Uitgebreide samenvatting van verbintenissenrecht begrepen, zesde druk, auteurs: Mr. I. Timmer en Mr. A.L.A.M. Paffen. Sociaal Juridische Dienstverlening leerjaar 1, Hogeschool Utrecht, Cursus wonen, juridisch
Wat is een verbintenis?
Verbintenissen zijn vaak in de vorm van contracten of overeenkomsten
Iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of te laten > een prestatie
o De prestatie moet op geld waardeerbaar zijn.
o Minstens twee partijen zijn betrokken;
→ De ene partij heeft recht op iets waartoe de ander verplicht is.
Verbintenis = Een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht is
tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft.
1.2 Verbintenissen uit overeenkomst
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding. Hieruit moet blijken dat de wil
van beide partijen overeenstemt > wilsovereenstemming. Art. 6:217 lid 1 BW
Wanneer een verbintenis wordt nagekomen zeg je dat de verbintenis tenietgaat.
Voorbeeld: geld lenen
Jij leent geld van de bank. Wanneer deze overeenkomst tot geldleen tot stand komt door een aanbod
en aanvaarding. Ontstaan er twee verbintenissen.
1. De bank is verplicht om het leenbedrag ter beschikking te stellen. Jij hebt recht op het
leenbedrag.
2. Jij bent verplicht het leenbedrag inclusief rente in termijnen terug te betalen. De bank heeft
recht op de terugbetaling.
→ Bij de meeste overeenkomsten ontstaan er op deze manier twee verbintenissen.
2 rechtssubjecten bij een verbintenis:
Schuldeiser = De partij die recht heeft op een prestatie.
Schuldenaar = De partij die de prestatie moet verrichten.
Als we kijken naar het voorbeeld, is bij situatie 1 de bank de schuldenaar en jij de schuldeiser.
Terwijl dit bij situatie 2 andersom is: de bank is schuldeiser en jij de schuldenaar.
Nakomen van de verbintenis:
Doen = Kan zijn het leveren van een goed, verrichten van een dienst of het betalen van een geldsom.
Nalaten = Wanneer je bijvoorbeeld bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst afspreekt om niet bij
een concurrerend bedrijf te gaan werken. > Je spreekt af iets niet te doen.
Wanprestatie = Wanneer één van de partijen de verbintenis niet of niet volledig nakomt. Dit is een
tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. > Wie is er aansprakelijk voor de schade?
1.3 Verbintenissen uit de wet
Verbintenissen uit de wet kunnen ontstaan door een onrechtmatige daad.
1
,Er ontstaat voor jou wettelijke aansprakelijkheid, wanneer iemand anders schade lijdt door jou en
deze schade niet rechtmatig is toegediend.
Voorbeeld: schade
Wanneer je met je fiets tegen een auto aanrijdt en er een kras in de auto komt, ontstaat er een
verbintenis tussen jou en de eigenaar van de auto.
→ Hier ben jij verplicht tot het betalen van de schade, het herstel van de kras, en heeft de eigenaar
van de auto recht op de schadevergoeding.
Schematisch:
Plicht < Verbintenis > Recht
Schuldenaar: De prestatie: Schuldeiser:
Jij Betalen schadevergoeding Eigenaar van de auto
Bij een onrechtmatige daad ontstaat er meestal maar één verbintenis. Dit komt doordat in deze
gevallen de partij die de schade veroorzaakt wat verschuldigd is aan de partij die de schade lijdt.
WA-verzekering = Een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. Deze verzekering dekt de
risico’s van het veroorzaken van schade. Wanneer je een auto hebt, ben je zelfs verplicht om een
verzekering af te sluiten.
→ Vergoed geen schade bij opzet.
1.4 Andere verbintenissen uit de wet
Verbintenissen kunnen ook ontstaan door de rechtmatige daad:
1. Onverschuldigde betaling
Wanneer iemand per ongelijk een geldbedrag op jou rekening stort ben je verplicht dit geldbedrag
terug te storten. Deze persoon had immers geen verbintenis om jou dit bedrag te betalen.
2. Ongerechtvaardigde verrijking
Wanneer je rente ontvangt over het bedrag dat onverschuldigd op jou rekening is gestort, moet je dit
rente bedrag ook terug betalen. Het bedrag is namelijk ongerechtvaardigd verrijkt. Wanneer dit
bedrag niet op jou rekening was gestort had je deze rente nooit gekregen.
3. Zaakwaarneming
Bijvoorbeeld wanneer je buurman een raam repareert wat kapot is gegaan toen jij op vakantie was.
De buurman heeft hiervoor kosten gemaakt die jij moet betalen. Omdat je op vakantie was, kon er
geen wil zijn geweest, maar de overeenkomst ontstaat uit de wet. De buurman heeft namelijk
inbraak of nog meer schade voorkomen door het maken van je raam.
1.6 Verbintenissenrecht: onderdeel van het privaatrecht
Het privaatrecht regelt de betrekkingen tussen burgers onderling en de verhoudingen van burgers
tot hun vermogen. > Ook bedrijven verstaan we hier onder burgers.
Personenrecht = Wie er binnen het privaatrecht drager van rechten en plichten kunnen zijn.
o Personen- en familierecht regelt verhoudingen tussen natuurlijke personen.
o Rechtspersonenrecht rechtspersonen kunnen ook drager van rechten en plichten zijn.
> stichtingen, verenigingen, naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen.
> Wordt altijd vertegenwoordigd door een natuurlijk persoon.
Vermogensrecht = Alle regels omtrent vermogen; alles wat een natuurlijk- of rechtspersoon bezit en
op geld waardeerbaar is.
2
, o Goederenrecht; relatie persoon tot zijn goederen; alles wat hij bezit.
o Verbintenissenrecht geeft aan hoe je je vermogen kunt verhandelen en wat er gebeurt
wanneer iemand schade aan je vermogen toebrengt.
1.7 Rol van de overheid in privaatrecht
In het privaatrecht staan burgers centraal. Wanneer er een conflict ontstaat tussen burgers, kunnen
zij elkaar voor de civiele rechter dragen. Burgers nemen in dit geval het initiatief om overeenkomsten
te sluiten. Hierin heeft iedereen dezelfde bevoegdheid.
De handhaving van het privaatrecht ligt het initiatief dan ook bij de burger en rechtspersonen zelf.
Wanneer iemand een overeenkomst niet nakomt, kan je hier geen aangifte tegen doen. je moet de
nakoming van overeenkomst zelf (desnoods via de civiele rechter) afdwingen.
→ Burgers zijn niet bevoegd om publiekrechtelijke handelingen te verrichten.
Privaatrechtelijke handelingen: kopen, huren, (arbeids)overeenkomsten sluiten
→ Kunnen ook door de overheid gedaan worden.
1.8 Wetgeving
Het verbintenissenrecht is voor een groot deel geregeld in het Burgerlijk Wetboek.
Boek 1 en 4 BW > Personen- en familierecht
Boek 2 BW > Rechtspersonenrecht
Boek 3 en 5 BW > Goederenrecht
Boek 3 en 6 BW > Verbintenissenrecht
Boek 7, 7A en 8 BW > Overeenkomstenrecht
1.12 Beginselen en uitgangspunten
Een aantal beginselen en uitgangspunten waar je in het verbintenissenrecht rekening mee moet
houden zijn:
1. Contractsvrijheid
Partijen mogen onderling alles afspreken, zolang dit maar niet verboden is.
2. Pacta sunt servanda
Overeenkomsten moeten nagekomen worden
Wanneer partijen uit vrije wil een overeenkomst aangaan, moet deze in beginsel volledig worden
nagekomen. > belofte maakt schuld
3. Vormvrijheid
Zolang er in de wet niet expliciet is bepaald, geldt er geen speciale vorm waarin een handeling
verricht moet worden. Alles mag zoals partijen dat willen, tenzij de wet anders bepaald.
> Mondelinge overeenkomsten zijn voor het recht net zo geldig als schriftelijke. Bewijstechnisch gaat
de voorkeur naar een schriftelijke overeenkomst, dit is niet verplicht.
Uitzonderingen: bijvoorbeeld een huwelijk is alleen geldig wanneer een ambtenaar van de burgerlijke
stand deze gesloten heeft of een hypotheek alleen met een hypotheekakte.
4. Redelijkheid en billijkheid
Partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen. > art. 6:2 BW
Redelijkheid = verstand
Billijkheid = rechtsgevoel
→ Hebben een aanvullende werking,
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijn1201. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.