Samenvatting leerjaar 2 anatomie en fysiologie CNA. De samenvatting is erg uitgewerkt vanuit het boek "Fysiologie" van W. G. Burgerhout aan de hand van de toetsmatrijs . De laatste twee colleges (neurofysiologie & motorisch leren) zijn niet uitgewerkt in deze samenvatting.
Neurofysiologie hoofdlijnen
Leerdoelen:
De in hoofdstuk 6 beschreven indelingen (anatomische en functionele termen) en
modellen van het zenuwstelsel beschrijven. (Inclusief witte stof/ grijze stof).
De structuur en functies van de onderdelen van het centrale zenuwstelsel beschrijven
en de verbindingen (projectie, associatie en commissuurvezels) tussen deze
onderdelen beschrijven zoals in hoofdstuk 6.
De hogere hersenfuncties op de hersensschors lokaliseren, de lateralisatie van de
hersenen beschrijven.
Zenuwstelstel bestuurt de lichaamsfuncties en gedrag. Anatomen brengen hersenactiviteit in
beeld, fysiologen zoeken naar de oorzaken van stress psychologen en neurologen
bestuderen de werking van transmitters. Deze disciplines heten sinds 1970 de
neurowetenschappen.
Anatomische termen
Het centraal zenuwstelsel wordt omhuld door delen van het skelet, hersenen en ruggenmerg
deze gaan in elkaar over in het achterhoofdsgat (foramen magnum)
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit de hersenzenuwen, de spinale zenuwen en hun
vertakkingen.
Cellichamen van neuronen liggen in beide stelsel bij elkaar. In CZS heet een kerngebied of
nucleus en in het PZS een ganglion.
Een bundel zenuwvezels (axonen) heet in het CZS een tractus of een fasciculus. In het PZS
heet dit een nervus (zenuw).
Vanuit de hersenen komen via gaten in de schedel twaalf paar hersenzenuwen naar binnen.
Uit het ruggenmerg komen de spinale zenuwen steeds een paar tussen twee wervelbogen
naar binnen (totaal 31 paar). Het gedeelte van het ruggenmerg waarmee animale vezels in
een bepaalde spinale zenuw rechtstreeks verbonden zijn, heet een ruggenmergsegment.
De perifere zenuwen worden onderverdeeld in somatisch (pariëtaal) en splachnische
(visceraal) zenuwen. Somatisch is met betrekking tot het houding en bewegingsapparaat en
van de zintuigen aan het lichaamsoppervlak. Splanchinisch verwijst naar de innervatie van de
orgaanstelsels.
Functionele termen
Animaal zijn alle functies en structuren die betrokken zijn bij het waarnemen van de
buitenwereld en bij de sensoriek en motoriek van het houdings- en bewegingsapparaat.
Vegetatief zijn de functies en structuren die gericht zijn op de instandhouding van het
lichaam (homeostase), groei en voorplanting. Deel van dit systeem (motorische) wordt
autonoom genoemd.
, Het vegetatieve zenuwstelsel bestaat uit twee systemen die als antagonisten werken. Het
(ortho)sympathische systeem dat het lichaam instelt voor arbeid en het parasympatische
systeem dat zorgt voor opbouw en herstel.
Het sensorische systeem geleidt en verwerkt prikkels die door sensoren (zintuigen) zijn
opgevangen. Tot dit systeem behoren perifere structuren, namelijk sensoren en perifere
sensorische banen. In dit systeem wordt de prikkel van perifeer naar centraal geleid. In het
motorische systeem is dit andersom.
Centraal liggen de motorische velden en de motorische banen, perifeer de perifere
motorische zenuwvezels en effectorganen. Effectorganen zijn de dwarsgestreepte
skeletspieren in het animaal-motorisch systeem en de gladde spieren in het vegetatief-
motorisch systeem.
Sensibiliteit is de tastzin in zijn ruimte betekenis, het traditionele vijfde zintuig.
Afferent betekent er naartoe, efferent er vandaan.
Ascenderend is opstijgend naar craniaal. Descenderend is afdalend naar caudaal.
Sensorische banen zijn als regel ascenderend en motorische banen descenderend.
Modellen van zenuwstelsel
Reflexmodel
Kerngedachte van het model is dat een prikkel (stimulus) leidt tot een stereotiepe reactie
(respons). Heet daarom ook wel het stimulusresponsmodel.
De prikkels afkomstig uit de buitenwereld of uit eigen lichaam worden opgevangen door
sensoren en via sensorisch neuronen naar het CZS vervoerd. Verwerking van signaal in het
CZS leidt tot prikkeling van motorische neuronen, die op hun beurt de prikkel overdragen op
een doelorgaan (effector).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nanoukb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.