Psychologie 14: stress, gezondheid en welzijn.
14.1: wat veroorzaakt stress?
Traumatische gebeurtenissen, aanhoudend slechte levensomstandigheden, grote
veranderingen in het leven en zelf kleine problemen kunnen leiden tot stress.
- Stressoren (de veroorzakende factor) → Stress (wat we voelen)
- Eustress (+) of distress (-)
- Cognitieve beoordeling
14.1.1: traumatische stressoren en hun verwerking:
Traumatisch:
- Situatie die de geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigt -> angst, hulpeloosheid,
afschuw
Psychologische reactie op verlies: rouwproces.
- Rouw: reactie op verlies
- Miskende rouw: emoties rond een verlies worden niet begrepen
14.1.2: chronische stressoren:
1. Maatschappelijke stressoren
▪ Vb. armoede ->invloed op gezondheid, GHZ, kinderen
▪ Vb. racisme en discriminatie
▪ Vb. media (verdriet neemt af, angst neemt toe)
2. Compassiemoeheid
▪ = Secundaire traumatisering: stress door langdurig geconftonteerd te
worden doormensen die leven in trauma (vb. arts of therapeut)
3. Major life events
▪ zwangerschap (!), trouwen, job, …
4. Dagelijkse ergernissen
5. Burn-out (zie WRC)
14.3: wie is het meest kwetsbaar voor
stress?
Persoonlijkheidskenmerken zijn van
invloed op onze individuele reacties op
stressvolle situaties, en daardoor op de
mate waarin we stress ervaren als we aan
stressoren worden blootgesteld.
- Van stressor naar stress
› Werkzame moderatoren.
, 14.3.1: persoonlijkheidstype A en vijandigheid:
Type A
- = Patroon van intense, agressieve, competitieve of perfectionistische reacties
- Woede en vijandigheid = marker
- Verhoogde kans op hartaandoening
- Arousal hoger (meer kans met stress te
reageren) en duurt langer
- Ongezonde vorm van woede
- Stressmanagement
14.3.2: locus of control:
Locus = plaats van waaruit het meeste invloed plaatsvindt
- INTERN – voorspelbaar – controle
- EXTERN – onvoorspelbaar – controleverlies
Is de locus aangeleerd of aangeboren?
Extreme vorm = “aangeleerde hulpeloosheid”
Gevoel van controle -> cfr. Autonomie ZDR
14.3.3: weerbaarheid:
Mate van bestand zijn tegen stress.
- Uitdaging (ik kan hieruit leren)
- Betrokkenheid – doelgericht (zoeken naar manier om om te gaan met uitdaging)
- Controle. (interne locus of control en goed in oplossingen vinden)
➔ Dit kan aangeleerd worden.
14.1: wat veroorzaakt stress?
Traumatische gebeurtenissen, aanhoudend slechte levensomstandigheden, grote
veranderingen in het leven en zelf kleine problemen kunnen leiden tot stress.
- Stressoren (de veroorzakende factor) → Stress (wat we voelen)
- Eustress (+) of distress (-)
- Cognitieve beoordeling
14.1.1: traumatische stressoren en hun verwerking:
Traumatisch:
- Situatie die de geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigt -> angst, hulpeloosheid,
afschuw
Psychologische reactie op verlies: rouwproces.
- Rouw: reactie op verlies
- Miskende rouw: emoties rond een verlies worden niet begrepen
14.1.2: chronische stressoren:
1. Maatschappelijke stressoren
▪ Vb. armoede ->invloed op gezondheid, GHZ, kinderen
▪ Vb. racisme en discriminatie
▪ Vb. media (verdriet neemt af, angst neemt toe)
2. Compassiemoeheid
▪ = Secundaire traumatisering: stress door langdurig geconftonteerd te
worden doormensen die leven in trauma (vb. arts of therapeut)
3. Major life events
▪ zwangerschap (!), trouwen, job, …
4. Dagelijkse ergernissen
5. Burn-out (zie WRC)
14.3: wie is het meest kwetsbaar voor
stress?
Persoonlijkheidskenmerken zijn van
invloed op onze individuele reacties op
stressvolle situaties, en daardoor op de
mate waarin we stress ervaren als we aan
stressoren worden blootgesteld.
- Van stressor naar stress
› Werkzame moderatoren.
, 14.3.1: persoonlijkheidstype A en vijandigheid:
Type A
- = Patroon van intense, agressieve, competitieve of perfectionistische reacties
- Woede en vijandigheid = marker
- Verhoogde kans op hartaandoening
- Arousal hoger (meer kans met stress te
reageren) en duurt langer
- Ongezonde vorm van woede
- Stressmanagement
14.3.2: locus of control:
Locus = plaats van waaruit het meeste invloed plaatsvindt
- INTERN – voorspelbaar – controle
- EXTERN – onvoorspelbaar – controleverlies
Is de locus aangeleerd of aangeboren?
Extreme vorm = “aangeleerde hulpeloosheid”
Gevoel van controle -> cfr. Autonomie ZDR
14.3.3: weerbaarheid:
Mate van bestand zijn tegen stress.
- Uitdaging (ik kan hieruit leren)
- Betrokkenheid – doelgericht (zoeken naar manier om om te gaan met uitdaging)
- Controle. (interne locus of control en goed in oplossingen vinden)
➔ Dit kan aangeleerd worden.