Z week 2
- Het verschil tussen een populatie en een steekproef uitleggen
- Meetniveaus van variabalen onderscheiden: nominaal, ordinaal,
interval en ratio
o Nominaal: waardes kunnen gecategoriseerd worden, kan niet
mee gerekend worden of in logische volgorde gezet worden
o Ordinaal: waardes die gecategoriseerd kunnen worden en een
logische volgorde hebben, maar kan je niet mee rekenen
(geen vaste verhouding/schaal)
Bijv. antwoordenschaal bij vragenlijst (1 helemaal
oneens – 5 helemaal eens)
o Interval: kwantitatief, zonder vaste verhoudingen kun je
mee optellen en aftrekken maar niet vermenigvuldigen/delen
geen vaste verhoudingen, geen absoluut nulpunt
Bijv. een datum
o Ratio: kwantitatief, met vaste verhoudingen optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen, delen
Bijv. leeftijd
- De volgende maten voor centrale tendentie berekenen en op de
juiste manier toepassen en interpreteren: gemiddelde, mediaan,
modus
o Gemiddelde: spreekt voor zich
o Mediaan: waardes van klein naar groot op een rij zetten,
middelste waarde kiezen
2 middelste waardes gemiddelde berekenen van
beide waardes
o Modus: meest voorkomende waarde kiezen
- De volgende maten voor spreiding berekenen en op de juiste manier
toepassen en interpreteren: variantie, standaarddeviatie, range,
minimum en maximum
o Minimum en maximum spreekt voor zich
o Range = maximum – minimum verschil tussen max en min
o Variantie: verschil van de waarnemingen met het gemiddeld
Som van alle kwadraten van alle verschillen met het
gemiddelde/het aantal waardes
, o Standaarddeviatie = wortel van variantie
Wordt vaker gebruikt want heeft juiste eenheid
- Een geschikt grafiektype kiezen, passend bij variabelen en doel
- De volgende grafiektypen en varianten daarvan maken en bewerken
in Excel: kolomdiagram, staafdiagram, cirkeldiagram, lijndiagram
- Een grafiek interpreteren
C3
- Metingen voor centrale tendens en verdeling correct interpreteren
en toepassen
- Het juiste diagramtype kiezen bij de variabelen en het doel van het
diagram
TG1
- Reflecteren op een gemaakte grafiek
Z week 4
- Verschillende varianten van de count functie toepassen
- Verschillende varianten van de sum functie toepassen
- Verschillende varianten van de average functie toepassen
- Rekenen met datums en de weekday functie toepassen
- Rekenen met tijden
- De functie if-error toepassen
Z week 6
- Een boxplot maken en interpreteren en kwartielen en uitbijters van
een dataset bepalen
- Een histogram maken en interpreteren
o Frequentietabel
=FREQUENCE
In categorieën
Laatste niet selecteren, gaat automatisch
Geen dollartekens, gaat ook automatisch blijkbaar
o Histogram
Als automatische categorieën bewerken naar normaal
Breedte van categorieën kun je zelf aanpassen
- Een scatterplot maken, de bijbehorende correlatie uitrekenen en dit
interpreteren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickboers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.