Uitgebreide notities Vreemdetaalverwerving en - didactiek: Vertaalwetenschap: H3 (vanaf 3.2.6 ter afsluiting) H2 (samengevat)
51 views 0 purchase
Module
Vreemdetaalverwerving en - didactiek
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Zeer uitgebreide lesnota's van de lessen Toegepaste Taalkunde I (BA 1 aan UGent): Vertaalwetenschap Vreemdetaalverwerving en Vreemdetaaldidactiek. De nota's bevatten uitleg bij de bekeken filmpjes, uitleg van de prof en de oplossingen van de oefeningen.
Examenvragen kunnen er anders uitzien want die kunnen over alle hoofdstukken samen
gaan.
Vooraf
De indeling volgens Jacobsen, modus of modaliteit bestaat uit drie dele: geschreven - ,
gesproken - en inter- en multimodale vertalingen. De modus of modaliteit is de manier
waarop een boodschap gebracht wordt: gebruik je gesproken of geschreven taal? Dat
zijn twee verschillende manieren, maar je kunt dat op andere manieren een boodschap
overbrengen, bv. handen om een boodschap te ondersteunen, gezichtsexpressie voor
een expressie van een emotie, muziek, handen,… dat zijn allemaal verschillende
manieren, allemaal verschillende modi. De meeste vertalingen zijn monomodaal, dat wil
zeggen dat de meeste geschreven vertalingen een geschreven brontekst en geschreven
doeltekst hebben; dus 1 modus. 1 manier waarop de boodschap gebracht wordt. In de
meeste vormen van tolken is dat ook monomodaal: de gesproken brontekst wordt
gesproken getolkt, niet voor elke vorm van tolken, maar voor de meest frequente
vormen van tolken wel. Dan zijn er een aantal vormen die gemengd zijn: intermodaal en
intermultimodaal. Met intermodaal bedoelen we dat je van de brontekst naar doeltekst
verandert van modus, bv. bij ondertiteling: terwijl de acteurs spreken (gesproken
brontaal) wordt de vertaling geschreven weergegeven in de ondertiteling. Ook
autodescriptie is intermodaal, want je ziet van alles gebeuren op het scherm (gebaren en
bewegingen) en dat wordt vervolgens in gesproken vorm weergeven; dat is ook een
intermodale vertaling. Je gaat van bewegingen op een bepaalde manier naar gesproken
taal. Bij multimodaal moeten er verschillende modi tegelijkertijd vertaald worden: de
zuiverste vorm daarvan was lokalisatie, bv. bij games die gelokaliseerd moeten worden
voor een totaal andere markt, totaal andere cultuur; alles wat geschreven en gesproken
is en alle zichtbare elementen die cultuur specifiek zijn, bv. niet meer Yen maar euro of
geen dikke agressieve man maar een lief en vrolijk Japans meisje. Bij multimodale
vertaling moet de vertaler, in dit geval de lokalisator, rekening houden met zeer veel
modi tegelijkertijd. Op de slide van inter- en multimodale vertaling ook vertalingen die
niet multimodaal zijn bv. dubben. Dubben past binnen de groep van de audiovisuele
vertalingen, maar het is wel strikt genomen een monomodale vorm van vertalen.
Herhalingsslide: equivalentie
Belangrijkste concept dat we vorige week hebben geïntroduceerd, is het concept van
equivalentie. Een vertaling moet equivalent zijn met de brontekst. Equivalentie is
hetzelfde als gelijkwaardigheid, als de gelijke waarde hebben maar dat is niet het
hetzelfde als een gelijke vorm hebben of identiteit, maar ook niet hetzelfde als
correspondentie. Ze moeten de gelijke waarden hebben.
We hebben drie verschillende soorten classificaties van equivalente gezien:
Classificatie van equivalentie volgens Catford, die een onderscheid maakt tussen formele
correspondentie en tekstuele equivalentie. Nida die een onderscheid maakt tussen
formele equivalentie (≠ formele correspondentie bij Catford) en dynamische equivalentie
en Koller heeft de meest uitgebreide classificatie gemaakt, met onder andere denotatieve
equivalentie, connotatieve equivalentie, tekst normatieve equivalentie, formeel
esthetische equivalentie en pragmatische equivalentie.
Een begrip dat op het eerste gezicht afschrikkend wekkend is maar bij nader inzien
eigenlijk vrij voor de hand liggend is en ook heel erg nauw verband houd met
equivalentie is de tertium comparationis en dat is letterlijk de derde in de vergelijking en
de eerste en tweede in vergelijking zijn de bron- en de doeltekst. De derde in de
vergelijking gebruik je gewoon om de kwaliteit van de vertaling te gaan meten. Tertium
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ed70. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.