Het strafrecht bestaat uit formele en uit materiële bepalingen. Deze bepalingen staan
opgenomen in het commune en het bijzondere strafrecht.
Commuun strafrecht: algemene straf-en strafprocesrecht.
Bijzonder strafrecht: strafrechtelijke bepalingen die over heel specifieke onderwerpen gaan.
Het strafrecht houdt zich uitsluitend bezig met handhaving. Deze handhaving is gericht op
het afdwingen van normconform gedrag,
Als een gedragsnorm wordt opgeschreven, wordt het een rechtsnorm.
Schending rechtsnorm + geschreven reactie in het wetboek = strafbaar feit.
Legitimeren van strafrecht:
Vergeldingstheorie: er wordt een inbreuk gemaakt op de ‘wereldlijke juridische orde’
en daarom moet de overheid wraak nemen op degene die onrecht pleegt.
Preventietheorie: de gedachte hierachter is dat door het straffen van personen
wordt voorkomen dat andere strafbare feiten zullen worden gepleegd.
o Generale preventie: wanneer een misdadiger wordt gestraft en anderen dit
zien, heeft dat een afschrikkende werking. Doordat de te verwachten straf in
het algemeen afschrikt, gaat eenieder zich in overeenstemming met de wet
gedragen.
o Speciale preventie: wanneer een misdadiger wordt gestraft leert hij daar zelf
van en wil hij niet nog een keer een misdaad plegen. De straf werkt
afschrikkend op de dader in het bijzonder.
Het legaliteitsbeginsel: burgers kunnen slechts in overeenstemming met neergeschreven
wetten worden gestraft.
Geen strafbaar feit zonder wet.
Geen straf zonder wet.
Geen terugwerkende kracht.
Geen analogische redeneringen (anders conflict met rechtszekerheid).
Wetten moeten duidelijk genoeg zijn (lex certa).
Hoofdstuk 2
Voorwaarden voor strafbaarheid:
Menselijke gedraging: een fysieke handeling door een menselijk individu en deze
handeling is ook door een menselijk individu gewild. Ook het niet handelen of
‘nalaten’ kan worden aangemerkt als een gedraging.
, (Commissie- en omissiedelicten)
Delictsomschrijving: het moet duidelijk zijn wat wel en wat niet strafbaar is. Een
strafbepaling bestaat uit een delictsomschrijving + een sanctienorm.
Hij die een ander opzettelijk van het leven berooft, (delictsomschrijving) wordt, als
schuldige aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of
geldboete van de vijfde categorie (sanctienorm).
Wederrechtelijkheid: het gedrag moet in strijd zijn met het objectieve recht.
Art. 310 Sr: hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort
wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als
schuldig aan diefstal (…). De wederrechtelijkheid kan objectief worden vastgesteld.
Schuld: in tegenstelling tot het voorgaande punt, wordt het verwijt wat iemand kan
worden gemaakt, subjectief vastgesteld. Iemand kan niet strafbaar zijn zonder
verwijtbare schuld.
Bestanddelen zijn voorwaarden voor strafbaarheid die in de wettelijke delictsomschrijving
zijn terug te vinden. Er moet aan alle voorwaarden worden voldaan voor een strafbaar feit.
Elementen zijn voorwaarden voor de strafbaarheid die niet zijn opgenomen in een wettelijke
delictsomschrijving.
o Wederrechtelijkheid;
o Schuld.
Formeel delict: de actieve handeling van een gedraging wordt strafbaar gesteld. De
‘’handeling’’ is strafbaar. Bijvoorbeeld: een portemonnee stelen en vervolgens terugleggen.
Materieel delict: het laten intreden van een bepaald gevolg is strafbaar. Het strafbare feit is
gepleegd op het moment dat het gevolg intreedt: de dood.
Commissiedelict: specifieke handelingen zijn strafbaar gesteld.
Omissiedelict: een ‘nalaten’ wordt strafbaar gesteld. Je wordt gestraft omdat je iets niet
hebt gedaan wat je wel had behoren te doen.
Gekwalificeerd delict: het gaat hierbij om ernstigere vormen van een ‘variatie’ op het
gronddelict. Het gronddelict wordt hierbij nader gekwalificeerd.
Geprivilegieerd delict: het gaat hierbij om een afgezwakte vorm van een ‘variatie op een
bepaald delict.
Of een bepaalde handeling wordt gezien als een misdrijf of een overtreding, wordt bepaald
door de wet wetsduiding.
Wetboek van strafrecht (boek 2) = misdrijf
Wetboek van strafrecht (boek 3) = overtreding
Verschillen overtreding en misdrijf:
, - Een overtreding mag nooit gesanctioneerd worden met een
gevangenisstraf.
- Het wetboek van strafvordering geeft tal van bevoegdheden aan
opsporingsambtenaren indien sprake is van (verdenking van) een
misdrijf.
- Een poging tot een misdrijf is strafbaar maar een poging tot een
overtreding niet.
Arresten:
- Veearts
- Opticien
- Ijzerdraad
- Slavenburg (II)
Thema 2: Opzet, schuld en causaliteit
Hoofdstuk 3
Er bestaan 2 soorten schuld: opzet en schuld (nalatigheid/onvoorzichtigheid).
1. Opzet (dolus)
De dader is zich bewust geweest van zijn handeling en heeft dit ook gewild.
Er bestaan 3 gradaties van opzet:
- ‘Oogmerk’
- ‘Opzet bij zekerheidsbewustzijn’
- ‘Voorwaardelijke opzet’
Het oogmerk is de zwaarste schuldvorm. Dit is namelijk het verwezenlijken van het directe
naaste doel van de dader. De dader verricht een handeling met het volle besef van zijn eigen
wil en de strekking van zijn handelen.
Opzet bij zekerheidsbewustzijn houdt in dat iemand weet dat een zekere handeling naast
zijn oorspronkelijke bedoeling, ook andere gevolgen moet hebben en hij toch handelt.
Vergiftiging van de koffieautomaat in de lerarenkamer om één leraar dwars te zitten.
Voorwaardelijke opzet is de minst zware vorm van opzet. Iemand kon inzien dat het gevolg
dat hij niet beoogde, wel zou kunnen intreden, en hij ondanks dat handelde hij toch. Je
aanvaardt in die zin de mogelijkheid dat een bepaald gevolg intreedt.
- Het willens en wetens
- Aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg
intreedt en
- Een onverschillige of cynische houding ten opzichte van het gevolg.
Pistool-arrest: de verdachte heeft door zo te handelen willens en wetens aanvaard dat
het pistool tijdens een ruzie af kon gaan en een dodelijke verwonding teweeg zou kunnen
brengen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nynkedejager. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.