Fiscale monografieën - Verrekenprijzen; de verdeling van de winst van een multinational
De werkgroepantwoorden van alle weken (1 t/m 6) van het vak Transfer Pricing, voor de master Fiscaal Recht. Voor de overzichtelijkheid een kleurenindeling: zwart is de vraag, blauw is mijn antwoord, groen is een extra toevoeging en rood is een belangrijk onderdeel van het antwoord dat ik vergeten ...
By: rechtsgeleerdheidenfiscaal • 5 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
rechtsgeleerdheidenfiscaal
Reviews received
Content preview
Transfer Pricing
WERKGROEP 1 – STARBUCKS, FAR
De Starbucks casus is een van de zaken waarin de EU Commissie een afspraak met de fiscus
heeft onderworpen aan een Staatssteun onderzoek. In het geval van Starbucks ging het om
een afspraak die de Nederlandse fiscus heeft gemaakt met het bedrijf (een zogenaamde
ruling). Andere zaken in deze reeks zijn o.a. Apple (Ierland), Amazon (Luxemburg), ‘excess
profit’ rulings (België). In deze zaken staat de juistheid van de transfer pricing centraal. Hebben
de diverse lidstaten in deze gevallen afspraken gemaakt met bedrijven die te gunstig zijn
geweest, volgens het normenstelsel dat we kennen voor transfer pricing?
Aantekeningen werkgroep:
OESO geeft 2 manieren om belastingontwijking tegen te gaan: BEPS en Transparancy (o.a.
CBCR, country by country reporting).
3 hoofdvormen van BEPS:
1. Groepslening + rente betalen naar laagbelast land
2. Immateriële activa en daar een vergoeding voor betalen naar laagbelast land
3. Transfer pricing: teveel betalen voor groepsactiviteiten naar laagbelast land (2 valt
eigenlijk onder 3)
ATAD gaat over rente, earningsstripping.
Wat leren we bij Transfer Pricing:
Je krijgt iedere keer een casus die je helpt een businessmodel uit te pluizen en dan te kijken
welke transacties erbij horen en of het op een juiste manier beloond is.
Een juist bedrag aan winst hebben in de aangifte van het bedrijf dat de functies uitoefent, een
functionele analyse: wat doet zo’n bedrijf nou eigenlijk, wat zijn de functies. Alles uit de
bedrijfschain wil je toerekenen aan een entiteit.
Relevante informatie uit de Starbucks Case:
Staatssteun, artikel 107 VWEU
i) de maatregel moet aan de staat toe te rekenen zijn en met staatsmiddelen worden bekostigd;
ii) de maatregel moet de ontvanger een voordeel verlenen; iii) dat voordeel moet selectief zijn;
en
iv) de maatregel moet de mededinging vervalsen of dreigen deze te vervalsen en kan het
handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.
Art. 9 OESO-modelverdrag: zakelijkheidsbeginsel. Transacties met verbonden lichamen
mogen niet verschillen met onafhankelijke derden.
5 methodes voor berekenen zakelijke prijs:
1. CUP (comparable uncontrolled price): vergelijkbare vrijemarktprijs
2. Cost-plusmethode: vergelijkt inkomen van verkochte goederen/geleverde diensten
3. Resale-minusmethode: vergelijkt kosten van gekochte goederen/afgenomen diensten
4. TNMM (transactional net margin method): verhouding tussen de winst en een post op
wv of balans, zoals omzet, kosten of EV
5. Profit-splitmethode
1 t/m 3 is traditioneel gericht op transactie, 4 en 5 gericht op winst. 4 en 5 kijken wat de winst
zou zijn als de verbonden onderneming een onafhankelijke derde was geweest.
Bij de Starbucks APA werd de TNMM methode gebruikt.
,*We wachten bij WG 1 nog met deze methodes, dat komt pas in WG 3. Kijk er dan nog even
naar.
Vragen
1A. Beschrijf de functies die worden verricht en risico’s die worden gedragen door
respectievelijk:
*Denk bij dit soort vragen in
1. Functies (wat zijn de activiteiten)
2. Assets (wat staat op de balans)
3. Risico’s: machine kan kapot gaan, dan kan je niet aan je leveringsverplichtingen
voldoen, personeel kan ziek worden, teveel/te weinig/slechte kwaliteit voorraad.
Lokaliseer de entiteit die laagbelast is, waar ze de winst naartoe willen.
− Starbucks Manufacturing BV (uitsluitend de koffiebranderij activiteiten en niet de
SCO- en distributieactiviteiten):
1. Functies:
− Koffiebonen branden (in opdracht van de gelieerde principaal/aandeelhouder Alki
LP).
− Gebrande koffiebonen doorverkopen aan de Starbucks winkels
− Supply chain operations
− Tussenpersoon in het distributienetwerk voor niet-koffie gerelateerde producten
(zoals bekers en siroop)
2. Assets: alles wat relevant is voor koffiebranden, dus machine, pand enz.
3. Risico’s: machine kan kapot, personeel kan ziek worden, slechte kwaliteit
− Alki LP (uitsluitend m.b.t. het octrooi op het fabricageproces):
1. Functies: weinig, substanceloze vennootschap, enige functie is het houden van de IP
2. Assets: de IP
3. Risico’s: weinig tot geen, ook al staat er “risico van inkopen en verkopen ligt bij Alki
LP”. Aangezien er weinig zit is er ook weinig risico.
− Starbucks Coffee Trading SARL
1. Functies: Koffiebonen leveren aan SM BV, logistiek, inkoop, kwaliteitscontrole
2. Assets: voorraad, pand, vrachtwagens, lab, kantoor met mensen en telefoons/pc’s
3. Risico’s: teveel/ te weinig/slechte kwaliteit voorraad, ziek personeel
1B. Maak een schema waaruit de titel van de transacties en TP methoden blijken tussen de
voornoemde Starbucks vennootschappen en de verkoop entiteiten.
, 1C. In welke vennootschap komt de restwinst terecht en op welke wijze wordt dat tot stand
gebracht?
De restwinst van SM BV wordt naar 2 plekken gesluisd:
1. naar SCTS door betaling voor de bonen.
2. naar Alki LP doordat daar de LP zit en aan Alki LP wordt betaald voor het gebruik hiervoor
in de vorm van royalty’s
Wat betekent restwinst? De restwinst is 68, dit is wat overblijft nadat je de logische kost
componenten van de totaalwinst hebt afgehaald. Dit is wat overblijft na de normale kosten die
je hebt.
Let ook goed op dat Alki ertussen is geschoven. De US is waar de kennis zit, die bedenken
ook de concepten en dergelijke, dat is de IP. Maar alleen die licenties zijn in een
tussengeplaatste entiteit gezet. Dit ontbreekt in jouw schema! Teken het dus niet als een
organogram maar als een chain.
2A. Welke drie bezwaren onderkent de Commissie ten aanzien van de Starbucks ruling?
Wat is de Starbucks ruling (APA): afspraken die Starbucks heeft gemaakt met de
Belastingdienst over hoe zij de winst vaststellen met die techniek. NL heeft geaccepteerd dat
de BV een “loonproducent” is. Dat houdt in het TP wereld in dat deze entiteit alleen
verantwoordelijk is voor het koffie branden. Dat is de enige functie waarvoor die entiteit dan
verantwoordelijk is. Dus laag risico. Het is in deze casus de vraag of dat in realiteit wel zo is.
1. Is BV wel een loonproducent?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidenfiscaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.