Met deze uitgebreide en complete samenvatting van het Basisboek Online Marketing ben je klaar voor het tentamen van Contentmaker. In deze samenvatting vindt je de hoofdstukken 3 en 4 en paragrafen 2.3, 5.6 en 5.7
2.6, 5.6 5.7 h3 en h4 volledig
March 11, 2019
March 11, 2019
17
2017/2018
Summary
Subjects
contentmaker
communicatie
online martketing
han
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Communicatie
Contentmaker (CONTENTMAKER)
All documents for this subject (54)
Seller
Follow
EvaHofs
Reviews received
Content preview
Paragraaf 2.3
Businessmodel: een beschrijving van de manier waarop het bedijf waarde creëert voor klanten en
daarvoor met inkomsten wordt gecompenseerd. Het busnissmodel brengt samenhang aan in de
wijze waarop een organisatie haar strategie operationalissert. Het is een beschrijving van hoe de
strategische doelen op een profijtelijke, duurzame manier gerealiseerd moeten worden en de hierbij
horende uitvoering. De volgende elementen hebben alle modellen:
- Waardepropositie voor de klant
- Het verdienmodel
- De kernmiddelen om de waardepropositie te kunnen realiseren
- Kerprocessen
De ontwikkeling in internetgerelateerde technologieën heeft geleid tot veel
businessmodelinnovaties. De manier waarop producenten, tussenhandel en afnemers elkaar kunnen
benaderen en hoe ze met elkaar omgaan is erg veranderd. Het overstappen naar een digitaal
distributiekanaal is bijvoorbeeld voor de meeste organisaties ingrijpend. Soms leidt het zelfs in een
compleet andere strategie, werkwijs en organisatie. 9 bouwblokken:
1. Klantensegmenten: een organisatie bedient een of meerdere klantensegmenten.
Basisvragen zijn hiervoor:
- Voor wie creëren we waarde
- Wat zijn onze belangrijkste marktsegmenten.
2. Waardepropositie: een organisatie wil klantenproblemen oplossen en klantbehoeften
vervullen via en waardepropositie: een aantrekkelijk aanbod aan de klant. Het bestaat uit
een mix van elementen die aansluiten bij de behoeften van het segment. Waarden kunnen
kwantitatief zijn (prijs of snelheid van de service), of kwalitatief ( ontwerp of ervaring). De
waarde propositie sluit nauw aan bij de gekozen positionering. Om de rol van online
marketing binnen de waarde propositie vast te stellen is het relevant of de kern van de
waardepropositie een concreet goed is, een menselijke dienst of een op data gebaseerd
product. Basisvragen:
- Welke waarde bieden we aan klanten ?
- Welk probleem van de klant helpen we op te lossen ?
- Welke behoeften van de klant bevredigen we ?
3. Kanalen: waardeproposities worden aan klanten geleverd via communicatie-, distributie- en
verkoopkanalen. Basisvragen:
- Via welke kanalen willen onze klantsegmenten worden bereikt?
- Hoe doen we dat nu
- Welk kanaal functioneerd het beste en welke is het meest efficiënt?
- Hoe integreren we ze met routines van de klant?
Het voordeel van een fysieke winkel (bricks) ten opzichte van online (clicks)is dat kopers rustig de
producten kunnen vergelijken en beoordelen en dat verkopers een beslissend zetje kunnen geven of
de potentiële klant extra informatie geven. Nadelen zijn de kosten van distributie en de
noodzakelijke grote verspreidde voorraad. Via internet kan soms de tussenhandel worden omzeild.
Dat heeft vooral voordelen bij producten en diensten waarvan proeven, voelen en ruiken minder van
belang zijn. De kostenbesparing zijn dan voor de ondernemer van belang. Alleen op data gebaseerde
producten kunnen volledig digital worden gedistribueerd.
4. Klantrelaties: er zijn verschillende mogelijkheden om relaties met klanten te onderhouden:
, - Persoonlijke contactpersoon: deze is specifiek aan een klant geboden en onderhoudt een
langetermijnrelatie
- Cocreatie: hierbij worden bedrijfsprocessen in samenwerking met klanten gerealiseerd
- Communities: organisaties creëren de mogelijkheid voor klanten om een relatie met elkaar aan
te gaan via een online community, zodat ze kennis en ervaringen met elkaar en met de
organisatie kunnen delen
- Persoonlijke assistentie: betekent dat er direct contact is met medewerkers tijdens of na de
verkoop via winkels, call centers, email of online chat.
- Zelfbediening: is er rechtstreeks contact met de klant, waarbij deze in de gelegenheid wordt
gesteld om zichzelf van de benodigde informatie en dienstverlening te voorzien
- Geautomatiseerde dienstverlening: is zelbediening met behulp van geautomatiseerde processen.
Organisaties die klanten eenmalig iets verkopen of producten bieden met een hele lage prijs, zijn
vaak transactiegeoriënteerd. Maar veel organisaties willen een relatie opbouwen voor de lange
termijn. Basisvragen:
- Welk type relatie verwacht ieder van onze klantensegmenten dat we met ze opbouwen
- Welk type relatie hebben we al opgebouwd? Welke invloed heeft dat op de kosten?
- Hoe zijn de klantenreties geintegreerd met de rest van ons businessmodel?
5. Inkomstenstromen: representeert het geld dat een organisatie genereert vanuit ieder van de
klantsegmenten. Als van deze inkomstenstromen de kosten worden afgetrokken, reseert de
winst. In de afgelopen jaren hebben veel internetbedrijven geworsteld met de vraag voor
welke waarden klanten betalen. Dit heeft ertoe geleid dat veel organisaties hebben besloten
om ook hun informatie gratis aan te bieden en geld te verdienen via bijvoorbeeld
advertenties. Inmiddels is dit niet meer het geval en zetten bedrijven de echt waardevolle
informatie achter een ‘betaalmuur’. Pas na betaling krijgen klanten de toegang. Naast directe
betaling per eenheid (product, uur, MB) komen de volgende manieren om inkomsten te
generenen veel voor op het internet:
- Abonnementenmodel: komt vooral voor bij informatiegebaseerde diensten. Zo kun je bv. Een
abonnement nemen op Software as a Service (SaaS), op een muziekdienst als spotify of op een
krant. Voor de organisatie is de abonnementsvorm aantrekkelijk, omdat het een voortdurende
bron van inkomsten oplevert.
- Instap of freemiummodel: houdt in dat het beruik van een online dienst gedeeltelijk gratis is.
vaak gaat het daarbij om een simpele versie van de dienst en/of een versie met advertenties
erin. Het idee is dat de klanten die gebruikmaken van de basisversie van de dienst, overtuigd
raken van de kwaliteit en daarom de uitgebreidere of reclamevrije versie kopen.
- Advertentiemodel: veel websites en apps verdienen geld door advertenties te vertonen. Er werd
per 1000 vertoningen betaal (Cost per Mille), maar omdat alles op een website meetbaar is werd
dit ingewiseld voor Cost per Click. Later soms zelfs door betaling per gerealiseerde aanvraag of
verkoop.
- Veilingmodel: op een veilingmodel wordt vraag en aanbod voor een specifiek type producten op
een specifiek moment en een specifieke plaats bij elkaar gebracht om vervolgens bij opbod of
afslag de prijs te bepalen. Het is een mechanisme waarbij een aanbieder in theorie het maximale
krijgt in ruil voor zijn product of dienst. Er is nu tegenwoordig ook online mogelijkheden (Ebay).
Het product of dienst kan alleen online worden geveild als de kwaliteit objectief kan worden
vastgesteld en digitaal kan worden weergegeven. Meestal verdient de organisator van een
veiling geld door een opslag op de transactie.
- Brokerage- of makelaarsmodel: hierbij worden ook vraag en aanbod bijeen gebracht, maar de
makelaar brengt ook extra informatie en deskundigheid in. De meerwaarde van de makelaar ligt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EvaHofs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.27. You're not tied to anything after your purchase.