Wegwijsserie - Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht
Een uitgebreide samenvatting van het boek ‘Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht’.
Met deze samenvatting heb ik een 8 gehaald op het tentamen. Doe er je voordeel mee!
Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht
1: Het vakgebied internationaal belastingrecht ................................................................................... 2
2: Instrumenten ter voorkomen van dubbele belasting ...................................................................... 5
4: Belastingen naar het inkomen en vermogen: het subject............................................................ 17
5: Vaste inrichting en winstallocatie .................................................................................................... 29
5.5: De omvang van de vaste-inrichtingswinsten ................................................................................... 42
5.8: Transfer pricing................................................................................................................................. 51
5.9: Scheepvaart- en luchvaartwinsten................................................................................................... 58
5.10. Passieve inkomsten ........................................................................................................................ 59
5.10.1. Dividend.................................................................................................................................. 60
5.10.2. Interest .................................................................................................................................... 65
5.10.3. Royalty’s .................................................................................................................................. 67
5.11: Vervreemdingswinsten................................................................................................................... 69
5.12: Inkomsten uit arbeid ...................................................................................................................... 72
7 Voorkoming van gebruik en misbruik van belastingverdragen .................................................... 80
8: Het vakgebied Europees Belastingrecht ......................................................................................... 92
9: Samenloop tussen internationaal en Europees Belastingrecht .................................................. 95
10 Harmonisatiebepalingen op het gebied van de directe belastingen ......................................... 98
10.1 Moeder-dochterrichtlijn.............................................................................................................. 98
10.2 Fusierichtlijn .............................................................................................................................. 100
10.3 Rente-royaltyrichtlijn................................................................................................................. 101
10.4 ATAD 1 ................................................................................................................................... 102
10.5 ATAD 2 ................................................................................................................................... 104
10.6 Belastingheffing op pensioenen............................................................................................ 104
10.7 Uitwisseling samenwerking tussen Belastingdiensten.................................................................. 105
11: Non-discriminatie bepalingen en meestbegunstiging............................................................... 106
12 Schadelijke en eerlijke belastingconcurrentie............................................................................. 112
13 Onderling overleg en arbitrage...................................................................................................... 117
14: Internationale bijstandsverlening ................................................................................................ 132
1
,1: Het vakgebied internationaal belastingrecht
Synthetische inkomstenbelasting: inkomsten (arbeid/vermogen) worden bij elkaar opgeteld en
in zijn geheel belast), terwijl bij andere staten elke inkomstencategorie op haar eigen wijze
afzonderlijk wordt belast (analytische-inkomstenbelasting). Daarnaast houden sommige landen
sterk rekening met persoonlijke omstandigheden (fiscaal instrumentalisme).
Binnen het internationale belastingrecht staat juridisch dubbele belasting centraal: staat X
belast haar inwoners als binnenlands belastingplichtige en wel naar het wereldinkomen
(woonplaatsbeginsel). Niet-inwoners kunnen ook in de heffing worden betrokken, als
buitenlands belastingplichtige, maar alleen als zijn een bron van inkomen genieten (bijv. een
duurzaam verrichte dienstbetrekking). Dit betekent dat er juridisch dubbele belasting is
verschuldigd. Meer dan één heffingsbevoegde instantie heeft zich het heffingsrecht over het
belastingobject van een persoon toegeëigend.
Daarnaast kennen we economische dubbele belasting. Twee personen worden dan door één
of twee heffingsbevoegde instanties over formeel verschillende, maar materieel identieke
objecten belast. Voorbeeld: dochtermaatschappij A (Duitsland) keert winst uit aan haar
moedermaatschappij gevestigd in (NL).
Oplossing voor dubbele belasting en belasting ontgaan en -ontduiking
Dubbele belasting kan worden voorkomen doordat staten besluiten om eenzijdig wet- en
regelgeving op te nemen. Voorbeeld: Om economisch dubbele belasting te voorkomen is de
deelnemingsvrijstelling opgenomen (eenzijdig). Om juridisch dubbele belasting te voorkomen
is het Besluit van voorkoming dubbele belasting opgenomen (BvdB) (eenzijdig). Aangezien
Nederland in deze situatie eenzijdig haar heffingsrechten prijsgeeft, heeft het sluiten van een
verdrag de voorkeur. Verdragen zien op het voorkomen van juridische dubbele belasting.
Samenloop van heffingsbeginselen
- Woonplaatsbeginsel: het inwonersschap vormt het aanknopingspunt voor
belastingheffing;
- Nationaliteitsbeginsel: het staatsburgerschap vormt het aanknopingspunt voor de
belastingheffing;
- Bronbeginsel: de territoriale binding met activiteiten vormt het aanknopingspunt
voor de heffing;
- Oorsprongsbeginsel: de scheppende oorzaak van het profijt vormt het
aanknopingspunt van belastingheffing;
2
,Theoretisch bezien is het oorsprongsbeginsel beter gefundeerd, maar in de praktijk is het lastig
om uit te voeren. Bedenk dat in elke staat waar zich één van de winst-scheppende factoren
bevindt een deel van de winst moet worden toegerekend. In geval van het bronbeginsel hoeft
slechts een vaste inrichting aanwezig te zijn en is daardoor eenvoudiger in de uitvoering.
Belangrijk: je kunt je pas beroepen op een verdrag als een persoonlijk heffingsrecht
(woonplaats- of nationaliteitsbeginsel botst met een zakelijk heffingsbeginsel (bron- of
oorsprongbeginsel), dan wel twee zakelijke heffingsbeginsel met elkaar botsen. Bilaterale
verdragen zijn alleen van toepassing als de genieter van de inkomsten inwoner in verdragszin
is in tenminste een van beide staten.
Uitzondering: onder voorwaarden kunnen ook niet-inwoners een beroep doen op de non-
discriminatiebepaling. Voorbeeld: niet-inwoners die een vaste inrichting hebben (en dus een
bron van inkomen), kunnen een beroep doen op een belastingverdrag dat die vaste
inrichtingsstaat heeft gesloten met een derde staat gesloten heeft (Triangular case).
Voor de situatie dat beide staten het inwonerschap claimen, wordt in het tiebreaker rules
aangegeven wie inwoner is in verdragszin. Het nationaliteitscriterium speelt in
belastingverdragen alleen een ondergeschikte rol bij het bepalen of er sprake is van inwoners
schap.
Voor de allocatie van inkomen zijn drie verschillende vormen van regelgeving:
1. Toewijzingsregels: hierbij krijgt één land alle heffingsrechten onder volledige
uitsluiting van de andere verdragspartij. Als terminologie wordt gebruikt de
uitdrukking: ‘is slechts belastbaar’. Zie artikel: artikel 8 (scheep- en luchtvaart)
artikel 18 (particuliere pensioenen), maar ook: deelnemingsdividenden, interest
en royalty’s ( artikel 10 e.v.). Nederland is bereid om mee te werken aan een
exclusieve heffingsbevoegdheid indien deze toekomt aan de woonstaat;
2. Afbakeningsregels: het primaire heffingsrecht komt toe aan de bronstaat. Het
inkomen wordt tevens opgenomen in de heffingsgrondslag van de woonstaat,
maar deze staat moet ook voorkoming geven: zie artikel 6 (inkomsten uit
onroerende zaken), artikel 7 (vaste-inrichtingswinsten) en artikel 15 (inkomsten
uit niet-zelfstandige arbeid). In de terminologie: ‘mogen worden belast door de
andere staat’;
i. Reverse credit: Bronstaat mag heffen, maar moet tevens ook
voorkoming verlenen.
3. Verdelingsregels: primaire heffingsrecht komt toe aan de woonstaat. De
bronstaat krijgt daarentegen een beperkt heffingsrecht. De woonstaat moet
voorkoming van dubbele belasting hiervoor verlenen (artikel 10 t/m 12);
3
, Het verdrag en BvdB zien alleen op het voorkomen van dubbele juridische belasting. Vanuit
nationaal perspectief wordt dit opgelost door middel van de deelnemingsvrijstelling. Vanuit EU
perspectief wordt de M-D richtlijn hiervoor gebruikt;
Het verdragennetwerk kent zoals gezegd meerdere functies: het voorkomen van
belastingontwijking, het voorkomen van dubbele belastingheffing, maar ook het voorkomen
van dubbele niet heffing (blinde vlek). In dat laatste geval is nationale wet- en regelgeving niet
goed op het internationale belastingrecht (verdragennetwerk) afgestemd. Een en ander leent
zich uitstekend voor ‘internationaal tax planning’.
NL heeft in haar nationale wetgeving verschillende bepalingen opgenomen om
belastingontwijking en dubbele niet heffing te ontgaan bijv. 10a en exit-heffingen. Ook in
eenzijdige regelingen ter voorkoming van dubbele belasting en in belastingverdragen worden
regels opgenomen die ‘blinde vlekken’ en het ontgaan van belasting tegengaan. Een voorbeeld
uit de Nederlandse eenzijdige regeling ter voorkoming van dubbele belasting is de
onderworpenheidseis: voorkoming wordt alleen gegeven als het belastingobject in de andere
staat aan belasting is onderworpen.
Nederland neemt specifieke voorzieningen op in belastingverdragen met landen waar gevaar
bestaat voor belastingontgaan. Deze antiontgaansbepalingen kunnen in groepen worden
verdeeld. Bijvoorbeeld bepalingen die verdragsgerechtigdheid inperken tot reële situaties.
MPT, PPT en LOB bepalingen bijvoorbeeld.
Actiepunt 15 van het BEPS Action Plan heeft geresulteerd in het MLI: heeft als doel geheel of
gedeeltelijk in de plaats te treden van bepaalde bepalingen uit bilaterale verdragen en die
bilaterale verdragen ook aan te vullen. Een bepaling uit dit MLI kom in de plaats van een
bepaling uit een ‘Covered Taks Agreement’ als er sprake is van een match, beide landen
hebben dan te kennen gegeven deze bepaling in de plaats van een bepaling uit een bilateraal
verdrag te willen laten komen of als aanvulling daarop.
Daar waar een binnenlands belastingplichtige ook inkomsten in het buitenland heeft, is het van
belang dat de betrokken belastingadministraties elkaar van informatie kunnen voorzien en
kunnen helpen bij het invorderen van belasting. Daarom zijn in verdragen nadere regels
hieromtrent opgenomen. In het OESO-verband ontwikkelde WABB-verdrag en verschillende
EU-richtlijnen.
Belastingverdragen moeten worden uitgelegd aan de hand van het internationaal
gewoonterecht en het Weens Verdragenrechtverdrag. Deze regels worden bijvoorbeeld
toegepast ter beantwoording van de vraag welke verdrag van toepassing is als dat verdrag is
herzien en er een nieuwe versie van het verdrag tot stand is gekomen. Ook is het
internationaal publiekrecht bijvoorbeeld van betekenis bij de uitleg van termen die niet zijn
gedefinieerd in het belastingverdrag.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ash909. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.