Subdomein B1: socialisatie
Cultuur is dynamisch. Cultuur verandert door:
- Verandering in de politieke of economische situatie
- Uitwisseling met mensen buiten de groep of gemeenschap
- Verandering van de samenstelling van de groep of gemeenschap
Identificatie: mensen leren door het perspectief en het gedrag over te nemen van iemand
op wie zij menen te lijken of op wie zij willen lijken.
Tijdens de socialisatie ontwikkelt iemands persoonlijkheid, identiteit en zelfbeeld.
Socialisatie draagt ook bij aan cultuurverandering, omdat het een proces is van
cultuurverwerving waarin een individu zichzelf positioneert ten aanzien van de cultuur.
Stereotypen: cultureel aangeleerde beelden, generalisaties en veronderstellingen,
bijvoorbeeld over een bepaalde groep mensen, die vaak leiden tot snelle, soms incorrecte
oordelen over anderen, verworven door socialisatie.
Het verloop van socialisatie is milieuafhankelijk. De verschillen in kapitaal kunnen leiden tot
sociale ongelijkheid.
- Economisch kapitaal: (financieel) bezit of een hoog inkomen
- Sociaal kapitaal: connecties, netwerken en de mate van respect die mensen genieten
- Cultureel kapitaal: culturele competenties, waaronder kennis, houdingen,
opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor hoge sociale posities
Deze sociale verschillen kunnen sociaal worden overgeërfd, waardoor en duurzame
verschillen tussen sociale klassen kunnen ontstaan.
Specifieke vormen van socialisatie:
- Enculturatie: het aanleren en verwerven van de (sub)cultuur van de samenleving
waarin men geboren wordt.
- Acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen
daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.
Functies van socialisatie
- Continuering van een (sub)cultuur (o.a. het voortbestaan van een samenleving)
- Verandering van een (sub)cultuur
- Identificatie met anderen, met een groep en met een subcultuur, en het besef van
groepslidmaatschap van het individu
- Identiteitsontwikkeling (vorming)
- Gedragsregulatie: doordat mensen normen en gedragspatronen internaliseren wordt
het gedrag (van anderen) beter voorspelbaar en het samenleven overzichtelijker.
Invloed van nature en nurture:
- Nature: eigenschappen van individuen worden vooral bepaald door biologische of
erfelijke factoren.
5
, - Nurture: eigenschappen van individuen worden vooral bepaald door opvoeding en
omgevingsfactoren.
- Meesten zien het als een achterhaalde discussie. Het is duidelijk dat vorming van
menselijk gedrag een complexe interactie is van verschillende componenten.
Lagen van socialisatie (ideaaltypisch):
- Primaire socialisatie
o Speelt zich af binnen kleinere groepen en gemeenschappen.
o Belangrijkste socialisatoren: gezin en peergroup (leeftijdsgenoten).
o Proces is informeel en vanzelfsprekend.
o Leidt tot ‘tweede natuur’: maakt deel uit van persoonlijk leven en zelfbesef.
- Secundaire socialisatie
o Speelt zich af binnen formele/georganiseerde omstandigheden en
omgevingen.
Vooral formele organisaties en instituties (school, werk, vereniging)
o ‘Sociale kleren’: gedrag aanpassen afhankelijk van gelegenheid.
o Belangrijke rol voor collectieve rituelen versterking gemeenschapsgevoel
en groepsidentiteit.
- Tertiaire socialisatie
o Door anonieme socialisatoren die impliciet waarden, normen en
gedragspatronen overdragen
Cultuur die is ingebed in o.a. media, literatuur, rolmodellen.
- Onderscheid wordt steeds kleiner
o Primaire socialisatie gebaseerd op traditioneel gezinsideaal.
o Primaire socialisatie speelt zich vaker af binnen formele instanties (scholing).
o Onderscheid anonieme en bekende socialisatoren lastiger, door toenemend
belang (interactieve) media.
Identiteit wordt gevormd door socialisatie. Het is het kruispunt van zelfbeeld en
groepsbinding. Het gevoel van groepslidmaatschap stimuleert identificatie.
Vormen van identiteit:
- Persoonlijke identiteit: zelfbeeld (vaak mede bepaald door het gedrag dat gezin of
vrienden heeft tegenover het individu).
- Sociale identiteit: het beeld dat iemand van zichzelf heeft als lid van de sociale
groepen en categorieën waar hij deel van uitmaakt. Het kan ook worden
uitgedragen, waardoor anderen iemand sociaal kunnen plaatsen.
- Collectieve identiteit: het beeld van meerdere mensen samen die zich als groep of
gemeenschap zien of zo gezien worden.
o Interne collectieve identiteit: het gezamenlijke zelfbeeld en wij-gevoel
van meerdere mensen samen, die zich beschouwen als groep of
gemeenschap.
Gebaseerd op affectieve bindingen.
o Externe collectieve identiteit: zij-beeld van een groep dat breed wordt
onderschreven door buitenstaanders.
Vaak negatief en stigmatiserend.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahdewildt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.