Samenvatting - Wat maakt de mens? - Filosofie 6 vwo (kwestie 2) Eindtermen
21 views 0 purchase
Course
Filosofie
Level
VWO / Gymnasium
De samenvatting van Kwestie 2 behandelt verschillende perspectieven over hoe wetenschap en technologie het mensbeeld veranderen, evenals de rol van metaforen en ervaringen hierin. Het begint met het bespreken van de visies van Lakoff & Johnson en Vroon & Draaisma, die benadrukken hoe taal en histor...
Kwestie 2: Hoe Veranderen Techniek en Wetenschap Ons Mensbeeld?
In Kwestie 2 wordt onderzocht hoe techniek en wetenschap ons mensbeeld beïnvloeden en
veranderen. Plessner's perspectief, zoals beschreven in Kwestie 1 Standpunt 2, benadrukt dat
de mens zich voortdurend opnieuw vormgeeft en daarom geen vaste kenmerken heeft. Dit
impliceert dat ons mensbeeld niet universeel geldig is en historisch bepaald wordt.
De wisselwerking tussen ervaring en taal staat centraal in de eerste benadering van Kwestie 2.
Lakoff & Johnson, zoals beschreven in Standpunt 1, tonen hoe metaforen gebaseerd zijn op
onze lichamelijke ervaringen en onze perceptie van de wereld. Deze metaforen beïnvloeden
hoe we denken en praten over complexe onderwerpen, zoals de werking van de hersenen en
computers. Wetenschappelijke ontwikkelingen bieden nieuwe metaforen en begrippen die ons
helpen onszelf te begrijpen en ons mensbeeld vorm te geven.
De computermetafoor speelt een prominente rol in het huidige mensbeeld, waarbij cognitieve
wetenschappers vaak het menselijk denken vergelijken met een computer. Kunstmatige
intelligentie (AI) wordt ontwikkeld op basis van dit functionalistische beeld van de menselijke
geest. Echter, critici zoals Hubert Dreyfus wijzen op de beperkingen van deze metafoor,
omdat het menselijk denken niet louter informatieverwerking is, maar ook gebaseerd is op
lichamelijke ervaring en bewuste aandacht.
Het connectionisme binnen de cognitiewetenschappen biedt een alternatieve benadering van
kunstmatige intelligentie door neurale netwerken te gebruiken die zelfstandig kunnen leren,
vergelijkbaar met de menselijke ervaring. Deze benadering wordt ondersteund door 4E-
cognitiefilosofen, die benadrukken dat het menselijke denken voortkomt uit de interactie
tussen ons bewegende lichaam en de omgeving.
Kortom, techniek en wetenschap hebben een diepgaande invloed op ons mensbeeld, waarbij
metaforen en concepten uit deze domeinen ons begrip van de menselijke geest en intelligentie
vormen en veranderen.
Standpunt 1: Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds
Sheets-Johnstone benadrukt dat ons bewegende lichaam een bemiddelende rol speelt bij hoe
wij onszelf en de wereld ervaren. We nemen de wereld niet waar als een stilzittende
observeerder die vanaf een afstand naar een projectiescherm kijkt, maar via een lichaam dat
continu in beweging is in en in interactie met die wereld. Onze zelfervaring is dus niet iets
wat we in ons hoofd via reflectie ‘bedenken’, maar wat in ons opkomt wanneer we ervaren
wat we met ons lichaam in de wereld kunnen teweegbrengen. Tegelijkertijd wordt deze
ervaring gevormd en gestuurd door onze omgang met andere mensen. In de opvoeding
worden volgens De Beauvoir jongens en meisjes anders benaderd, waardoor ze zich
verschillend ontwikkelen. Fanon beschrijft hoe zijn zelfervaring wordt weggevaagd door de
manier waarop andere mensen hem zien en aanspreken. Het eerstepersoonsperspectief en het
derdepersoonsperspectief zijn in de praktijk dus niet van elkaar te scheiden.
, Argument 1: Lakoff & Johnson – Taal en lichaamswaarneming
Lakoff & Johnson stellen dat onze taal een afspiegeling is van hoe we ons lichaam in de
wereld plaatsen. Onze ervaring van het bestaan wordt gemedieerd door taal en beelden,
waarbij de begrippen die we gebruiken onze ervaring structureren. Deze interactie tussen taal
en ervaring is tweezijdig: enerzijds drukt taal onze ervaring uit, anderzijds vormt taal onze
ervaring en daarmee ons mensbeeld.
Volgens Lakoff & Johnson onthult onze alledaagse taal onze lichaamsoriëntatie in de wereld
door middel van oriënterende metaforen. Bovendien gebruiken we onze ervaring van
interactie met fysieke objecten, zoals ons lichaam, om abstracte mentale begrippen in taal te
vertalen, wat zij ontologische metaforen noemen. In plaats van een natuurwetenschappelijke
benadering, onderzoeken Lakoff & Johnson vanuit de taalkunde hoe onze bestaanservaring te
vinden is in ons taalgebruik.
Primaire tekst 4: Lakoff & Johnson - Metaforen weerspiegelen onze lichamelijke basis
Lakoff & Johnson betogen dat metaforen niet alleen beperkt zijn tot poëzie, maar een
alomtegenwoordige rol spelen in ons dagelijks leven, denken en handelen. Ze stellen dat ons
conceptuele systeem, dat de basis vormt van ons denken en handelen, in wezen metaforisch is.
Dit systeem ordent onze waarnemingen, interacties en relaties met anderen en speelt een
centrale rol in het bepalen van onze dagelijkse realiteit.
De auteurs identificeren oriëntatiemetaforen, die voortkomen uit onze fysieke en culturele
ervaring van ruimtelijke oriëntatie, zoals 'gelukkig is boven' en 'droevig is beneden'. Deze
metaforen zijn geworteld in onze lichamelijke en culturele ervaring en kunnen van cultuur tot
cultuur verschillen.
Daarnaast beschrijven ze ontologische metaforen, die gebaseerd zijn op onze ervaring van
fysieke objecten, met name ons lichaam, en manieren bieden om gebeurtenissen, handelingen,
emoties, enzovoort, als entiteiten en substanties te beschouwen. Voorbeelden van
ontologische metaforen zijn 'de geest is een machine' en 'de geest is een breekbaar voorwerp'.
Deze metaforen bieden verschillende modellen voor het begrijpen van mentale ervaringen.
De auteurs benadrukken dat deze metaforen vaak onbewust worden gebruikt en als
vanzelfsprekend worden beschouwd, omdat ze een integraal onderdeel zijn van het model van
de geest dat in onze cultuur heerst. Ze bieden inzicht in verschillende aspecten van menselijke
ervaring en beïnvloeden hoe we denken en handelen, maar worden zelden herkend als
metaforen.
Argument 2: Metaforen uit wetenschap en technologie beïnvloeden ons mensbeeld
Volgens Lakoff & Johnson (argument 1) zijn metaforen geworteld in onze lichamelijke
oriëntatie en culturele context. Echter, Piet Vroon en Douwe Draaisma wijzen op de invloed
van de culturele context op deze metaforen, waarbij ze benadrukken dat deze historisch
contingent zijn. Ze tonen aan dat metaforen voor menselijke ervaringen vaak worden ontleend
aan eigentijdse technische en wetenschappelijke ontwikkelingen.
Een belangrijk voorbeeld is de mechanistische metafoor voor de mens, die teruggaat tot de
traditie van de stoommachine. Deze metafoor beschrijft de mens als een machine die causaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 150876D. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.