100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Wat maakt de mens?: Kwestie 3' - Filosofie eindexamen $9.71   Add to cart

Summary

Samenvatting 'Wat maakt de mens?: Kwestie 3' - Filosofie eindexamen

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is de samenvatting van Kwestie 3 voor Filosofie op het VWO! Alle informatie van Kwestie 3 uit het boek 'Wat maakt de mens?' heb ik aan de hand van de eindtermen uit de syllabus zorgvuldig samengevat, zodat je na het leren van deze samenvatting alles weet wat je moet weten om een goed cijfer voo...

[Show more]

Preview 2 out of 6  pages

  • May 6, 2024
  • 6
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
KWESTIE 3: IN HOEVERRE VERANDERT HET WEZEN VAN DE MENS DOOR
ONZE OMGANG MET TECHNIEK?

7- WIJ ZIJN VAN NATURE TECHNOLOGISCHE WEZENS


7.1 NATURAL-BORN CYBORG
ANDY CLARK: mens=natural-born cyborg: van nature zijn we wezens die zichzelf
m.b.v. interactie met de omgeving(deel van activiteit en zichzelf) veranderen. Natural-
born  van nature hebben we een lichaam, cyborg  we kunnen dat lichaam gebruiken
(Doppelaspekt van PLESSNER). Vervolgens incorporeren(inlijven, maken we deel van
ons denkvermogen) we de technieken die we gebruiken. Als cyborg geboren: mens-
technologische hybride (PLESSNER: van nature kunstmatig), al voor computers etc. 
taal is het belangrijkste technische hulpmiddel, heeft denken gevormd en is onderdeel
van de natuur van de mens  volgende technologieën kunnen ons wezen dus ook
dusdanig veranderen = positief. Het opnemen van niet-biologische elementen is
onderdeel van onze natuur en dus verandert de mens niet wezenlijk door wetenschap en
techniek.

CLARK = cognitivist(brein=informatieverwerkend)  neuraal opportunisme: als de
hersenen een taak kunnen uitbesteden, doen ze dat ook(proces brein combineren met
buitenwereld (pen en papier gebruiken om een som op te lossen)) taakverdeling
interne/externe processen van informatieverwerking. Extended Mind Thesis: extern
opgeslagen informatie is onderdeel van ons geheugen(dus papier met de som), zo lang
het maar snel toegankelijk is.

Niet voortdurend het hele tafereel in detail in beeld, is ook niet nodig blik verplaatsen
naar waar je meer detail wil zien, intern hoef je het hele beeld niet. Je hebt dus
schematische kennis, een aantal details ‘in het hoofd’ die ingevuld worden als nodig en
de rest is in de buitenwereld  neutaal opportunisme. Wereld=extern deel van het
geheugen.

Dankzij ons leervermogen kunnen we samensmelten met uitwendige objecten (die
cognitie uitbreiden).

1) Probleem: je kan iets niet
2) Middel (taal=belangrijkst)
3) Oefenen
4) Incorporeren

Dit is onze manier van informatieverwerken en denken, net zoals een computer(behalve
dat de computer niet hoeft te oefenen).


7.2 SYMBOLEN ALS DINGEN OM MEE TE DENKEN
Taal en alleen al eenvoudige symbolen leiden tot uitbreiding van cognitieve
mogelijkheden, op basis van bestaande vaardigheden ontstaat iets nieuws door
incorporatie van externe dingen, cognitieve vaardigheden worden getransformeerd.

( aanleren van verschil/gelijkenis tussen dingen aan chimpansees door ze symbolen te
geven voor verschil/gelijk, daarna aanleren of relaties van voorwerpen tot elkaar
verschillen met andere relaties (banaan/banaan = schoen/schoen, maar niet



16

, kopje/schoen). Alleen omdat ze in symbolen konden denken konden chimpansees het
oplossen, anders niet.)

M.b.v. een externe bouwsteiger kunnen gebouwen enorm hoog gebouwd worden,
vervolgens kan de steiger afgebroken worden maar staat het gebouw nog steeds. Met
taal hebben we eerst ook ondersteuningen nodig, daarna niet meer. CLARK: effect van
taal=mindware upgrade, we kunnen meer.

Wanneer we iets volledig geleerd hebben, ervaren we externe hulpmiddelen niet meer
maar worden ze even transparant als delen van ons lichaam (pen tijdens schrijven). We
lijven ze zo in dat we ze ervaren als onderdeel van onszelf.

Interface: schakel tussen twee systemen (toetsenbord: tussen computer/mens). We
hoeven ons minder op de interface en interactie te richten als de techniek meer
onderdeel van de achtergrond wordt.

Dynamische apparaten: leren zichzelf aan te passen aan hun gebruikers en vervolgens
veelgebruikte functies efficiënter maken (gebeurt in onze neurale structuren ook
herhaalde patronen v. activiteit aandacht geven en automatiseren). Cognitieve symbiose:
hersenen die leren over technologieën met technologieën die leren over de hersenen.

Het gevoel van zelf volgt uit sensomotorische correlaties(tussen waarnemen/handelen).
Als je een prothetisch ledemaat ziet en voelt handelen(motorische feedback) wanneer je
wil, voelt het als een eigen ledemaat en neemt het naast de functie ook het gevoel over.

8- TECHNIEK VERANDERT ONZE ZINTUIGLIJKE ERVARING


8.1 DE EMPIRISCHE WENDING IN DE TECHNIEKFILOSOFIE: VAN
VERVREEMDING NAAR BEMIDDELING
KARL JASPERS(1883-1969): moderne techniek zorgt voor vervreemding van de
mens (ROUSSEAU). We worden afhankelijk en de samenleving wordt een
productiemachine.

MARTIN HEIDEGGER(1889-1976): techniek is een verandering van hoe we het
bestaan begrijpen  in de techniek zijn we grondstof om iets uit te maken.

Empirische wending: techniekfilosofie richt zich op (invloeden van) concrete technieken
i.p.v. de essentie van ‘techniek’ door iets achterliggends te zoeken.

DON IHDE(1934-2024): onderzoekt hoe techniek een medium is voor relaties tussen
mens en wereld  techniek vervreemdt ons van de wereld maar schept ook nieuwe
relaties  ‘bemiddeling’>’vervreemding’. Bij technologische bemiddeling staan
technieken niet tegenover de mens, maar zijn ze deel van de relatie mens/wereld.
Techniek is het middel om doel te bereiken én geeft vorm aan manier waarop doel
bereikt wordt.


8.2 MENS-TECHNIEKRELATIES
Eerst: MARTIN HEIDEGGER (1889-1976):
Zijnsvergetelheid: vraag naar het ‘zijn’ is nooit gesteld, want ‘zijn’ is als ‘zijnde’
opgevat.
Ontologische differentie: zijn ≠ zijnde
Verschillende zijnswijzen:

17

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenvanmeike. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.71
  • (0)
  Add to cart