School: Breda University of Applied Sciences (BUAS, voorheen NHTV)
Schooljaar: 2
Vak: Travel Industry Transportation
Uitgebreide samenvatting a.d.h.v. volledig uitgewerkte aantekeningen van de hoorcolleges. De vragen die tijdens de lessen behandeld werden, zijn eveneens uitgewerkt in de samenvatti...
Businessmodel: met dit model richt je op bepaalde kenmerken en laat zien hoe je airline het doet.
Geo-focused network
• Begeeft zich voornamelijk in een bepaalde regio (zie luchtvaartmaatschappijen op welke
regio’s zij zich richten). Een voorbeeld is Scandinavië.
• Ze vliegen frequent
• Zijn vaak lid van allianties (samenwerkingen tussen airlines)
• Ze vliegen voornamelijk met hetzelfde vliegtuignummer (= codeshare: vluchtnummers met
elkaar delen, zodat vliegtuig gevuld wordt)
• Voorbeelden: Austrian, Alaska Airlines
Intercontinental network
• De meest bekende luchtvaartmaatschappijen
• Beheersen hun eigen binnenlandse markt (verschillend per land)
• Van continent naar continent
• Netwerk naar heel veel verschillende markten (gehele binnenlandse markt in handen)
• Ze maken onderdeel uit van wereldwijde allianties
• Voorbeelden: United, Lufthansa
Global luxury connector
• Ze zitten op hun hoger product (zogenaamde 4 en 5 sterren luchtvaartmaatschappijen
→ voornamelijk Aziatische maatschappijen, zoals Emirates en Singapore Airlines) [KLM is 3
sterren]
• Ze vliegen relatief wereldwijd
• Nadrukkelijk luxe(re) service aan boord
• Emirates heeft momenteel appartementen in vliegtuig [KLM heeft geen first class meer]
• Ze zijn in staat in de 5de en 6de vrijheid luchtvaart te creëren
• Alternatieven om tussenstops te maken óf in één keer te vliegen naar bestemming
Network extender/independent
• Van bestemming naar bestemming om mensen op te halen en naar hub te brengen van een
bestemming (feeder)
• Zorgen ervoor dat kleinere markten die anders niet worden bediend, toch in staat zijn om
bezocht te worden
• Vliegen met dezelfde vliegtuigen
• Onderdeel van grote carrier
• Voorbeelden: SkyWest, AeroMexico connect
Ultra value
• Allergoedkoopste (‘veevervoer voor mensen’)
• Betalen voor het uitkleden van een ticketprijs en alle extra’s (bijv. bagageruimte,
maaltijden aan boord)
• Je betaalt enkel voor de stoel
• Focus op de toerist
• Ze vliegen voornamelijk vanuit kleinere vliegvelden (Ryanair → Eindhoven)
• Voorbeelden: Ryanair, Spirit airline
,Traditional value
• Low cost carrier die wat minder scherp is
• Easyjet → Schiphol
• Vliegen vanuit de belangrijkste luchthavens (dit is vaak wel duurder)
• Ze hebben een point to point service (ze vliegen van A naar B)
• Ze hebben een hoge frequentie
• Ze richten zich op de toerist en kijken naar de zakenmarkt (prijs georiënteerd)
• Voorbeelden: Southwest, Easyjet
Modern value
• Wat luxer
• Ze hebben een point to point service
• Gericht op zakelijke en leisure travelers
• Aan boord wat meer extra’s
• Een soort goedkopere taxi in de lucht
• Duidelijke concurrent van de rest
• Mensen van A naar B brengen + klein netwerk
• Vliegen vanaf grote vliegvelden
• Voorbeelden: JetBlue airways, Virgin blue
Chartermaatschappij
• Vliegt niet met een schema, maar met een beperkt schema en zij werken uiteindelijk in
opdracht van reisorganisaties (touroperators)
• Het verkopen van vakantiepakketten voor touroperators (‘Waar wil Sunweb dit jaar
naartoe?’)
• Alleen in hoogseizoen, stuk minder in laagseizoen
• Voorbeelden: TUI, MyTravel
Ontwikkelingen
• Allianties minder sterk. Sommige airlines verlaten allianties.
• Airlines binnen 1 alliantie werken ook samen (codeshare bijvoorbeeld) met airlines uit
andere allianties.
Hub: één centrale plek waar alle vluchten naartoe gaan en daar vandaan weer verder vliegen
(transport- en distributiesysteem) → centrale vliegveld (Hub van Nederland is Schiphol)
Spoke: via de ‘spaken’ worden ze doorgestuurd naar hun bestemming → verbindingen tussen
verschillende continenten en hubs
Skyteam: KLM, Air France en Delta
Star Alliance: Lufthansa, United Airlines, Singapore Airlines
OneWorld: British Airways en American Airlines
Soms stappen luchtvaartmaatschappijen eruit en gaan ze samenwerken met anderen.
Zodra netwerken gekoppeld worden met elkaar (samenwerken), hebben consumenten veel meer
mogelijkheden wat betreft vliegen.
Emirates
• Klopt het wel allemaal? Hebben ze alle bullit points?
• Nauwe samenwerking aangegaan met Qantas
• Zie Emirates Route Map
• Binnen 8 uur kunnen zij een bereik hebben van 4,5 miljard mensen
• Heeft zich op een andere manier gepositioneerd (douche, mini bar etc. aan boord)
Luchtvaart vrijheden
Afspraken die landen met elkaar maken om ergens wel of niet naartoe te vliegen (zie boek,
bladzijde 139 → 1 t/m 6 kennen).
,1: Toestemming om over landen heen te mogen vliegen. Bijv.: KLM heeft toestemming om over België te
mogen vliegen.
2: Toestemming om in een land een landing te mogen maken voor technische stops, zoals bijtanken.
3: Toestemming om vanuit het thuisland mensen naar een nader land te mogen brengen. Bijv.: KLM heeft
toestemming om mensen vanuit Nederland naar Spanje te mogen brengen.
4: Toestemming om vanuit een ander land mensen naar een nader land te mogen brengen. Bijv.: KLM heeft
toestemming om mensen vanuit Spanje naar Nederland te mogen brengen.
5: Toestemming om naar een land te vliegen en vanuit dit land door te vliegen naar een andere bestemming
met passagiers uit dat land. Bijv.: KLM vliegt naar Miami (3de vrijheid) en heeft toestemming om vanuit
Miami mensen op te halen en door te vliegen naar Mexico.
6: Toestemming om een overstap te maken op de hub van een land waarbij de regering van Nederland en de
twee landen die erbij betrokken zijn, toestemming moeten geven. Bijv.: Finnair heeft toestemming om in
Helsinki een tussenstop te mogen maken en passagiers met een ander vliegtuig te vervoeren naar China.
7: Recht om betalende lading te vervoeren tussen twee vreemde staten zonder de 'eigen' staat aan te doen.
8: Toestemming om passagiers, post of goederen te vervoeren tussen plaatsen in hetzelfde land, dat niet het
land is waar het luchtvaartuig is geregistreerd, op een route die begint of eindigt in de eigen (of andere)
staat.
9: Toestemming om betalende lading te vervoeren tussen plaatsen in HETZELFDE land, dat niet het land is
waar het luchtvaartuig is geregistreerd.
Long-haul: vlucht is langer dan 6 uur
Medium-haul: vlucht is ongeveer tussen de 3 tot 6 uur
Short-haul: vlucht is ongeveer tussen de 0 tot 3 uur
Vliegtuigmaatschappijen gebruiken andere evenementen om hun vluchten te promoten. Een
voorbeeld is Emirates: zij supporten voetbalwedstrijden, golfwedstrijden etc. met hun naam erop.
De meeste activiteiten zitten in de nacht- en avonduren (vertrekken en aankomsten), vanwege
politieke redenen, hitte (weersomstandigheden) en tijdverschil in verschillende landen. Ze vliegen
dus 24 uur op een dag (zie overzicht vertrekken en aankomsten Emirates).
Emirates is de grootste afnemer van het grootste vliegtuig dat op dit moment wordt gevlogen en is
in staat om dit heel luxe in te richten. Er worden voornamelijk vluchten van buiten Europa en Azië
binnengehaald.
Belangrijkste reden voor passagiers om te reizen via Dubai is vanwege de prijs.
Condor is gelinkt aan Lufthansa.
Strategische allianties: om gemeenschappelijke tegenstander succesvol aan te vallen
→ liggen onder vuur zodra machtsconcentraties te groot worden
Tactische allianties: diepte ingaan (kijken naar de wat kleinere maatschappijen)
→ hiervoor wordt gekozen om bijv. operationele kosten te besparen of
schaalvoordelen te bereiken
Luchtvaartmaatschappij Joon
Budgetdochter van Air France, waarvan ze dachten dat het erg zou aanslaan bij Millenials. Het is
opgericht in de zomer van 2017.
Luchtvaartmaatschappij SAS
De winst bleef nagenoeg gelijk. Zij hebben last van prijsvechters, zoals Ryanair.
, LES 2 – 5 Forces Model
Transavia
• Low cost (Traditional value) & Charter
• Charter 1996 – 2000 → het begin
• 50 jaar geleden is Transavia begonnen
• Begonnen in ’66, omdat het de jaren daarna steeds beter gaat (stijgende lijn) wat betreft
vraag naar Charters
• Eind jaren ’70: 1 vlucht, 1 touroperator
• Midden jaren ’80: 1 vlucht, 2 touroperators
• KLM was verantwoordelijk voor het ontstaan van camping vluchten
• Eind jaren ’80: 1 vlucht, 2 touroperators + ‘pro rata’ (stoelen die over waren → waar
Transavia geen klanten voor had)
• Begin jaren ’90: 1 vlucht: verschillende touroperators en stoelen die uiteindelijk niet
verkocht werden
• In minder dan 15 jaar kwamen de verantwoordelijkheden ineens bij de
luchtvaartmaatschappijen terecht
• Eind jaren ’90 – begin ’00: seat only
• Charter Markt Verval → kwam onder druk te staan, omdat de markt aan het veranderen
was/is
• Transavia gaat zijn businessmodel aanpassen (Charter + Scheduled 2000 – 2004) → Basiq Air
o Je kon zo van je auto in het vliegtuig en dus vliegen voor lage prijzen
o Omdat dit zo goedkoop was, kregen deze klanten geen eten aan boord
o In dit toestel waren wel verschillende klanten aan boord (dus niet alleen die Basiq
Air hadden geboekt)
• Low cost 2005 – heden → naamsverandering naar transavia.com (zonder hoofdletter!)
o Low cost begonnen en als businessmodel verder uitgewerkt
• Seizoenen laag seizoen → zodra er minder vraag is naar hun vloten (vliegtuigen), vliegen ze
met speciale vliegtuigen zoals ‘Caribbean Airlines’ zodat er vooralsnog in de wintermaanden
voldoende vraag is naar hen
o ‘Waar kunnen we hem neerzetten/wat kunnen we ermee doen om het hele jaar
goed te kunnen functioneren?’
• Transavia heeft verschillende businessmodellen: nu van Charter meer neigend naar
Traditional Value
• Transavia 2018: blijven stoeien/veranderen van naam
5 KRACHTEN MODEL
Onderhandelingsmacht van leveranciers (supplier power)
De macht van de leveranciers
Boeing, Airbus, Shell (servicepartner = Schiphol)
• Krachtige vakbonden, vooral bij het besturen van bewerkingen bij netwerkknooppunten
• Vliegtuig- en motorenproducenten zijn beide geconcentreerde oligopolies
• Luchthavens zijn lokale monopolies met aanzienlijke macht
• Luchthavendiensten (afhandeling, catering, schoonmaak) zijn ook geconcentreerd in een
klein aantal bedrijven, maar lage overstapkosten
Vliegtuig bouwers
Monopolie markt: 1 leverancier
Oligopolie markt: er is keuze, maar redelijk beperkt → Boeing en Airbus
Vrije markt: er is veel keuze
Onderhandelingsmacht van kopers (buyer power)
De macht van de afnemers
Als je niet boekt dan kunnen zij ook niet rondkomen.
• Kopers zijn gefragmenteerd
• Vliegreizen ervaren als een gestandaardiseerd product
• Lage overstapkosten voor de meeste klanten
• Prijsgevoelig, omdat reizen een zinvol deel van de discretionaire uitgaven is
Hebben de consumenten (passagiers) genoeg koopkracht om ticketprijzen te verlagen?
Ja, in hoge mate, want consumenten kunnen ook kiezen voor andere vliegtuigmaatschappijen. Het
is afhankelijk van de bestemming, want op het moment dat er veel concurrentie is, heb je hier
zeker mee te maken.
2 soorten passagiers
• Business
• Leisure
Wat zijn de belangrijkste verschillen in koopgedrag tussen deze twee typen?
Leisure: prijs
Business: tijd, comfort
Dreiging van nieuwe toetreders (threat of new entrants)
De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt
Businessmodel waarbij Transavia past: een beetje een mix van Ultra Value, Traditional Value,
Modern Value en Charter.
• Beperkte voordelen voor de voordelen
• Lage overstapkosten
• Sommige schaalvoordelen aan de vraagzijde
• Gemakkelijke toegang tot distributiekanalen
8 luchtvaartmaatschappijen die de Nederlandse luchtvaartmarkt zijn binnengekomen in de
afgelopen 5 jaar
• Vueling (= Spaans)
• Ryanair (Vliegen ook vanuit Schiphol!)
• Norwegian → Nieuwe Long Haul LCC (= Low Cost Carrier)
• easyJet → Base AMS
• WOW → Nieuwe airline KEF – AMS vv
• Etihad → Nieuwe airline AUH – AMS vv
• American Airlines → DFW (Dallas)
• Garuda → Nieuwe bestemming Bangalore (India) (deze is een tijdje
weggeweest en is weer teruggekomen op de Nederlandse markt)
→ Het is niet gemakkelijk om in Nederland binnen te komen
→ Als luchtvaartmaatschappij betaal je om te mogen landen en opstijgen op een slot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Samirah26. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.