Tekst in context
(1) Reinaert de vos
Verhalen werden op bestelling geschreven. Er werd in eerste instantie maar een exemplaar
gemaakt: het dedicatieexemplaar.
Schrijvers waren afhankelijk van rijke edellieden en patriciers. Zij gaven soms opdracht tot het
schrijven van een boek. Zo’n persoon heet mecenas en de ‘gesponsorde kunst’ heet mecenaat.
De opdrachtgever wordt soms genoemd in de proloog. Soms verstopt in een acrostichon; de
eerste letter van elke zin vormt een woord/naam.
Willem die Madocke maakte; iemand die kennelijk meer schreef en ‘bekend’ was?
Geestelijke literatuur: in het Latijn. Wereldlijke liteartuur: in het Frans.
In de middeleeuwen waren mensen bang voor sommige dieren. Sommigen werden in verband
gebracht met magie. De vos was bijvoorbeeld een roofdier.
Er gold een veterecht;als iemand onrecht was aangedaan, mocht je wraak nemen.
12e en 13e eeuw; opkomst procesrecht. In de Reinaert gebeurt dit op de hofdag en volgens de
principes dat iemand drie keer gedaagd moet worden; pas daarna wordt iemand behandeld bij
verstek. Ook moest er een officiele aanklacht zijn.
(2) Karel ende Elegast
Verhalen werden vooral mondeling doorgegeven. Er zijn verhaalfamilies; met elk eigen
genrekenmerken. Karel en Elegast hoort tot de Karelfamilie: Karelepiek.
11e eeuw: chansons de geste (liederen over heldendaden). Verhalen/gedichten over (eventueel
verzonnen) gebeurtenissen uit de tijd van karel de Grote en zijn voorgangers en opvolgers.
Het Roelandslied: een van de bekendste Karelverhalen, over zijn neef Roeland die tegen
Spanje vecht.
Heiligenlevens; biografieen over Karel,en andere mensen met goede, geestelijke daden.
Mensen spiegelden zich liever aan beroemde ridders uit de wereldgeschiedenis.
Tijdens hoffeesten traden artiesten op, waaronder minstrelen/sprooksprekers. Ook Karel
luisterde hier naar.
Epische concentratie; historische heldendaden van verschillende mensen worden allemaal
toegeschreven aan Karel de Grote. (‘allerlei gebeurtenissen worden aan een persoon
toegeschreven).
, (3) Walewein
Overde verzonnen koning Arhur. Hij is waarschijnlijk gebaseerd op een historische persoon uit
de 5e of 6e eeuw (Keltische periode).
Begint altijd met: het voorjaar breekt aan, hofdfag, hoffeest. Soms een queeste voor de ridder.
Het verhaal volgt dan de ridder tot hij terugkomt bij Arthur (cirkelstructuur); net als in Walewein.
Ook deze verhalen werden vooral hardop voorgelezen/verteld; orale traditie. De verhalen waren
op rijm en met/of met een metrum, zodat het beter te onthouden was.
Verhalenfamilie: er zijn verhalen over Arthur, daar zitten personages bij. Die beleven iets, er
komt een verhaal over, daar zitten ook personages in; zo groeit het uit tot een familie met
allemaal verhalen die gaan over Arthur.
Alleen mensen van adel kunnen ridder worden. Eer, edelmoedigheid, etc. is belangrijk voor een
ridder. Wraak niet (zoals in karel). Deugden; anderen leren hoe het moet, was waarschijnlijk
een belangrijk doel in het boek.
Hoofsheid is belangrijk in deze verhalen. Het gaat over ideale omgangsvormen. Karel is
voorhoofs; hier gelden de regels nog niet en gaat het er gruwelijker aan toe.
Er zijn hoofd en nevenepisodes; die vormen de verhaalstructuur. De nevenepisodes zijn
avonturen die ook in andere Arthurverhalen voorkomen.
(4) Warenar
Eerste Nederduitse Academie (1617, Amsterdam). Coster, Hooft en Bredero: uit de
rederijkerskamer (Eglenatier/Wilde roos) gestapt. Niet genoeg ruimte voor hun ideeën. Wilden
vernieuwing in toneel en onderwijs. Lessen in het Nederlands, niet in het Latijn en dus is de
latijnseschool (vooropleiding) niet nodig.
Rederijkerskamers; sinds 15e eeuw. Gedichten en toneelstukken in eigen kring. Wedstrijden
tussen kamers. De Wilde Roos (Amsterdam) en Witte Lavendelbloem (Brabantse vluchtelingen,
was bezet door Spanje).
Tragedie: treurspel. Komedie: blijspel.
Verdietsen: aanpassen aan de Nederlandse situatie.
P.C. Hooft: bestuursambtenaar, vrije tijd maakte hij literatuur (eer, geen werk). Schreef tragedies
en komedies (Warenar 1616).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindadelahaye. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.