100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting pathofysiologie II: het locomotorisch stelsel, dermatologie, hematologie $9.63
Add to cart

Summary

Samenvatting pathofysiologie II: het locomotorisch stelsel, dermatologie, hematologie

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting gemaakt van 39 pagina's met alle informatie van de cursus en powerpoint. Het is dus de bedoeling enkel dit document te leren. In het roos staan de ziektes/ casussen die gekend moeten zijn, in het groen de geneesmiddelen. Het is ingedeeld o.b.v. tussentitels zodat het het een ordelijke ...

[Show more]

Preview 4 out of 40  pages

  • May 6, 2024
  • 40
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
PATHOFYSIOLOGIE II: 1e Bachelor Farmaceutische Wetenschappen 2022-2023


HOOFDSTUK I: HET LOCOMOTORISCH STELSEL
1. Het skelet
2. Skeletspieren
3. Ligamentaire structuren

HOOFDSTUK II: DERMATOLOGIE
1. Het integument
2. Ziektebeelden

HOOFDSTUK III: HEMATOLOGIE
1. Algemeen
2. Bloedplaatjes en de hemostase
3. Witte bloedcellen = leukocyten
4. Rode bloedcellen = erythrocyten




HOOFDSTUK I: HET LOCOMOTORISCH STELSEL
1. Het skelet
1.1. Basisbegrippen anatomie en gewrichtsbeweging (zie cursus+ powerpoint)




Skeletonderdelen:

Vlakken en bewegingen:
- Frontale (breedte) -> ventrodorsale as
 Abductie = weg van middellijn
 Adductie = naar middellijn toe
- Sagittale (diepte) -> laterolaterale as
 Flexie = buigen : hoek kleiner

1

,  Extensie = strekken : hoek groter
- Transversale (horizontale) -> craniocaudale as
 Endorotatie = interne rotatie voorzijde naar binnen = inwendige rotatie
 Exorotatie = externe rotatie voorzijde naar buiten = uitwendige rotatie
- Circumductie = in cirkelbeweging
- Pronatie = onderarm naar binnen, enkelgewricht naar buiten
- Supinatie = onderarm naar buiten, enkelgewricht naar binnen




1.2. Functies van de skeletelementen
 Componenten botweefsel
- 60% anorganische kristallen (=mineralen): calciumzouten hard, onelastische structuur <bot
- 30% organische : collageenvezels
- 10% water
- goede vascularisatie voedings- + afvalstoffen (wegens sterk verspreid vatensysteem
- Blijft metabool actief, voortdurende remodellering (denk aan practicum)

*Bot kan ook beetje flexibel zijn: kan zich aanpassen aan veranderende belastingen
*Ouderdom=> vooral botafbraak en minder densiteit=> meer breuken
*Buitenzijde bot = dense matrix, kleine ruimtes voor cellen
*Spongieus bot= trabecullair= in het midden vh bot, grotere holtes voor cellen

 4 botceltypes in beenweefsel
- Ongedifferentieerde mesenchymale cellen
- Osteoblasten: botproductie (vormen organische bestanddelen van matrix); jonge cellen die instaan voor vezelvorming en
belangrijk in ossificatieproces
- Osteocyten: mature cellen gelegen in geossificeerd extracellulair materiaal
- Osteoclasten: afbraak botmatrix
- Osteoblasten+ osteoclasten= modellering van het bot
- ECM= collageenvezels (type I)+ hydroxyappatietkristallen, grondstof <proteoglycanen
 Functies botten
1. Dragend : tegen FZ + staande houden
2. Beschermend bv. thorax (interne organen), schedel+ wervelkolom (zenuwstelsel)
3. Vormgevend bv. thorax, bekken, schouders, schedel (reconstructie gezicht via
aanhechtingspunten <spieren verbonden aan schedel)
4. Aanhechtingsplaats spieren en ligamenten : beweging + stabiel ( Local stabilisators = kleine spiertjes,
Global mobilisatoren = grote spieren en maken beweging mogelijk)


2

, 5. Producerend : vorming bloedcellen in beenmerg (zie slide 22)
6. Opslag: calcium en fosfaten (mineralen zijn overal nodig in lichaam)

1.3. Metabolisme van calcium
 Rol calcium
* Spiercontractie bv.hartspier! (myosine trekt aan actine bij contractie)
* Bloedstollingsproces na een wonde
* Functioneren <enzymen
* Zenuwimpulsen, prikkelbaarheid (stelt neurotransmitter vrij)



1.3.1. Huishouding van calcium
 Belastingsprikkels
- Bot (en elk ander weefsel in ons lichaam) is afh <fysiologische prikkels
- Belasting  buig- en rotatiekrachten in diafyse
 vervorming vezelnet door compressie in epifysen
- Ontlasting
 afwisseling: mineraalgehalte + stabiliteit, hormonen, vitaminen en voeding
 buigkrachten in bot
 verandering in collagene netwerk + grondsubstantie (=vervorming)=> verandering in elektrische spanning = piëzo-elektrisch
effect
* Aantal negatieve deeltjes  : botafbraak < osteoclasten
* Aantal negatieve deeltjes  : botopbouw < osteoblasten
 belasting/vervorming (bv. krachttraining) verhoogt stabiliteit + mineraliseren

 Vitaminen en hormonen
Calcium  vnl. in skelet, geïoniseerd + niet-geïoniseerd
* Lichaam treeft naar 2,4 mmol/L of 100 mg/L calciumconcentratie in bloed (o.v.v. hydroxy-appatietkristallen)
* In geïoniseerde vorm gebonden aan o.a. EW in bloed
* Opslaan via voeding in het bot
Kleine hoeveelheid is in niet-geïoniseerde
* Uit het lichaam via stoelgang/ urine
vorm aanwezig in ons lichaam
* Regulering van enkel het geïoniseerde Ca afh <:
< Vitamine D hormoon : opname Ca uit voeding/bot naar bloed
< Calcitonine : opslag Ca in bot
< Parathormoon : Ca uit bot onttrekken en resorptie Ca uit voorurine verhogen
* Calciëmie= concentratie geïoniseerd Ca in plasma (moet nauwkeurig geregeld w!)
* Hypocalciëmie= daling calciëmie destabilisatie rustpotentiaal <zenuwcellen (vnl. motorneuronen) onwillekeurige
contracties< skeletspieren
* Hormonen hebben grotere rol dan belastingsprikkels


1.3.2. Regeling van plasma Ca2+ -spiegels
A) Parathormoon
 Vorming in bijschildklier: levensduur half uur
* Deze w gevormd door 4 kliertjes achteraan schildklier
* Cellen gevoelig voor veranderingen in calciëmie
* Hoeveelheid afgegeven parathormoon rechtstreeks afg <C <Ca in bloed
* Daling <calciëmie stimuleert synthese+ secretie <parathormoon
 Invloed parathormoon op verhogen <Ca C:
1. Stimulatie osteocyten: afgifte Ca en fosfaten osteoclasten: botafbraak  Ca afgifte
2. Remmen osteoblasten  Ca uit botten mobiliseren (=demineralisatie, kan leiden tot broosheid)
3. Verhoogde resorptie Ca uit voorurine (+ excretie <fosfaten zodat er niet te veel Ca via urine w uitgescheiden)
4. Parathormoon zorgt dat maar kleine hvlheid Ca uitgescheiden via urine (5-10%)
5. Stimulatie synthese 1,25-dihydroxy-vitamine D in nieren (=absorptie Ca uit darmen/ voorurine)
 Te veel: nierstenen+ verkalking (=hyperparathyroïde)


3

, ! Parathyroïdectomie= onvoldoende hoeveelheid parathormoon (vaak door schildklierchirurgie)
 daling calciëmie  tetanie: spierspasmen o.a. laryngospasmen !kan leiden tot asfyxie (=verstikking)
! Hyperparathyroïde (bv. tumor parathyroïden)
 toename calciëmie  calcificatie weke organen+ ontwikkelen nierstenen

B) Vitamine D
 Opname via voorstadium o.v.v. 7-dehydrocholesterol (in dierlijke EWproducten: melk, ei, vis, …)
 O.i.v. UV stralen in huid (=zonlicht)  cholecalciferol (=vitamine D3) +verder metabolisering in lever en nieren
 In lever: toevoegen hydroxylgroep aan cholecalciferol= 25-OH-D3 (vit. D, calcidiol)
 In nier: aanvullende hydroxylering: 1,25-dihydroxy-vitamine D= calcitriol= vitamine D hormoon= biologisch actieve vorm
van vitamine D
* vorming door beïnvloeding 1-hydroxylase activiteit in nier; gestimuleerd door parathormoon en prolactine
- prolactine: meer Ca opname tijdens lactatieperiode (bij verhoogde C vit. D dus)
 Vitamine D hormoon naar darmcellen: eiwitproductie-> Ca-opname uit voeding+ resorptie Ca uit voorurine in nier

 Transport naar darmcellen : stimulatie eiwitproductie  opname Ca uit voeding


! Chronisch nierlijden  onvoldoende 1-hydroxylase activiteit  tekort vitamine D hormoon 
hypocalciëmie +demineralisatie
- Behandeling: toediening <1,25-dihydroxy-vitamine D of 1-hydroxy-vitamine D (w in lever op plaats 25 gehydroxyleerd)
! Vitamine D tekort
* Bij kinderen in groeifase: onvoldoende verkalking beenderen vervormbaar= rachitis
* Volwassenen: hypocalciëmie  demineralisatie
* Behandeling: vitamine D als supplement (colecalciferol) aan voeding

C) Calcitonine
= thyreocalcitonine
 Productie door C-cellen (=parafolliculaire cellen) van de schildklier
 Secretie afh <calciëmie; calcitonine w vrijgesteld bij toename
 Invloed
1. Remmen osteoclasten=> resorptie Ca uit botten remmen (=rem Ca-vrijgave)
2. Stimulatie osteoblasten  botopbouw
3. Verhoging Ca-excretie via urine

! Fysiologisch gebruik: thyroïdectomie
! Farmacologisch gebruik:
* Hypercalciëmie
* Osteïtis deformans= ziekte van Paget: skeletziekte met reorganisatie v/d beenstructuur=> makkelijker breuken
! Therapeutisch gebruik: biotechnologisch aangemaakt calcitonine:
* Humaan calcitonine
* Salcatonine= calcitonine <zalm: 20x actiever dan humane vorm

1.4. Gewrichten
= plaats waar 2 naburige beenderen/kraakbeenelementen met elkaar in contact komen
- typisch 2 epifysaire delen van 2 botten rusten op elkaar+ draaien
- beweging is afh <de geraffineerde coördinatie van skeletspieren, zenuwen, skeletelementen
- permanente of tijdelijke gewrichten (= tussen de schedelbeenderen zijn bij baby’s tijdelijke gewrichten)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller farmaciestudentBa3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

63950 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 15 years now

Start selling

Recently viewed by you


$9.63
  • (0)
Add to cart
Added