LES 1. HEALTHY AGING - FRAILTY............................................................................................................ 2
LES 2. SLAAP, DIABETES, VASCULAIRE PATHOLOGIE EN DECUBITUS BIJ OUDEREN.................................9
LES 3. PSYCHOGERIATRIE.......................................................................................................................19
LES 4. ACTIVE AGEING: SARCOPENIE.................................................................................................... 33
LES 5. FARMACOTHERAPIE....................................................................................................................38
LES 6: OSTEOARTROSE (OA).................................................................................................................. 45
LES 7: HOUDING....................................................................................................................................53
LES 8: UITHOUDING.............................................................................................................................. 58
LES 9: VALPREVENTIE............................................................................................................................ 67
LES 10: LONGREVALIDATIE.................................................................................................................... 82
LES 11: ORGANISATIE OUDERENZORG.................................................................................................. 95
1
,LES 1. HEALTHY AGING - FRAILTY
1. INLEIDING EBM
➔ niet enkel de primaire klacht/ diagnose bekijken
➔ eveneens de totaliteit van de individuele geriatrische patiënt
- multimorbiditeit
- polyfarmacie
- multidisciplinair
Gerontologie= studie van ouder worden
Geriatrie= medische behandeling van ouderen
1.1 Evidence based medicine
= Het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om
beslissingen te nemen voor individuele patiënten
● praktijk impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe
bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is
● de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt spelen bij de besluitvorming een
centrale rol
● er is nood aan de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar praktijk
- evidence based clinical decision making
- trainen en oefenen
Klinisch redeneerproces ⇒ bij elke beslissing!!
● screening
● diagnostiek
● uitspraak over prognose
● evaluatie van interventie
Oordeelkundig klinisch redeneren
● Patiënten, omgevingen, pathologieën en fysiotherapeut (PT) zijn complex
● Er bestaat geen definitief goed of fout proces
● variaties in de juistheid van het beslissingsvermogen van de therapeut
● beslissing moet beargumenteerd kunnen worden (meta analyse, systematic review)
● Klinisch redeneren is denkproces dat PT ertoe aanzet 'verstandige' actie te ondernemen
● Tx die interactie heeft met Px en andere partijen, helpt de Px haar gezondheidsstrategieën te
beheren op basis van zijn bevindingen (biopsychosociaal!)
1.2 Diagnose
● Type I
- op de spot diagnose stellen adhv patroonherkenning
● Type II
- thinking slow, hypotheses genereren
- onderzoeken adhv vragen, testen om meest plausibele over te houden
en diagnose te stellen
● hypothetisch deductief model:
type II redeneren ⇨ patroon generatie ⇨ type I redeneren
2
,1.3 Leeftijd
● factor waar rekening mee gehouden moet worden, maar vermijd generalisatie
● biologische leeftijd= leeftijd van de weefsels van de lichaamssystemen
● biologische leeftijd tov kalenderleeftijd bekijken voor gezondheid te beschrijven
jonge persoon kan biologisch ouder zijn (en andersom)
1.3 Geriatrische kinesitherapie
● foutieve perceptie
● wanneer start met gezond ouder worden? = nu, reservecapaciteit voor later
● curatieve benadering en preventieve behandeling
2. HEALTHY AGING
= Proces van ontwikkelen en behouden van het functioneel vermogen en intrinsieke capaciteiten
die welzijn op oudere leeftijd mogelijk maken (WHO)
● functional ability: functionaliteit in maatschappij
● intrinsic capacities: fysieke en mentale capaciteiten
● afhankelijk van omgeving en interactie
● intrinsieke capaciteit en functioneel vermogen nemen af met de leeftijd als gevolg
van onderliggende ziekten en het verouderingsproces.
2.1 Intrinsieke capaciteit
● samenstelling van fysieke en mentale capaciteiten van een persoon
● verminderen in functie van het ouder worden
● afh van genetica, geslacht, etniciteit, opleiding, welzijn..
● domeinen:
(1) Locomotorische capaciteit (spieren, gewrichten, beweging)
(2) Vitaliteit (voeding, proteïnen)
(3) Visuele capaciteit (valproblematiek)
(4) Gehoorcapaciteit
(5) Cognitieve capaciteit
(6) Psychologische capaciteiten
2.2 Grafiek daling intrinsieke capaciteit en functioneel vermogen
● Kijken naar individu eerder dan de groep
● jonge leeftijd
- meeste zeer functioneel
- 6 intrinsieke capaciteit domeinen zijn zeer hoog
● ouder worden
- moleculaire schade
- deel van intrinsieke capaciteit en functionaliteit ↘
● rode dikke lijn = gemiddelde intrinsieke capaciteit
● screening om mensen te identificeren die vroeg afwijken
3
,2.3 WHO Richtlijnen
= Icope screening tool
Ontwikkeld voor interventies om de achteruitgang van de
intrinsieke capaciteit en het functionele vermogen gedurende
de hele levensloop te beheersen
De aanwezigheid van enige capaciteitsvermindering geeft
altijd aanleiding tot een dringende verwijzing voor medisch
onderzoek
3. KINESITHERAPIE GERIATRIE
3.1 Doelstellingen
Hebben betrekking op
(1) Functie
(2) Activiteit
(3) Zelfstandigheid
⇒ beperking van zelfstandig functioneren is de uitkomst van veel aandoeningen bij ouderen
DUS
(1) Preventie van functioneel verlies
(2) De oudere helpen een zo hoog mogelijk functionerend niveau te bereiken
+ adhv EBM
3.2 Wat is geriatrische kinesitherapie?
(1) Preventie
(2) Naar de patiënt kijken in zijn geheel (multidisciplinair)
⇨ gerelateerd aan multimorbiditeit
○ bevindingen van White et al. ondersteunen het belang van multimorbiditeit
○ onderzoek verandering in wandelsnelheid elk 8-jaar-traject
○ drie groepen van vertragen: snel - gemiddeld - laag
○ mortaliteit hoogst bij degene die snel achteruit gingen in wandelsnelheid
○ verlies in wandelsnelheid vnl bij ouderen met veel comorbiditeit
⇨ gerelateerd aan polyfarmacie
○ verhoogd risico op nadelige interactie tussen medicatie
○ veel medicatie vaak door verschillende personen voorgeschreven
○ onvoldoende communicatie tussen zorgverleners die voorschrijven
⇨ gerelateerd aan multidisciplinaire behandeling
○ vanuit verschillende dimensies de optimale behandeling garanderen
4
,Doel kinesist
⇒ Functionele mogelijkheden zo hoog mogelijk houden (preventie)
● Door intrinsieke capaciteiten al vroeg hoog houden door beweging
● Hoogst mogelijke functionele capaciteiten bereiken in het mogelijke
3.3 Modellen voor multimorbiditeit
⇒ Standaard medische model van diagnose sluit niet goed aan bij de geriatrische populatie
1 Synergetisch morbiditeits model
● combinatie van ziekte A, B, C
● geven in eerste instantie apart geen problemen
● als ze samengesteld worden, versterken ze elkaar
● drempel van functionele zelfstandigheid wordt overschreden
2 Attributiemodel
● toewijzing aan een verkeerd probleem
● vaak bij chronische ziekten
● nieuwe problemen toeschrijven aan chronische ziekte
● gevolg: nieuw probleem wordt niet gezien
3 Causaal ketting model
● oorzaak (A) - gevolg (B)
● impact nieuwe aandoening op bestaande aandoeningen
● verergering en/of ontstaan van nóg een probleem
4 Unmasking event model
● functioneel probleem wordt gecompenseerd door een
ander lichaamssysteem van de patiënt
● aandoen wordt niet gezien
● systeem valt weg ⇒ aandoening komt boven
● bvb vertigo gecompenseerd door visuele en proprioceptieve systemen
4. KWETSBAARHEID
= Een status van verhoogde kwetsbaarheid als gevolg van leeftijdsgebonden afname van de
reservecapaciteit in meerdere fysiologische systemen
Grafiek
Met het ouder worden, wordt een achteruitgang in verschillende systemen waargenomen,
die het functionele vermogen kunnen beïnvloeden
Open bolletje= mensen die niet bewegen
Zwart bolletje= mensen die bewegen met hoge kracht en uithouding
Mensen die krachttraining doen doorheen hun leven hebben meer kracht dan mensen die
niet trainen (obv)
5
,Uithoudingsvermogen
● neemt af met de leeftijd
● Actieve mensen verliezen in absolute waarde meer uithoudingsvermogen
vergeleken met inactieve mensen
● in relatieve waarde is dit idem (VO2)
● actieven bouwen meer reservecapaciteit op dan inactieven
● drempel van onafhankelijk
○ healthy aging begint nu, reservecapaciteit voor later
○ getraind persoon gaat langer zelfstandig functioneren (ook bij breuken etc)
○ belangrijkst voor ouderen: zo lang mogelijk thuis en zelfstandig wonen
4.1 Modellen voor kwetsbaarheid
1 Fenotype model
● focus op fysieke component van kwetsbaarheid
● biomedische insteek + uitgedrukt op ordinale schaal (FRIED)
● De correlatie van verschillende klinische symptomen bij oudere volwassenen
resulteerde in een hypothetische kwetsbaarheidscyclus
Vijf variabele scores op dichotome manier:
(1) Zelf gerapporteerd gewichtsverlies
- > 4/5 kg
- > 5% per jaar
(2) Zelf gerapporteerde vermoeidheid
- US center of Epidemiological studie depression scale
- 3-4 dagen/week of altijd
(3) Laag energie verbruik
- Man: < 383 kcal/week
- Vrouw: < 270 kcal/week
(4) Lage wandelsnelheid
(5) Spierkrachtverlies
- Handknijpkracht
# variabelen aanwezig kwetsbaarheid status
0 niet
1 of 2 pre-frail
≥3/5 frail
Bepaalt via studie
● variabelen gemeten
● bekijken ziekten en achteruitgang van functionaliteit na 3 en 7 jaar
● Reden was een hypothese: oorzaak-gevolg cirkel
- Gewichtsverlies
- Dalende VO2max
6
, - Verminderde kracht en power
- Verminderde wandelsnelheid
- Dalende activiteit
● 7% kwetsbaar en 47% pre kwetsbaar
● Conclusies
- Kwetsbare ouderen hadden meer ongewenste complicaties/ outcomes
- Ouderen kunnen kwetsbaar zijn, onafhankelijk van beperkingen en
comorbiditeiten
Bemerkingen
● prospectieve cohortstudie initieel niet opgezet om kwetsbaarheid te onderzoeken
● factoren werden gekozen omdat info beschikbaar was
● andere potentiële factoren (cognitie, comorbiditeit) daarom niet geïncludeerd
2 Cumulatieve model
● biopsychosociale insteek en uitgedrukt op een continue schaal (ROCKWOOD)
● individuele deficieten gecumuleerd
● initieel bestond de frailty index uit 92 deficieten dichotoom gescoord
- gereduceerd tot 30: ziekten, ADL, beperkingen, cognitieve problemen
- interpretatie: iemand met 7 deficits heeft een index van 3/30 = 0,10
● frailty index laat toe frailty te graderen ipv het enkel als aan-of afwezig te aanzien
- continue modellen kunnen kwetsbare ouderen accurater identificeren voor
interventies
- groter discriminerend vermogen tussen matig-en ernstie frailty
- sterk gecorreleerd met risico op sterfte na 10 jaar (hazard ratio)
● ! ouderen kunnen frail worden zonder enige beperking of comorbiditeit (screening!)
Schematische presentatie van pathofysiologie van kwetsbaarheid
● Genetische en omgevingsfactoren
- Zorgt voor moleculaire en cellulaire beschadigingen
- Dalende intrinsieke capaciteiten
● Daling intrinsieke capaciteit bij fysiologische reserves
● Functionaliteit: vallen, delirium en verhoogde nood van zorg
● Problematiek leidt tot deficieten
● Kine: invloed via fysieke activiteit en voeding om daling te voorkomen of wegwerken
⇒ daling in 3 of meer systemen van intrinsieke capaciteit = verhoogde frailty
⇒ aantal abnormale systemen is belangrijker dan 1 afwijkend systeem
7
,5. RESILIENCE
= het vermogen om succesvol om te gaan met stressoren (veerkracht, herstelvermogen)
● resilience en frailty zijn negatief geassocieerd
● Factoren die veerkracht bevorderen, overlappen met factoren die kwetsbaarheid
verminderen
Frailty = kwetsbaar voor grote veranderingen in de gezondheid na kleine
stressorgebeurtenissen
Resilience = in staat zijn zich aan te passen en terug te veren na een stressfactor
6. INTERVENTIES VOOR KWETSBAARHEID
Algemene doel: bestaande verminderende reserve capaciteit omhoog werken
● Beter beschermen tegen mineure voorvallen
● Oefenprogramma’s verbeteren kwetsbaarheid tov niet oefenen
- Alle mogelijke componenten combineren: kracht, uithouding, balans
- Minstens 5 maanden volhouden
- 3x week, 30-45 min per sessie
● Kwetsbaarheidsstatus vgl met baseline status (1 jaar)
- Verschillende groepen met verschillende behandelingen
- Na 3 maanden in alle groepen een daling van kwetsbaarheid
- Na 12 maanden: combinatie en fysieke therapie beste lange termijn
effecten
Complexe interventies verhogens kans op blijven thuiswonen
● Gebaseerd op de bevindingen van het Comprehensive Geriatric Assessment
= volledige dag onderzoek van van Px om te zien op welke vlakken we moeten inspelen
- multidisciplinair
- Verlagen aantal vallen en nood voor opname in RVT’s
- Nadeel: tijd en noodzakelijke expertise
- Alternatieven
○ Fried: 5 items, fysiek domein
○ Rockwood: 40 items, medisch – cognitief en functie domein
○ Groningen: 15 items, fysiek – cognitief – sociaal en psychologisch domein
● Screening op basis van
- Wandelsnelheid < 0,8 m/s
- Timed Up and Go
- Prisma 7
○ 3 of > = meer kans op kwetsbaarheid
○ Andere vragenlijsten:
→ GFI: > / = 4/15 = matig tot ernstig kwetsbaar
→ TFI: > / = 5/15 = matig tot ernstig kwetsbaar
- Aanwezigheid vd typische klinische uitingen: delier, vallen, plotse immobiliteit
8
,LES 2. SLAAP, DIABETES, VASCULAIRE PATHOLOGIE EN DECUBITUS BIJ OUDEREN
DEEL 1: SLAAP
Slaapproblemen aanwezig bij 30% ouderen >65 jaar
1. SLAAP BIJ OUDEREN
● REM-slaap: rapid eye movement
- oppervlakkige slaap of droomslaap
● NREM-slaap: Non- REM-slaap (75%)
- diepere slaap: 3 stadia met oplopende diepte
- N3 diepste slaap
Zien dat bejaarde bijna niet meer in NREM 3-4 komt
Voornamelijk oppervlakkige NREM slaap
1.3 Slaapdisfunctie
● slaaplatentietijd > 30min (inslapen)
● meer dan 30 min wakker liggen gedurende de slaap
→ bij ouderen gemiddeld 45 min
● minder dan 6,5 uur totale slaaptijd
● vroeg wakker worden, moeilijk doorslapen, niet voldoende uitgerust
● gedurende >3 nachten/ week en meer dan maand aanwezig
2. AANDOENINGEN VAN DE SLAAP
2.1 Slaapapneu
= Ademstilstand tijdens de slaap gedurende tenminste 10 seconden. Indien er meer dan 10-15
apneus optreden per uur. Hierdoor daalt het zuurstofgehalte in de weefsels
● wekreactie
● slaperigheid overdag
● risico op hart-en herseninfarct
9
, Apneu-Hypopneu Index (AHI)
● AHI van 5-15: milde vorm
● AHI van 15-30: gemiddelde vorm
● AHI van 30 of meer: ernstige vorm
Apneu vormen
● Obstructief slaapapneu syndroom (OSAS)
● Centraal slaapapneu syndroom (CSAS)
● Menvorm OSAS en CSAS
Oorzaken
● zwaarlijvigheid
● genetische aanleg
● leeftijd
● gebruik van alcohol, slaap-en kalmeermiddelen
● roken
● chronische luchtwegirritatie, oedeem
● slaaphouding: rugligging
● obstructie van de keelholte (vergrote amandelen, vergrote huig)
● obstructie van de neusholte
● nekomvang: veel slaapapneu patiënten hebben korte nekken
● hormonale-en stofwisselingsaandoeningen (vb. na menopauze komt apneu meer voor)
● snurken is niet alleen een symptoom, ook een risicofactor
Symptomen
● ademstilstand tijdens slaap, gevolg door luid gesnurk en/ of woelen
● zwaar snurken
● wakker schrikken met verstikkingsgevoelens
● ochtendhoofdpijn
● slaperigheid overdag
● prikkelbaarheid
● concentratieverlies, vergeetachtigheid
● nachtzweten
● droge mond of pijnlijke keel bij het ontwaken
● vaak moeten plassen ‘s nachts
Behandeling
● algemene maatregelen
● neusmasker (CPAP)
● mondapparaatje
● chirurgische behandeling
● elektrostimulatie van de tongspieren
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EG12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.27. You're not tied to anything after your purchase.