1. Hoe wordt de druk genoemd die bij samentrekken op de vaatwand komt?
A. Bloeddruk
B. Diastolische druk
C. Systolische druk
2. Wat is GEEN oorzaak van een te hoge bloeddruk?
A. Een verlaagde weerstand van de bloedvaten.
B. Het niet goed kunnen filteren van afvalstoffen door de nieren
C. Minder soepel worden van vaten door het ouder worden.
3. Vanaf welke bloeddrukwaarde is er volgens de NHG-standaard sprake van verhoogde
bloeddruk?
A. 100/140 mmHg
B. 100/160 mmHg
C. 90/140 mmHg
4. Wat kan er gebeuren als het hart niet in staat is om voldoende bloed door het
lichaam rond te pompen?
A. De bloeddruk kan stijgen
B. Er kan hartfalen ontstaan.
C. Er kunnen hartritmestoornissen ontstaan.
5. Waarom worden diuretica ook wel plasmiddelen genoemd?
A. Diuretica bevorderen de uitscheiding van water en natrium waardoor de
urineproductie toeneemt.
B. Diuretica bevorderen de uitscheiding van water waardoor de urineproductie
afneemt.
C. Diuretica bevorderen het bloedvolume waardoor de urineproductie toeneemt.
6. Wat wordt bedoeld met: ‘’De medicatie wordt stapsgewijs verhoogd’’?
A. De dosering van hetzelfde middel wordt in stappen verhoogd.
B. De medicatie wordt gestaakt en er wordt een nieuw middel voorgeschreven.
C. Er wordt een tweede middel toegevoegd aan het al gebruikte middel.
7. Waarom wordt bij het gebruik van nitraten aanbevolen ’s nachts de nitraatvrije
periode aan te houden?
A. Omdat dan de kans op het krijgen van een aanval het kleinst is.
B. Omdat ’s nachts medicijnen innemen vaak wordt vergeten.
C. Omdat nitraten ervoor zorgen dat iemand slecht in slaap kan komen.
, 8. Meneer Ten Brink, 61 jaar, weet sinds kort dat hij een te hoge bloeddruk heeft. Van
de huisarts heeft hij hiervoor hydrochloorthiazide voorgeschreven gekregen. Omdat
dit niet voldoende effect heeft, krijgt hij een extra middel voorgeschreven. Get gaat
om het midden fosinopril. Welk advies geef je meneer bij aflevering?
A. Neem de hydrochloorthiazide de eerste dagen in een halve dosering in om te
voorkomen dat de kaliumspiegel plotseling daalt.
B. Sluip het nieuwe middel voorzichtig in (opbouwen) i.v.m. met een plotselinge
bloeddrukdaling na toevoeging van fosinopril.
C. Stop mdet de hydrochloorthiazide en vervang deze door een kalium sparend
diureticum.
9. Welke geneesmiddelgroepen geven een verhoogde kans op maagbloedingen in
combinatie met antidepressiva?
A. NSAID’s en ACE-remmers
B. NSAID’s en Anticoagulantia
C. NSAID’s en Bètablokkers
10. Waarom moet er bij het voorschrijven van niet selectieve bètablokkers bij hart- en
vaatziekten goed gekeken worden naar gelijktijdig gebruik van inhalatie medicatie?
A. Omdat niet selectieve bètablokkers de bijwerkingen van inhalatie middelen
zouden kunnen vergroten.
B. Omdat niet selectieve bètablokkers de werking van de inhalatiemiddelen zouden
kunnen versterken.
C. Omdat niet selectieve bètablokkers een negatief effect zouden kunnen hebben
op de luchtwegen, waardoor de patiënt benauwder kan worden.
11. Waarom wordt er bij een te hoge bloeddruk ook medicatie meegegeven die effer op
cholesterol?
A. Omdat hoge bloeddruk en hoog cholesterol vaak beide voorkomen bij een
patient.
B. Omdat middelen voor het verlagen van cholesterolgehalte hoge bloeddruk
medicatie versterken, wat een gunstig effect heeft op de bloeddruk.
C. Omdat zowel een hoge bloeddruk als een te hoog cholesterolgehalte een
risicofactor zijn voor hart- en vaatziekten.
12. Welke twee wetten zijn belangrijk op het gebied van kwaliteit in de apotheek?
A. De Wet Big en de Geneesmiddelenwet.
B. De Wet Big en de Kwz.
C. De Wet Big en de WGBO.
13. Waarom is het van belang om steeds opnieuw in de kwaliteitscirkel toe te passen?
A. Omdat er altijd wel iets niet goed gaat in de cirkel.
B. Op deze manier geef je jezelf de kans om de kwaliteit steeds te verbeteren.
C. Wanneer de cirkel van Deming niet goed wordt toegepast, is certificering niet
mogelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samanthabos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.