100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie leerjaar 1 periode 3 $4.26
Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie leerjaar 1 periode 3

 52 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle hoofdstukken voor het vak Sociologie van de opleiding HRM op de Fontys.

Preview 4 out of 39  pages

  • Yes
  • March 14, 2019
  • 39
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Sociologie
Hoofdstuk 3 – Cultuur op de werkplek
Sociologie  bestudeert de onderlinge samenhang in groepen en tussen verschillende groepen
waarin mensen functioneren. Maar ook de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen op gedrag
van groepen en mensen in die groepen.
Zoals:
- De samenleving
- Verschillende soorten samenlevingen
- Culturen
- Subculturen
- Een organisatie


Relevant voor jou als HRM-er  het functioneren van mensen in sociale verbanden begrijpen.




Sociologie draait om vraagstukken over:
- Sociale cohesie  tot een groep behoren.
- Sociale conflicten  Je onderscheiden van andere groepen.
- Zoekt structuur in het beïnvloeden van gedrag in groepen en tussen de groep(en).


Culturele identiteit  tot een groep behoren of juist niet.
- Identiteit is niet aangeboren maar aangeleerd in aanraking met cultuur.
- Cultuur bepaalt identiteit.

Cultuur  geheel van opvattingen, voorstellingen, kennis, waarden en normen, dat mensen als lid
van een samenleving verwerven door middel van leerprocessen in contact met andere mensen.
- Cultuur is overal en altijd.
- Wanneer je je in een andere cultuur bevindt, wordt je bewust van je culturele identiteit.
- Cultuur is aangeleerd.

Enculturatie  het aanleren van cultuurkenmerken in de samenleving of het milieu waar je geboren
bent.

,Gedrag = cultuur
- Om te overleven in de omgeving waarin je opgroeit.

Cultuur verandert:
- Cultural Lag
- Cultural Capital
- Gezonken cultuurgoed en Boerenbonteffect
- Informalisering van cultuur
- Civilisatieproces

Cultuur verandert continue, omdat de omgeving continue verandert.

Cultural Lag  ontwikkelingen lopen soms vooruit op cultuur.
- Bijvoorbeeld ouderen met een iPad.

Cultural Capital  cultuur verandert door menselijke beïnvloeding.
- Diegenen met invloed bepalen ‘hoe het heurt’.
- Handig om te weten ‘hoe het heurt’ om kansen te creëren.
- Tafelmanieren, privacy, beleefdheid, omgangsvormen, kleding, etc.

Gezonken cultuurgoed  hoge cultuur/sociale elite wordt overgenomen door de lage cultuur/lagere
klassen.
Boerenbonteffect  lage cultuur/lagere klassen wordt overgenomen door de hoge cultuur/sociale
elite.
- Moderne tijd.

Informalisering van cultuur  aan maatschappelijke normen voldoen lijkt een vrije keuze.
- Nivellering van culturele verschillen door welvaart.
- Bijvoorbeeld wildplassen waar het niet mag of je middelvinger opsteken in het verkeer.
- Worden wij weer minder beschaafd?

Civilisatieproces  er is sprake van een vergevorderde beschaving.
- Vanaf de Middel Eeuwen steeds verfijndere gedragsregels.
- Doel: beheersing van gedragsimpulsen.
- Steeds lossere omgang mogelijk omdat steeds meer mensen zich houden aan ‘hoe het
heurt’.
- Deftigheid is niet meer noodzakelijk om gedragsimpulsen te beheersen.
- Juist de vele publieke ergernissen aan het overtreden van gedragsnormen in de samenleving
tonen hoezeer men verwacht dat gedragsimpulsen worden beheerst.


Cultuurverschillen:
- Culturele identiteit
- Stereotypen
- Vooroordelen
- Discriminatie
- Racisme
- Selectieve waarneming
- Etnocentrisme
- Zap-cultuur

,Culturele identiteit bepalen  verschillen tussen culturen kunnen herkennen veronderstelt het
herkennen van 1 cultuur.
- Gedeelde gebruiken
- Gedeelde waarden en normen
- Gedeelde taal
- Omgang met sekseverschillen
- Omgang met Ouder-kind relatie
- Omgang tussen verschillende groepen

Nederlandse culturele identiteit, kenmerken:
- Secularisering  kerk en staat gescheiden.
- Individualisering  individuele vrijheid boven groepsbelang.
- Democratisering  gelijkwaardiger gezagsverhoudingen in hiërarchie.
- Emancipatie  gelijkwaardige positie man-vrouw.

Nederlandse cultuur gestoeld op Westerse waarden (grieks-joods-christelijke traditie).
Westerse waarden Tegenwaarden
Geloof in toekomst Eerbied verleden
Gelijkheid Hiërarchie
Rede + redelijkheid Traditie
Universaliteit Particularisme
Individualiteit Collectiviteit
Rechtvaardigheid privileges
- Continue dialoog tussen de twee waarden.
- Resulterend in een cultuur van Wetenschappelijk Onderzoek, Vrijheid van meningsuiting,
kritiek op machthebbers en pluriform denken.

Is de ene cultuur beter dan de andere?
- Culturele identiteit  met welke collectiviteit men zich verbonden voelt.
- Wat jij zelf jouw culturele identiteit vindt, kan de buitenwereld heel anders zien op basis van
stereotypen.

Stereotypen  ordening op basis van algemeniseringen.

Vooroordelen  als stereotypering leidt tot oordelen op basis van algemene kenmerken.

Discriminatie  als oordelen op basis van stereotypering leidt tot uitsluiten.

Racisme  als discriminatie gebeurt op basis van biologische kenmerken en afkomst.

Selectieve waarneming  stereotypering lastig te voorkomen als gevolg van selectieve waarneming:
je kunt alleen betekenis geven aan die zaken die je (her)kent. Andere zaken neem je niet waar. Dit
leidt tot etnocentrisme.

Etnocentrisme  eigen cultuur als uitgangspunt stellen om andere culturen te ordenen en te
beoordelen.

Zap-cultuur (Troffler)  Culturele identiteit in moderne tijd.
- Moderne individu is deel van verschillende groepen.

, - Zappend van groep naar groep.
- Afhankelijk van de groep waarin je verkeert neem je de gedragsnormen over.
Verschillen binnen 1 cultuur:
- Subcultuur
- Contracultuur
- Acculturatie

Subcultuur  groeperingen met eigen afwijkende normen en regels binnen de dominante cultuur.

Contracultuur  protest, verwerpen van de dominante cultuur.
- Samen met ideologie of religie een sterke maatschappelijke tegenkracht binnen een cultluur.

Acculturatie  het verbreden van je referentiekader.
- Na je jongste jeugd het referentiekader van je eigen culturele identiteit ‘oprekken’ door
kennis te maken en je te verhouden tot verschillende subculturen.
- Je culturele identiteit verbreedt in contact met anderen.


Samenvatting
- Cultuur bepaalt gedragsnorm om te overleven in een gebied.
- Cultuur is aangeleerd en culturele identiteit is onbewust aanwezig.
- Cultuur wordt beïnvloed door hogere klasse en overgenomen door lagere klasse.
- Het beheersen van competenties van hogere klasse schept kansen.
- Een steeds verfijndere beheersing van gedragsimpulsen leidde tot de informalisering van
cultuur in het Westen. Je houden aan gedragsnormen wordt een keuze.
- Het herkennen en waarderen van cultuurverschillen is lastig vanwege selectieve
waarneming.
- Stereotypering van cultuurverschillen is noodzakelijk om informatie-overload te voorkomen.
- Stereotypering kan leiden tot vooroordelen, discriminatie en racisme.
- Ook binnen 1 cultuur bestaan verschillen in culturele identiteit, subculturen of contracultuur.
- De moderne mens heeft niet 1 vaststaande culturele identiteit, maar begeeft zich in
verschillende collectiviteiten en neemt de betreffende gedragsnormen daarvan over, Zap-
cultuur.




Hoofdstuk 1 Reader – Arbeid betaald en onbetaald
Wat betekent betaalde en/of onbetaalde arbeid voor mensen?

Van belang voor HR professional?
Onder welke voorwaarden zijn mensen in staat en bereid de gevraagde arbeidsprestatie te leveren en
zijn anderen (werkgever, klant) bereid de gewenste of gevraagde tegenprestatie te leveren?

Arbeidsprestatie versus tegenprestatie


Arbeid is van alle tijden: zwoegen of zelfrealisatie?
- Wisselende opvattingen over arbeid in de tijd.
- Moderne tijd: humane arbeid  arbeid die rekening houdt met wensen, verwachtingen,
fysieke en mentale mogelijkheden en onder- en bovengrens van mogelijkheden. Vermijden
van onderbenutting en overbenutting.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller smirzojan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.26  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added