100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biomedisch Kader 15/20 $6.40   Add to cart

Summary

Samenvatting Biomedisch Kader 15/20

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Ik verkoop mijn samenvatting van Biomedisch kader. Ik behaalde een 15/20 met mijn samenvatting.

Preview 4 out of 79  pages

  • May 5, 2024
  • 79
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Biomedisch kader
Deel 1: Celleer
Hoofdstuk 1: Bouw en functie van de cel
Alle organismen bestaan uit cellen. Ondanks onderlinge verschillen, zijn er duidelijke
overeenkomsten.

Cellen bestaan uit:
- begrenzing of celmembraan
- geleiachtige inhoud
⇒ Geleiachtige inhoud bevat: nucleïnezuren en DNA
● DNA (Desoxyribonucleïnezuur) = stoffen die een belangrijke rol vervullen bij het
bepalen wat de cel kan en doet.

- buitenkant = extracellulaire ruimte
- binnenkant = intracellulaire ruimte
- celkern
- celorganellen (elk met een eigen functie)

1.1 Bouw
2 soorten organismen:
- eencellige organismen
vb. bacteriën
- meercellige organismen (meeste cellen zijn hier onderdeel van)

⇒ Cellen met dezelfde vorm en functie liggen bij elkaar in een weefsel

● Organen = voor het uitvoeren van speciale taken, zijn verbonden tot een
organenstelsel met elk hun eigen taak
vb. maagdarmstelsel, zenuwstelsel, hormoonstelsel

Organisatieniveaus: (van klein naar groot)
Atoom → molecule → organel → cel → weefsel → orgaan → orgaanstelsel → organisme


1.1.1 Celschema
⇒ Cellen hebben algemeen bouwplan, maar vertonen ook verschillen doordat elke cel eigen

functie heeft en daaraan zo goed mogelijk is aangepast.

Cellen bevatten:
- cytoplasma
- omgeven door een celmembraan

● Cytoplasma = grondplasma en organellen zoals de celkern, mitochondriën, de
lysosomen, …



1

, ● Grondplasma = geleiachtige vloeistof, een groot aantal eiwitten, vetten, suikers en
mineralen.




● Plantaardige cellen ⇒ een celwand om hun

celmembraan en in het cytoplasma bevinden
zich chloroplasten (bladgroenkorrels).



● Dierlijke cellen ⇒ geen celwand en in
cytoplasma liggen er geen bladgroenkorrels.



1.1.2 Celorganellen en hun functie
● Celorganellen = de onderdelen van de cel




1. Celkern (= nucleus)
● Eukaryote cellen = hebben een celkern
● Prokaryote cellen = hebben geen celkern




2

, - kernmembraan (dubbelmembraan) = bevindt
zich rond het kernplasma
- kernlichaam (nucleolus) = aanmaak ribosomen
- kernporiën = grote moleculen kunnen de
celkern in en uit (bevinden zich in kernmembraan)
- chromosomen (worden steeds gekopieerd en
aan deze dochtercellen doorgegeven)

● chromosomen = verantwoordelijk voor de
erfelijke eigenschappen van het organisme,
bevatten DNA en eiwitten.
- chromatine (lange dunne draden die ontstaan
als cel niet deelt) ⇒ rollen zich op zit staafjes bij celdeling

2. Mitochondriën
⇒ In de eukaryote cellen wordt de energie uit voedsel omgezet in ATP (adenosinetrifosfaat).
- ATP moleculen worden gemaakt in de mitochondriën (Worden ook wel de
kerncentrale van de cel genoemd)
Conclusie: mitochondriën produceren ATP voor de energievoorziening in de cel

Bevat:
- Bestaat uit dubbelmembraan, grondplasma, DNA en veel
enzymen Die het mogelijk maken om energie uit voedsel om te
zetten in ATP.
- Bevat de grondstoffen voor ATP:
→ ADP (adenosinedifosfaat)
→ P (fosfaat)

● Matrix = het materiaal of weefsel tussen de cellen van een
eukaryoot organisme (bindweefsel).

3. Ribosomen en ER
⇒ Informatie uit de celkern wordt in het cytoplasma vertaald

⇒ De ribosomen vertalen de informatie uit de celkern in eiwitten.


Ribosomen zijn eiwitten ⇒ in celkern wordt ook informatie opgeslagen om ribosomen te
maken.
- In cytoplasma komen ze als losse bolletjes voor (soms in klontjes bij elkaar) Ook
gebonden aan een systeem van membranen, het endoplasmatisch reticulum (ER).
⇒ Dit membraansysteem staat in verbinding met andere celorganellen en zorgt voornamelijk
voor het transport van stoffen binnen de cel.


3

, ● Het ruw – ER = bevat veel ribosomen
● Het glad – ER = bevat geen ribosomen, wel veel enzymen

- Enzymen die actief zijn in de cel kunnen niet werken wanneer ze vrij ronddrijven in
het cytoplasma ze moeten associatie aangaan met een membraan, het glad ER.
Bv. Voor aanmaak van koolhydraten en lipiden.

4. Golgi – systeem en de lysosomen
● Golgi – apparaat = organel dat bestaat uit op elkaar gestapelde
membranen waaruit door afsnoering blaasjes kunnen ontstaan.
- Stoffen (afkomstig van het ER) worden bewerkt en opgeslagen
- Voor transport van de stoffen (exocytose) worden blaasjes gebruikt
⇒ Het golgi- apparaat is dus een soort fabriek waar allerlei stoffen worden
aangevoerd om vervolgens, na bewerking, weer afgevoerd te
worden. Voor de bewerking zijn er in het golgi
- apparaat veel verschillende enzymen aanwezig.

● Lysosomen = blaasjes met enzymen die stoffen kunnen
afbreken. Worden ook wel opruimers genoemd.
⇒ Kunnen versmelten met voedselvacuolen of ze kunnen inhoud
buiten cel afgeven via een proces dat exocytose heet.

5. Cytoskelet
⇒ Cel krijgt ook vorm en beweeglijkheid door eiwitdraden die aan de celmembraan en de
celorganellen vastzitten.
- Deze eiwitstructuur vormt het cytoskelet/ cytocelskelet
- De eiwitdraden maken het mogelijk om sommige cellen van het celskelet heel lang te
maken, bv. De zenuwcellen

6. Celmembraan
⇒ zie volgend deel


1.2 Functie van de cellen
⇒ Alle cellen in ons lichaam hebben een manier om zicht te handhaven en dus ook een

manier om aan energie te komen. Ze vernieuwen zichzelf en hebben contact met de
buitenwereld. Functie van een cel is vaak af te lezen aan het uiterlijk.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anthonissenmyrthe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.40
  • (0)
  Add to cart