiglijke waarnemingen.
Om te kunnen classificeren moeten we waarnemen, maar ook onderscheid maken tussen de
categorieën waarin we de waarnemingsresultaten indelen. Hij gebruikt de kennis die hij heeft en
deze kennis is gebonden aan de persoon, tijd en cultuur waarin hij leeft. De categorieën hebben ze
ooit geleerd te onderscheiden. Dit leerproces gaat levenslang door. Mensen die niks van
psychopathologie weten kunnen een kind heel vreemd zien doen. Welke aspecten vreemd zijn
kunnen ze vaak niet uitleggen. Met behulp van kennis uit dit boek leert een beginnende hulpverlener
vreemd gedrag te classificeren.

We delen onze waarnemingen in omdat we behoefte hebben aan vereenvoudiging. Als er geen
classificatiesysteem is, is het onmogelijk om een naam te geven aan een verschijnsel. Classificatie
biedt de mogelijkheid tot ordening, het leidt tot een beter begrip over wat verschillend en wat
hetzelfde is. Met classificatie kunnen ogenschijnlijk ongelijksoortige verschijnselen toch bij elkaar
horen. Een goed classificatiesysteem, overeenkomsten kunnen zien tussen verschijnselen en nieuwe
verschijnselen kunnen indelen, wordt gezien als basis van een wetenschap. Met behulp van
classificatiesystemen worden psychische stoornissen herkend, ingedeeld en van elkaar
onderscheiden. Je maakt onderscheid tussen grote groepen stoornissen (bv angststoornissen) en
ook worden grote groepen onderscheiden in subgroepen. In de DSM-IV wordt bij angststoornissen
onderscheid gemaakt tussen fobieën, paniekstoornissen en PTSS. Het belang van een goede
classificatie van psychische problematiek is groot. Een hulpverleningsproces kan gebaseerd zijn op de
classificatie. Het uitleg geven aan ouders over de stoornis van het kind en het bieden van eventuele
ondersteuning bij de opvoeding speelt een grote rol binnen de hulpverlening. Uitleg over autisme is
immers anders dan uitleg over een gedragsstoornis.

2.2.2 Een categoriale benadering van classificatie DSM-IV
DSM-IV systeem staat voor Diagnostic and Statistical Manual of mental Disorders, vierde editie. Deze
editie verscheen in 1994 en wordt wereldwijd gebruikt.

, Kenmerken van DSM-IV
DSM-IV is geen diagnostisch instrument, maar een classificatiesysteem. Een systeem waarbij
psychische stoornissen op vijf verschillende assen genoteerd kunnen worden. Elke as heeft
betrekking op een bepaald onderdeel van de classificatie.
Op As I staan de klinische stoornissen. Hoewel de stoornissen uitlopen in verschijningsvorm hebben
ze gemeenschappelijk dat ze allemaal op een bepaald moment in het leven van een persoon kunnen
verschijnen en ook verdwijnen. Ze zijn niet levenslang. Bij de eerste categorie staan de stoornissen in
de zuigelingen leeftijd. Bij de overige categorieën gaat men ervan uit dat de kenmerken van deze
stoornissen bij kinderen en jeugdigen niet wezenlijk verschillen met die van volwassenen.
Op As II staan de persoonlijkheidsstoornissen. Deze worden als constante (levenslange) eigenschap
gezien.
Op As III staan de lichamelijke ziekten en aandoeningen. Deze aandoeningen zijn van belang om de
psychische stoornis te begrijpen. Bv dat iemand een schildklieraandoening heeft, omdat dit soms
een depressie kan veroorzaken. Aandoeningen die van belang zijn bij het instellen van de eventuele
medicatie moet hier genoteerd worden. De gespecialiseerde hulpverlener, meestal arts, maakt de
notaties op de As I,II en III.
Op As IV staan de psychosociale moeilijkheden en omgevingsproblemen van het afgelopen jaar. Bv
problemen verbonden aan de sociale omgeving, school- of studieproblemen enz. Op As V lomt een
algemene beoordeling van het functioneren van de hulpvragen. De GAF- schaal loopt van 100 – 0. Bij
een score van 90 en 100 functioneert iemand uitstekend. Hoe lager de score hoe ernstiger. Een score
van lager dan 10 staat voor een kind die een problematiek vertoont waarbij het voortdurend een
gevaar is voor anderen of zichzelf.

Geschiedenis en uitgangspunten van DSM-IV
De Duitse Emil Kraepelin wordt gezien als de grondlegger van de moderne classificatiesystematiek.
De eerste systemen hadden vooral een medische en daarmee een somatische oriëntatie en waren
gericht op de toenmalige populatie van inrichtingspsychiatrie met ernstige stoornissen. De eerste
DSM verscheen in 1952 en was een reactie op somatische oriëntatie binnen de eerdere
classificatiesystemen en was vooral gericht op de psychoanalyse en kende grote aandacht voor de
minder ernstige stoornissen, toen aangeduid als neurose. Maar niet iedereen wilde werken met een
classificatiesysteem dat gericht was op een psychoanalytische zienswijze. De DSM III koos enkel en
alleen voor waarneembare symptomen en niet voor een bepaalde theorie en hier staat observatie
centraal. Hulpverleners gebruiken bij hun observatie dezelfde duidelijke en ondubbelzinnige
categorieën om de observaties in te delen. Dit vergroot de betrouwbaarheid. De verbeteringen van
de DSM-IV was dat de uitgangspunten en alle kenmerken en omschrijvingen werden vastgesteld
door een panel van deskundigen.

Bij de DSM-IV wordt er vanuit gegaan dat de klachten van een hulpvrager te vertalen zijn naar
categorieën van stoornissen. Met behulp van de DSM-IV worden er uitspraken gedaan of een
bepaalde combinatie van klachten nu wel of niet een stoornis is. De DSM-IV omschrijft voor het
vaststellen van een gedragsstoornis maar liefst 15 potentiële kenmerken. Bij het gebruik van DSM-IV
worden uitspraken gedaan in de zin van meer of minder aan een stoornis lijden. Er wordt geen
uitspraak gedaan in de zin van meer of minder aan een stoornis lijden. Hoewel de DSM-IV zegt
atheoretisch te zijn, doet dit denken aan de geneeskunde. Daarin wordt door middel van medisch
onderzoek bv een bacterie vastgesteld, op grond waarvan je kan concluderen of iemand wel of niet
een ziekte heeft. Deze tweedeling (dichotomie) wordt binnen de DSM-IV toegepast. In de
hulpverlening is het veel belangrijker of een kind lijdt onder een stoornis en is de criteria minder
belangrijk. De eenvoud en hiërarchie van het DSM-IV systeem is ook belangrijk. Eenvoud: de klachten
beschrijven met 1 stoornis. Hiërarchie: een rangorde in de mogelijke ernst van stoornissen. Maar in
de praktijk blijken veel symptomen van hulpvragers niet eenduidig naar 1 stoornis te wijzen. Het is
mogelijk dat iemand meerdere stoornissen heeft. Co-morbiditeit: tegelijkertijd samengaan van
verschillende stoornissen. Dit komt veel bij kinderen voor.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vivianB. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  5x  sold
  • (3)
Add to cart
Added