100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
een VOLLEDIGE samenvatting van de THEORIE van lumbale wervelkolmo $9.72   Add to cart

Summary

een VOLLEDIGE samenvatting van de THEORIE van lumbale wervelkolmo

 38 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

het is een volledige samenvatting van theorie van lumbale wervelkolom gedoseerd in 3e BACH 2e fase

Preview 4 out of 38  pages

  • May 6, 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Lumbosacrale wervelkolom theorie
Algemene inleiding, anamnese en klinisch onderzoek
ANAMNESE
 Structuuranalyse
o Lumbosacrale klacht  onderscheid maken
tussen verschillende oorzaken
 Lokaal somatisch
 Gerefereerd somatisch
 Neurogeen
 Combinatie
 Pijn fenotypes
o INPUT
 Nociceptieve pijn
= beschadiging van een bepaalde structuur dat
ervoor zorgt dat de nociceptoren pijn naar de
hersenen gaan signaleren
 Kan met of zonder inflammatie
 Eerste uren en dagen kan nociceptieve
input een mogelijk dominant mechanisme
zijn ( minstens 40% van het probleem verklaren )
 Vanaf dat het langer duurt dan een paar dagen zal het waarschijnlijk geen
nociceptief dominant mechanisme zijn
 Neuropathische pijn
o CENTRALE VERWERKING  CZS gaat zich aanpassen
 Nociplastische pijn
 Wanneer de problematiek al dagen tot weken aanwezig is, gaan centrale processen
vermoedelijk een belangrijke rol spelen
 De centrale verwerking kan onderverdeeld worden in:
o Centraal neurogene processen  hersenen, ruggenmerg en perifere
zenuwen gaan zich aanpassen
o Cognitieve/affectieve processen gevoelens en inzichten rond de klachten
  Als cognitieve en affectieve aspecten 60-70% van de problematiek kunnen
verklaren, moet je je afvragen of je als kiné de meest geschikte persoon bent om de
patiënt te behandelen (in de eerste plaats kan psycholoog interventie geven)
 Bijdragende factoren
 Cognitieve/ Affectieve
 Fysieke/ sensori-motorische
o OUTPUT
 Motorisch ( hoe het lichaam bewogen wordt )
 Aangehouden/herhaalde bewegingen in minder gunstige posities  aanleiding
geven om pijn te doen ontstaan/in stand houden
 Autonoom
Bij patiënten met LRP is er vaak geen dominant input mechanisme, maar gaat er eerder een combinatie
zijn van centrale verwerking en motorische output mechanismen.

, Anamnese formulier
o Administratieve gegevens
 Leeftijd is belangrijk  sommige aandoeningen komen bij hogere leeftijd voor
o Hoofdprobleem\ Idee onderliggend probleem
 De belangrijkste klacht kan verschillen met wat de diagnose van de arts is
 Inzicht krijgen over het idee van de klacht  indien foutief inzicht, gaan corrigeren
 Beslist of je ook tijd gaat moeten investeren in het verschaffen van de correcte informatie
aan de patiënt
 Vaak hebben patiënten misvattingen  inzichten correcter maken
o Body chart
o Vragenlijsten
 Oswestry vragenlijst en PSFS
 Evaluatie op activiteiten (en participatie) niveau
 Evidence based handelen
o Betrouwbaar/ valide
 ODI Score: /100, PSFS: /30 ( hoe hoger hoe meer beperkt )
 Maat van progressie
o Follow-up
o Ontslag – verslag
 Fear avoidance Beliefs Q, TSK , STaRT BST
 FABQ-PA: physical activity (0-24-30?)
 FABQ-W: work (0-38-42-66?)
 TSK: kinesiofobie (17-68)
 STarT Back Screening Tool  prognose tool
 Mogelijks belang:
o prognose (chroniciteit)
o Gebruik bij clinical prediction rules
o Klacht/ Pijn
 Ondanks dat de meeste patiënten komen met LRP, hun je toch best spreken over ‘klacht’ à
 een klacht kan heel verschillend zijn (radiculaire pijn vs radicuair lijden)
 Continue vs intermittent
 Je moet heel specifiek vragen of er momenten zijn waarop ze minder last ervaren, of
zelfs geen last
 Als de pijn echt continue continue is  rode vlag, zou kunnen wijzen op ernstige
pathologie  geen rol als kinesitherapeut, je moet terug doorsturen naar een arts
 Intermittente pijn is gekoppeld aan mechanische problematiek (gebonden aan
houdingen en bewegingen)  belangrijke rol als kinesitherapeut
o Provocatie/reductie
 Niet alleen wat de krachten provoceert/reduceert, maar ook hoe
snel dit gebeurt
o en hoe uitgebreid  belangrijk voor actualiteit en irriteerbaarheid
o Lage actualiteit/irriteerbaarheid: duurt lang alvorens de klacht optreedt (>
15-30 min), kleine zone betrokken
o Hoge actualiteit/irriteerbaarheid: klachten treden onmiddellijk op, grote
zone betrokken (hele rug, het been, …)
 Het patroon kan altijd veranderen doorheen de tijd, dus altijd blijven screenen op
rode vlaggen
 VAS  bepalen/interpretatie van intensiteit van de pijn
 * 4/10 = klinisch belangrijke pijn
 * 6/10 = ernstige pijn
o Provocatie/ reductie
 Bij hoge provocatie ga je zo weinig mogelijk technieken uitvoeren voor onderzoek  enkel
essentiële testen uitvoeren
o 24 u patroon
 Onderheid maken tussen mechanische en inflammatoire component
 Slaappatroon: problemen met het inslapen, wakker worden, nachtelijke pijn, …

, o Huidige episode / eerdere episode
 Tijd : acuut, subacuut, chronisch of recidiverend
 Oorzaak : is er een specifieke reden waarom rugpijn is ontstaan  trauma of progresseif
 Beloop : verergeren, snel veranderen in korte tijd,…
 Een klacht die plots optreedt of snel verandert in de tijd, moet met meer urgentie
bekeken worden dan een klacht die al langer aanwezig is
 Kijken naar vorige episodes om te weten te komen of er al specifieke interventies doorlopen
zijn
 Nagaan of deze interventies correct zijn uitgevoerd geweest
 Het is niet aangewezen om net dezelfde interventies terug op te starten als diegene
die in het verleden al gebeurd zijn
o Technisch OZ / Medicatie
 Enkel belangrijk als er een relatie is met de klacht (myotomen en dermatomen belangrijk )
 Medicatie : je moet weten welke er genomen wordt
 Nagaan van al dan niet positieve/negatieve invloed op de problematiek
 Ahdv van medicatie kan je ook achterhalen of er nog een onderliggend
ontstekingsmechanisme bezig is
o VB: Als de patiënt Brufen neemt en aangeeft dat hierdoor de klachten
verbeteren, kan je er vanuit gaan dat er een inflammatoir proces aan de
gang is.
o VB: Wanneer die omgekeerd geen effect heeft op de klachten, kan je er
vanuit gaan dat er geen inflammatoir proces ligt aan de basis van de klachten
 Nagaan of er comorbiditeiten zijn waar ook medicatie voor ingenomen wordt  ze
kunnen mee klachten bepalen
o Belasting
 Rekening houden met beroep: zittend, rechtstaand, zware fysieke arbeid, …
 Ziekteverlof  gele vlaggen
o Niet elke patiënt die arbeidsongeschikt is, is een profiteur van het systeem
o In sommige gevallen kan het wel een rol spelen waarom ze niet verbeteren -
 de werkomstandigheden kunnen zo stresserend zijn dat ze niet meer
terug willen
o Alg. Gezondheid/ HNP
 HNP = hoesten, niezen, persen  drukverhoging intra-abdominaal kan de last verhogen
 Belangrijk om in een acute fase na te vragen
 Nakijken of het niet gekoppeld is aan een andere component (VB: niezen met een
sterke flexie beweging i.p.v. in neutrale houding)
o Rode/ gele vlaggen
 Op basis van het verhaal dat de patiënt doet kan je achterhalen of er rode/gele vlaggen
aanwezig zijn
o Hulpvraag
 Op basis van de hulpvraag moet je achterhalen wat de patiënt verwacht
 Het verwachtingspatroon van de patiënt kan heel zwaar verschillen van wat je tijdens
de interventie wil doen
 Zelfredzaamheid van de patiënt is een van de belangrijkste doelstellingen
 Als er geen match is, zal er een match moeten komen:
o Je kan nog de beste interventie hebben voor een patiënt, als ze er niet in
geloven ga je geen goed resultaat kunnen behalen
o Patiënt educeren en informeren waarom bepaalde oefeningen niet geschik
 Analyse na anamnese – Planning KO
o Bevestigen – verwerpen van de hypothese
o De ernst van de klachten
o De actualiteit (irritability) van de klachten
o Welke structuren, medische classificaties, belasting-belastbaarheid (volgende lessen)
o Welke tests?
o Welke volgorde?

, KLINISCH ONDERZOEK
 INSPECTIE
o Globaal : algemene houding in verschillende vlakken ( Dorsaal/frontaal/ lateraal )
o Lokaal : specifieke aspecten van houding
 Curvatuur van de wervelkolom
 Stand en zit
 (hyper) lordose, (hyper) kyfose, afgevlakte rug, scoliose en dwangstanden
 Knikpunten
 Stand van het bekken
 Dorsaal en ventraal: scheefstand en rotatie
 Saggitaal : inclinatie van het bekken
 Richtpunten zijn SIPS, SISA, Crista iliaca en trochanter major
 Spier:
 stand - lig
 trofische toestand: atrofie, hypotrofie, hypertrofie
 tonus : hypotonie – hypertonie
 asymmetrie
 verhardingen (vb. myofasciale triggerpoints)
 Huid:
 Kleur : bleekheid, roodheid en blauwheid
 consistentie
 beharing : indien afwezigheid kan dit op spina bifida occulta wijzen
 huidplooien of striae -> knikpunt op dit niveau = segmentale hypermobiliteit
 Ademhaling:
 buik - flank - top
 oppervlakkig - diep
 symmetrie
 Kracht – Uithouding diafragma
 PALPATIE
o Beenderige structuren
 SISA
 SIPS
 Crista iliaca
 Trochanter major
o spieren
 Spiervolume
 Tonus
 Verhardingen, myofasciale triggerpoints en veranderingen in consistentie
o Kibler skin folding test
 P. in buiklig
 De huid wordt tussen duim en vingers genomen van beide handen en wordt een
rolbeweging uitgevoerd, in transversale en longitudinale richting
 Beoordeling van : oppakbaarheid en mogelijke veranderingen in consistentie van huid en
onderhuidsbindweefsel
 Wordt uitgevoerd bij : vermoeden van segmentale disregulatie, activatie van
orthosympatische zijhoorncellen, wat kan wijzen op articulaire disfunctie van deze regio
 Positief : zweten, roodheid, pijn en moeilijke oppakbaarheid van de huid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JuliaDeckers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.72  1x  sold
  • (0)
  Add to cart